Wij hadden laatst een gesprekje met onze oudste, een kleuter van vijf. Ze was nog even uit haar bed gekomen en genoot van haar momentje even helemaal alleen met ons. We vroegen haar: ´Waar zouden papa en mama jou mee kunnen helpen?´ Ze moest een tijdje nadenken. ´Ik kan soms niet zo goed kiezen´, kwam het antwoord. Heel herkenbaar. Ze doelde op het planbord op school, waarbij er gekozen mag worden uit verschillende hoeken. Maar ook thuis herkennen we het wel. En niet alleen bij haar, ook bij mama.
Moeite met kiezen
Of eigenlijk zit het niet zozeer in het kiezen, maar in het dragen van de consequenties van die keuze. Want kiezen betekent ja of nee zeggen. En wanneer je ja tegen het een zegt, betekent dat automatisch een nee tegen het ander. En dat vind ik nu lastig. Want ik ben niet zo heel goed in nee zeggen. En dan bedoel ik vooral tegen die dingen die in mijn optiek goed en belangrijk zijn. En dat kan heel prettig klinken. Mensen zeggen het ook wel eens van zichzelf als een soort ‘goede eigenschap’. En in de meeste kerkelijke gemeentes zijn ze blij met deze mensen. Maar is het echt een goede eigenschap?
Ik ontdek dat ik niet de enige ben die hier moeite mee heeft. Als ik even google, vind ik tal van websites, trainingen en boeken over dit onderwerp. In onze maatschappij is het blijkbaar nodig om duidelijke grenzen te leren stellen, voordat je overweldigd wordt door alle taken en verantwoordelijkheden die je op je bord hebt liggen. Tegelijkertijd wringt dit bij mij ook. Want nee leren zeggen, klinkt me ook heel hedonistisch in de oren. Past helemaal bij de ik-gerichte maatschappij, waarin we geloven in het creëren van een perfecte wereld, waarvan ik het middelpunt ben.
Tegenhang
Misschien willen we onbewust een tegenhang bieden tegen deze mentaliteit en stellen we onszelf als het ware altijd beschikbaar voor gezin, school en kerk. Is dat hoe we denken dat het hoort? Een ander dienen door onszelf weg te cijferen? Maar, wat is dan het ware dienen? En klopt het dan wel dat we daar soms zo uitgeput van kunnen raken dat er weinig blijdschap in dat dienen meer te vinden is? Wat betekent het dan in de praktijk om de Heere lief te hebben boven alles en onze naaste als onszelf?
Ik probeer antwoorden te vinden op deze vragen. Ik hoor een psycholoog vertellen dat juist in christelijk Nederland veel mensen moeite hebben met nee zeggen. De verklaring hiervoor ligt in de hoge idealen die we hebben. We denken non-stop beschikbaar te moeten zijn, altijd een dienende houding te moeten hebben en het beste de Heere te eren door steeds maar voor Hem te ´rennen´. Er komt geen einde aan onze to-do-lijst. En het woord ´rust´ is er niet op te vinden. Doet je dit ook aan iemand uit de Bijbel denken? Haar zus koos een beter deel. Maar sinds dat verhaal in de Bijbel staat hebben die echte Martha´s ook nog ´stille tijd´ op hun to-do-lijstje gezet.
Laatst sprak ik iemand die hiermee vastgelopen was. Hij zei: ‘Ik moet leren dat ik pas een ander kan liefhebben, als ik mezelf liefheb.’ Is dat niet wat we van jongs af aan gehoord hebben? Gij zult liefhebben den Heere uw God met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand. En het tweede aan dit gelijk is; Gij zult uw naaste liefhebben als uzelven (Matth.22:37-39). We horen het, maar wat leren we in de praktijk? Is het misschien vaak in de praktijk: Gij zult uw naaste liefhebben, waarbij we het laatste gedeelte vergeten?
Jezelf dienen
Misschien ren je wel de benen onder je lijf vandaan. Geef je al je tijd en talenten aan goede zaken. Ben je 100% beschikbaar voor je man, gezin en doe je ook nog wat mooie taken in de gemeente en de buurt. Maar ben je dan ook echt aan het liefhebben? Is het zo dat we wellicht, evengoed als dat gebeurt op social media, een ‘perfect mom’ willen zijn? En dan niet de moeder die altijd in de nieuwste mode loopt en wiens huis eruit ziet alsof het uit een woonmagazine komt. Maar de ´perfecte christelijke moeder´. Een moeder die haar kinderen op het rechte pad weet te houden, kerkelijk meelevend is, betrokken op de wereld in nood en ook oog heeft voor de naaste in de eigen straat. Een moeder die ook nog altijd gezond kookt, de allermooiste verjaardagstaarten bakt, de leukste feestjes organiseert met prachtige traktaties en een schoon huis heeft. Graag ook nog wat milieubewust en bezig met duurzaamheid. O ja en dan natuurlijk niet te vergeten een hele fijne (schoon)dochter, zus en vriendin is, die nooit een verjaardag of ander bijzonder moment vergeet en liefdevol en gastvrij iedereen in huis ontvangt die maar aanbelt.
Lukt het jou? Nou, mij dus niet. En soms moet je daar door schade en schande een beetje achter komen. En heb je wat lessen nodig om te ontdekken dat je op die manier eigenlijk helemaal niemand aan het dienen bent, behalve jezelf. Een pijnlijke ontdekking, maar wel een nodige om weer te mogen zien op dat wat waarde heeft. Want wie denk ik te dienen door zoveel van mezelf te vragen? Mijn kinderen? Gaan zij mij later bedanken dat ik hun dekbedovertrek altijd netjes gestreken heb (ja echt!) en dat ik zo betrokken was op de kerkelijk gemeente? Wat herinner jij je van je jeugd? Die momenten waarbij je ouders er gewoon voor je ´waren´, toch? Mijn energie is beperkt en als ik ja zeg tegen het een, dan zeg ik als vanzelf nee tegen het ander. Dus kan het zijn dat mijn mooie vrijwilligerswerk ten koste gaat van mijn gezin. En dat mijn taak in de gemeente, thuis een sacherijnige of vermoeide moeder oplevert die geen energie meer heeft om een spelletje met de kinderen te doen. Wie dien ik dan?
Doorgeef Lessen
Ik luister nog wat verder. En geef het maar door:
- Je kunt niet uitdelen, wat je niet hebt. Dus is je eerste prioriteit om gevuld te worden. Geestelijk, maar ook in praktisch, lichamelijk opzicht. Dus is zorgen voor jezelf niet egoïstisch, maar als het goed is erop gericht om daarna een ander te mogen dienen. ´Zaaien vanuit een lege mand heeft geen zin, want dan zou je niets dan wind zaaien´ schreef Spurgeon.
Dus als je ‘s morgens, de eerste vijf minuten van de dag, je kind laat huilen om zelf heel even maar je hart en gedachten te richten op de Heere, om van Hem krachten te mogen vragen, dan is dat bedoeld om daarna in rust je kinderen te mogen dienen. Dan wordt stille tijd niet iets wat ‘ook moet’, maar wat mag. Daar staat geen bepaalde tijd voor, waardoor je wellicht weer wat probeert te verdienen. Maar het wordt een moment om je lege beker te vullen bij de Bron.
- Het ware dienen doe je niet om mensen te behagen, maar vanuit liefde. Alles wat je doet omdat het ‘moet’, heeft geen waarde. De kans is groot dat je mensen aan het behagen bent. In 2 Korinthe 9 wijst Paulus de gemeente in Korinthe erop hoe zij het beste hun liefdadigheid kunnen uiten, dus hun christelijke plicht vervullen. En dit zeg ik, die spaarzamelijk zaait zal ook spaarzamelijk maaien; en die in zegeningen zaait, zal ook in zegeningen maaien. Een iegelijk doe gelijk hij in zijn hart voorneemt; niet uit droefheid of uit nooddwang; want God heeft een blijmoedige gever lief. Matthew Hernry zegt over dit gedeelte: ‘Werken van liefdadigheid net als andere goede werken weloverdacht en volgens een plan gedaan worden. Niet uit droefheid of uit nooddwang, maar blijmoedig. Sommigen zullen soms alleen geven om de nood te lenigen van hen die hun liefdadigheid vragen en wat zij geven, is in zekere zin afgedwongen en deze onwil bederft alles wat zij geven.’
Echt liefhebben is geven om niet. Geven zonder terug te verwachten. En dat kan alleen als je weet waar je de ware Liefde vindt.
- Heb jezelf lief. Leer luisteren naar wie jij bent. Welke verlangens en talenten heb je gekregen? Gebruik je die ook? Of dwing je jezelf steeds om dingen te doen doen die helemaal niet bij je passen? Probeer je passie te ontdekken, zodat je van daaruit kunt uitdelen. En gun jezelf ook eens wat ontspanning. Neem rust, tijd om niets bijzonders te doen. Laad op, zodat je wat hebt om uit te delen. Maar neem ook tijd om dingen te verwerken. De enige die jouw grenzen aan kan geven, dat ben jij.
- Accepteer dat je niet alles kunt. Al wil de wereld je laten geloven dat alles maakbaar is. Je hebt beperkingen. Soms helaas heel veel. Maar neem dan je verantwoordelijkheid over dat stukje waar je wel invloed op hebt. Het kan zelfs uit hoogmoed komen dat we zoveel taken op ons bordje nemen, denkend dat we onmisbaar zijn. Laat het een verademing zijn dat je niet alles kunt en dus ook niet alles hoeft.
- Durf te falen. Het kan zijn dat je een ja hebt gegeven, waarvan je later spijt krijgt. Durf dat toe te geven. Te vallen en weer op te staan. Zo leer je ook je valkuilen kennen.
- Weet wat je prioriteiten zijn. Dat maakt keuzes maken makkelijker. Als je je ervan bewust bent dat ja tegen nog meer op je bordje een nee tegen je man is, dan is de keuze makkelijker gemaakt. Je keuzes weerspiegelen wat de prioriteiten van je hart zijn.
Heel fijn, al deze wijze lessen, maar als ik niet oppas, heb ik een nieuwe to-lijst. En ga ik weer aan de slag met het dienen om te verdienen. Wat ligt dat toch altijd weer op de loer. Is het niet om mensen te behagen, dan toch wel om de Heere te dienen. Ik heb veel te leren en ben altijd onderweg. Maar met vallen en opstaan loop ik verder.
De laatste les, vind ik de belangrijkste. Zoals altijd; zie op de Heere Jezus. Hij is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen. (Mark.10:45) Laten we dan met een (advents)verlangen Zijn volheid verwachten. Hij wil hongerigen met Zijn goederen vervullen. Dan hebben we echt iets om uit te delen. Niet om te verdienen, maar uit genade. En als iedereen zo de taken mag doen die de Heere ons geeft (dus niet die we zelf erbij nemen) dan mag er veel liefde gedeeld worden, leren we bewuster nee zeggen en mogen we vruchten verwachten.
Fijn om te lezen!
Een citaat van Corrie ten Boom dat op ons prikbord is beland: “Als je geen tijd hebt om te bidden, werk je harder dan God van je vraagt.” En om dat bidden dan niet als moeten te zien maar dat het een moment is waarop we onze beker mogen vullen bij de Bron. Mooi hoe je dat op schrijft; wat een vrijgevige God!
Wat een mooie richtingwijzer; ‘richt je op de taken die de Heere je geeft (en dus niet die je er zelf bijneemt of -wenst)’.
Bedankt!
Wat een mooi stukje, echt om vaak na te lezen! Heel praktisch en vragen waar ik altijd zo mee worstel… Leerzaam