Een verhaal over huisgodsdienst, om te lezen en (als je dat wilt) te gebruiken als gespreksstarter voor een gesprek met je moedergroep, een vriendin, je man of je tienerzoon of -dochter.
—
BAM! Door een harde klap schiet Nathan recht overeind in bed. Zijn hart klopt wild. Een lichtflits… Onweer! Zwetend zakt hij terug in bed. De klap trilt nog na in zijn buik. Het doet hem denken aan die andere klap, vanavond.
BAM! De achterdeur was met een harde klap achter hem dichtgeslagen. Wéér ruzie gehad met pa. Natuurlijk weer hetzelfde liedje. Dat hij zolang hij hier thuis woonde, zich ook aan de regels moest houden. En dat hij niet zo onderuitgezakt mocht zitten. En dat het hier geen hotel was. En dat hij gewoon mee moest zingen met de psalm na het eten. En wat hij wel niet dacht?
Hij was woest geworden, deze keer. Hij had de deur met een harde klap achter zich dichtgegooid, en was naar zijn vriend Sam gefietst. Jezus als de goede Herder. Ja hoor! Dat kan je toch niet echt geloven? Moest hij zeker tegen Sam vertellen, die vorig jaar zijn moeder had verloren. Of tegen al die mensen in Syrië, die elke dag bang zijn dat het hun laatste is. Of tegen het meisje uit zijn klas, die kanker heeft en die al haar mooie blonde haren kwijt is. Een mooie Herder!
Ze hadden een beetje zitten gamen, Sam en hij, en toen dat niet meer mocht hadden ze wat buiten rond gehangen. Pa en ma kregen bezoek vanavond, dus zorgde hij dat hij om half 10 weer binnenstapte, en even gedag mompelend was hij snel naar zijn kamer op zolder vertrokken. Rond half 12 waren ze nog bij hem op de kamer geweest, pa en ma. Maar hij deed of hij sliep.
Maar nu, nu zijn hart nog steeds wild klopt van de schrik, voelt Nathan zich een stuk minder zeker van zichzelf. Was hij misschien toch te ver gegaan? Pa was wel snel boos, maar ze konden toch goed met elkaar opschieten. En ma had dit niet verdiend. Hij schudt zijn hoofd. Niet meer aan denken nu. De oplichtende cijfers op zijn telefoon zeggen dat het 3:20 is. Hij draait zich op zijn zij.
Maar slapen lukt niet meer. Hij checkt zijn berichtjes nog maar eens. Weinig nieuws. Niet iets om op te reageren. Wat is het warm! Zijn mond voelt droog. En hij heeft trek ook! Naar de koelkast dan maar. Hé, wat is dat voor geluid? Het lijkt wel of zijn zusje huilt. Zou ze ook geschrokken zijn van het onweer? Even staat Nathan twijfelend voor haar kamerdeur. Ma kan ook wel naar Rosanne toe gaan. Of zal hij toch maar even om het hoekje kijken?
Zodra hij zijn hoofd om Rosanne’s deur steekt, heeft hij al spijt. Want ze huilt niet, ze zingt. En ze heeft hem gezien. In het schijnsel van het nachtlampje ziet hij haar brede lach. Ze klopt uitnodigend op haar laken. Ze kan niets zeggen, want ze zit nog middenin haar lied. Nathan zucht inwendig, maar kan er niet onderuit. Hij doet de deur achter zich dicht en laat zich op haar bed zakken. ‘Als je ’s avonds niet kunt slapen, als je bang in ’t donker bent. Denk dan eens aan al die schapen, die de Heer bij name kent!’ Nathan weet wat er komt. Het is Rosanne’s lievelingslied en ja, het is wel erg toepasselijk op dit tijdstip. Dacht hij vroeger ook zo simpel? Kon zo’n lied hem eens ook troosten? ‘Jezus is de goede Herder, Jezus Hij is overal, Jezus is de goede Herder, brengt mij veilig naar de stal’.
‘Ik dacht dat je huilde’, zegt hij, als ze stil is. Ze schudt haar bruine krullen wild heen en weer. ‘Ik was wel erg geschrokken van het onweer. En ik dacht eraan dat de juf een keer zei dat de Heere spreekt als het onweert. Ik dacht: ‘het klinkt alsof Hij wel erg boos is’. Maar toen moest ik ineens weer aan de goede Herder denken. Over als je bang in ’t donker bent enzo. Dus toen ging ik zingen. En toen kwam jij. Triomfantelijk kijkt ze hem aan. Nathan is even in de war gebracht. Ze denkt toch zeker niet dat hij als een soort gebedsverhoring aan haar deur is gekomen? ‘Ik ehh, ik had dorst. En ook best wel trek. Dus ik wilde eigenlijk even beneden kijken of er wat lekkers is’, zegt hij gauw, alsof hij zich moet verklaren. Ze veert al overeind. ‘Mag ik mee? Ik heb ook zin in wat lekkers!’
‘Nou, oké dan, maar zachtjes doen hoor!’ Samen sluipen ze de trap af. Beneden knipt Nathan eerst een lamp aan. Zo, dat is beter.
Rosanne is al bij de koelkast. ‘Jij hebt vanavond geen toetje op’, zegt ze. Want je ging ineens al weg. Weet je wat wij hadden? IJs! Er staat nog wat voor je. Ze trekt de vriezer al open en geeft hem met een zwaai een bak roomijs met kersen, zijn lievelingssmaak. Ma zeker, die ervoor gezorgd heeft dat er wat voor hem overbleef. Hij duwt zijn schuldgevoel gauw aan de kant, haalt twee lepels uit de bestekla, en geeft er één aan Rosanne. Haar ogen lichten op. Naast elkaar op de bank eten ze met kleine hapjes uit de plastic bak.
BAM!! Opnieuw een knetterende slag. Nathan ziet de schrik in Rosanne’s ogen. Ze schuift dicht tegen hem aan. ‘Nathan wil je bidden? Dat doet mama ook altijd als ik bang ben’. ‘Doe dat maar zelf… dat kan ik niet zo goed hoor’. Verbaasd kijkt ze hem aan. ‘Bidden kan toch iedereen!’ Ze doet haar handen samen en haar ogen dicht. ‘Heere, dankuwel voor deze nacht. En dankuwel voor het lekkere ijs. Wilt u ons een nieuw hart geven? Om Jezus’ wil, amen’.
‘Nu heb je nog niet gebeden over het onweer, Roos’, zegt Nathan. ‘O ja’. Ze glimlacht en doet haar ogen weer dicht. ‘Heere, daar ben ik weer. Ik was nog wat vergeten. Het onweert en ik ben bang en Nathan ook. Wilt u maken dat het gauw stopt? En dat we niet meer bang zijn? Om Jezus’ wil, amen’.
Nathan probeert zijn grinnik te verbergen. Ze lepelen het laatste restje ijs op en kijken voor het raam hoe een hevige regenbui losbarst. Nathan schenkt voor hen allebei een groot glas cola in. ‘Ik ga weer naar bed’, zegt hij dan. ‘Ik geloof dat het onweer nu wel over is. Straks zit je morgen te slapen op school!’ ’t Is lekker toch zaterdag’, zegt zij. ‘Ja, jij kan uitslapen! Maar ik moet aan het werk. Ik heb mevrouw van Amstel beloofd dat ik er om 8 uur ben. Er moet van alles gebeuren in de tuin voor het te warm wordt. En daarna heeft ze nog computerklusjes voor me’.
Maar die ochtend is ma ziek. Ze heeft migraine en als Nathan haar om half 8, zelf nog een behoorlijk brak, tegenkomt op de gang, is hij blij dat ze meteen haar bed weer opzoekt. Pa moet vanochtend nog naar een klant. ‘Mag ik met jou mee?’ Vragend kijkt Rosanne Nathan aan. Even twijfelt hij. Daar heeft hij niet echt zin in, maar mevrouw van Amstel zal het vast geen probleem vinden.
Om half 10 roept mevrouw Van Amstel hen binnen. ‘Jullie zullen wel dorst hebben, harde werkers! Lusten jullie cola?’ Rosanne begint te stralen. ‘Tuurlijk! Dat wordt al ons tweede glas vandaag!’ Mevrouw Van Amstel kijkt verbaasd. ‘Drinken jullie dat thuis soms bij je ontbijt?’ Rosanne schatert. Ze vertelt het hele verhaal over hun belevenissen van die nacht. ‘Wat voor lied zong je dan vannacht? Of mag ik dat niet weten’? vraagt mevrouw Van Amstel. ‘Jezus is de Goede Herder’, vertelt Rosanne. ‘Kent u dat? Zal ik het eens voor u zingen’? En voor ze antwoord kunnen geven zingt ze al.
‘Mooi…’ knikt mevrouw Van Amstel. Onderzoekend kijkt ze naar Nathan. Rosanne volgt haar blik en flapt eruit: ‘ik weet niet of Nathan wel een schaapje van de Goede Herder wil zijn’. Nathans ogen worden groot en mevrouw Van Amstel reageert verbaasd: ‘waarom’? ‘Nou’, zegt Roos, ‘hij zingt nooit meer mee aan tafel en hij moppert vaak over Bijbel lezen enzo. Gisteren maakte hij er ruzie over met papa en toen liep hij weg en hij sloeg de deur heel hard dicht. Maar mama zegt dat de Heere Jezus juist afgedwaalde schaapjes opzoekt, net als de herder’. Ineens kijkt ze een beetje verlegen. Heeft ze misschien te veel gezegd? Het blijft zo stil…
‘Je mama heeft helemaal gelijk’, glimlacht mevrouw Van Amstel dan. ‘En nu heb ik een vraag aan je, Rosanne. Zou jij in de tuin een mooi boeket met bloemen willen plukken? Ik wil ze ook zo graag op tafel. Hier is een schaar. Knip maar lange stengels van die rode, en die gele en witte bloemen daar. Wil je dat voor me doen’? Ze huppelt al weg.
Is het de manier waarop mevrouw Van Amstel hem de koektrommel voorhoudt? Zijn het haar vriendelijke ogen? Ineens begint Nathan te vertellen. Dat de dominee in de rouwdienst van Sam’s moeder ook gepreekt had over de Goede Herder. Maar dat híj er niets goeds in kon ontdekken. Waarom gebeurt er zoveel vreselijks? Ze hadden elke dag voor Sam’s moeder gebeden vorig jaar. En wat had het geholpen?
Mevrouw Van Amstel is even stil. ‘Ik herinner me ineens iets’, zegt ze dan. ‘Mag ik je een verhaal vertellen?’ Het was eens midden in de nacht dat ik ergens midden in het grote China uit een trein stapte. We liepen daar over een station dat zelfs om 4 uur ’s nachts vol met mensen was. Gelukkig vonden we een man die een bordje omhoog hield met mijn naam erop. De man ging ons voor naar een hotel. In één van de kamers van dat hotel maakten we kennis met dominee Chen, een oude man die predikant was van een huisgemeente. Hij vertelde ons die nacht zijn levensverhaal.
Dominee Chen had als tiener op een school van buitenlandse zendelingen gekregen. In die tijd heeft hij de Heere lief gekregen. Maar toen de communisten aan de macht kwamen in China moesten alle buitenlandse zendelingen het land verlaten. De jonge Chen bracht zijn leraar naar het station. De trein was nog maar net vertrokken toen hij werd gearresteerd vanwege zijn contact met buitenlanders. Dat was de eerste keer van vele keren dat hij gevangen heeft gezeten. Hij trouwde en kreeg twee zoons. Hij bleef zijn werk als dominee doen. Hij kon niet anders dan de mensen vertellen over de Heere. Eenmaal zat hij jarenlang in een strafkamp. Toen hij weer thuis kwam kreeg hij het bericht dat zijn vrouw van honger gestorven was.
Vreselijke dingen maakte dominee Chen in al die jaren mee. Hij moest verschrikkelijk hard werken, werd mishandeld en bedreigd. Maar zelfs in de gevangenis bleef hij spreken over de Heere Jezus. En hij bleef zingen. Zijn lievelingslied was ‘Amazing grace’. Misschien ken je het wel. In het Nederlands heet het ‘Genade zo oneindig groot, dat ik die het niet verdien, het leven vond want ik was dood en blind maar nu kan ik zien’. Ik vroeg aan hem: hoe kon u nu zingen als u zo moest lijden vanwege het dienen van de Heere? En zijn antwoord was: ‘vanwege die oneindige genade. Gods genade voor mij, een zondaar, is vele malen groter dan mijn lijden’.
Een andere ontmoeting tijdens die reis, was met een jong meisje. Ze was misschien iets ouder dan jij. Ik hoorde dat ze gedoopt zou worden. Ze wist wat dat zou betekenen. Als ze openlijk christen zou worden zou ze geen toegang krijgen tot vervolgonderwijs en geen goede baan kunnen vinden. ‘Waarom wil je dan gedoopt worden’? vroegen we haar. Haar antwoord was: ‘omdat ik voel in mijn hart dat ik een Zaligmaker nodig heb’. Zo eenvoudig was het voor haar. Ze was niet opgegroeid bij het Woord, ze had geen ouders die haar voorleefden in het dienen van de Heere. Maar ze had de Goede Herder leren kennen die haar zou leiden, juist ook dwars door alle moeilijkheden heen.
Het wordt stil in de kamer. De klok tikt. Nathan denkt aan het verhaal en probeert te verzinnen wat hij zeggen kan. Dan vliegt de keukendeur open en komt Rosanne binnen. ‘Kijk eens, vind u deze bloemen mooi?’ ‘Prachtig!’ glimlacht mevrouw Van Amstel. Ik heb precies de goede vaas voor zo’n mooi boeket. Wil je ze daar neerzetten, naast die stoel bij het achterraam? ‘Wanneer zit u daar eigenlijk’? Vraagt Rosanne nieuwsgierig. ‘Zo kan u toch met niemand praten, als u met uw rug naar de kamer zit? O nee, u woont natuurlijk toch alleen…’ Geschrokken kijkt ze naar mevrouw Van Amstel. Is het niet brutaal wat ze zei?
Maar mevrouw Van Amstel glimlacht naar haar en zegt: ‘eigenlijk is dat juist speciaal mijn plekje waar ik met Iemand praat. Elke ochtend zit ik daar om te bidden voordat de dag begint. Dan praat ik met God’. ‘Vind u het verdrietig dat u geen kinderen hebt?’ vraagt Rosanne dan. ‘Nou Roos’, waarschuwt Nathan, terwijl hij met een schuin oog naar mevrouw Van Amstel kijkt. Maar zij knikt en zegt: ‘ik ben soms heel verdrietig dat ik geen man en geen kinderen heb. Eerst was ik daarom ook wel eens boos op de Heere, dat Hij mij geen kinderen gegeven had. Maar de Heere heeft me laten zien dat ik tóch een soort moeder mag zijn voor alle kinderen in de kerk bijvoorbeeld, en de kinderen uit de buurt die hier komen. En voor al die kinderen mag ik bidden, daar op mijn plekje bij het raam. Dat is de taak die de Heere aan mij gegeven heeft. Jullie vader en moeder mogen jullie over Hem vertellen en jullie opvoeden bij de Bijbel. En ik mag vooral voor jullie bidden. En soms eens een keertje een verhaal vertellen.
‘Bid u dan ook voor ons’? vroeg Rosanne blij. ‘Ook voor jullie. Zeker na vandaag. Of een schaapje nu dicht bij de Herder is, of ver is afgedwaald, ze hebben het allemaal nodig om Zijn stem te horen’.
Gespreksvragen:
De volgende gespreksvragen kun je bespreken in je moedergroep (kan ook online of zelfs via What’sApp), met een vriendin of met je man:
- Wat is het doel van gezamenlijk Bijbellezen, bidden en zingen? Doen jullie in je gezin nog meer met het oog op dit doel?
- Hoe zou je als vader of moeder reageren op het gedrag van Nathan bij het Bijbel lezen en niet mee willen zingen aan tafel?
- Wat is voor kinderen op Rosanne’s leeftijd belangrijk als het gaat om huisgodsdienst?
- Wat is het belangrijkste dat kinderen van jou als ouder (of andere volwassene) kunnen leren?
- Wat vind u van de manier waarop mevrouw Van Amstel haar taak omschrijft:
“De Heere heeft me laten zien dat ik tóch een soort moeder mag zijn voor alle kinderen in de kerk bijvoorbeeld, en de kinderen uit de buurt die hier komen. Jullie vader en moeder mogen jullie over Hem vertellen en jullie opvoeden bij de Bijbel. En ik mag vooral voor jullie bidden. En soms eens een keertje een verhaal vertellen. Dat is de taak die de Heere aan mij gegeven heeft.”
Als je het verhaal in het gezin voorleest, zou je deze vragen kunnen gebruiken in het gesprek met je tiener:
- Herken jij je in Nathan? Heb je ook wel eens dat je geen zin hebt om mee te doen met Bijbel lezen of bijvoorbeeld zingen aan tafel? Hoe komt dat?
- Nathans vader werd erg boos op hem. Hoe zou jij dat vinden? Waar zou jij behoefte aan hebben op dat moment, als je Nathan was?
- Wat heb jij nodig van je vader en moeder of andere volwassenen uit de gemeente?
- Nathan begrijpt niet hoe de Heere Jezus de goede Herder kan zijn en toch zoveel lijden kan toelaten in de wereld. Wat zou jij tegen Nathan zeggen, als hij jouw vriend was?
Erg bemoediging voor moeders (ouders) met afdwalende schaapjes. Er is perspectief voor de toekomst!
Ik vind dit heel mooi. Dank je wel