‘Blijft u nog even bij mij, mama?’
Dat is de zin die onze 6-jarige dochter elke avond roept. Al sinds jonge leeftijd vindt ze de avonden en het donker spannend. In slaap vallen is dan moeilijk en daarom roept ze de vraag op sommige avonden 2, 3 of ontelbaar keer. Van naast haar liggen, naast haar zitten en op haar kamer de was opvouwen, kan ik inmiddels op de bovenverdieping rondlopen terwijl zij in slaap valt. Ze vindt het heerlijk om mij nog te horen, terwijl zij de dag afsluit en in slaap valt.
Maar soms vind ik het niet zo heerlijk. De ontplofte keuken wacht beneden, de poepluier van de jongste slingert nog ergens rond en ik kan me niet herinneren of de vloer ooit gedweild is geweest. Soms wil ik gewoon in de avond even mijn eigen ding doen en stoort de vraag me enorm. ‘Mama, blijft u nog even in de buurt?’ ‘Mama, komt u straks nog even bij mij kijken?’
Als ik dan uiteindelijk met mijn kopje thee beneden zit zijn er ineens bekende woorden waar ik aan moet denken: En ziet, Ik ben met ulieden al de dagen tot de voleinding der wereld. Amen. (Mattheüs 28:20).
Een tekst die de Heere Jezus uitsprak tegen Zijn discipelen. Hij, Die geduld had met zijn leerlingen, ook als ze bang waren of Hem niet begrepen. Hij is bij ons tot aan het einde van de wereld. Ik vind nog steeds dingen spannend, net als mijn dochter. Als de tijd of de toekomst ons bang maakt, mogen we ons troosten met de belofte dat God er is tot de voleinding van de wereld. In alle tijden en plaatsen. Tegelijk denk ik opnieuw aan mijn 6-jarige. Zoals ik troost vind bij Gods aanwezigheid, zo mag ik een klein gedeelte daarvan laten weerspiegelen als mijn kind zich troost met mijn aanwezigheid. Mama is er, alles is veilig, ik mag gaan slapen. Zo mag ik mijn zorgen en problemen bij Hem neerleggen, om te rusten. Bij Hem is het veilig. Sterker nog, zonder Hem kunnen wij niets doen.
Zo leefde Mozes ook. Toen hij met een mopperend volk de woestijn door moest, wilde God en engel meesturen omdat ze Zijn aanwezigheid niet meer verdiend hadden. Mozes pleit voor Gods leiding zelf: Toen zeide hij tot Hem: Indien Uw aangezicht niet medegaan zal, doe ons van hier niet optrekken! (Exodus 33:15).
Gods aangezicht te mogen ontmoeten is een gebed van vele gelovigen geweest en is dat nog steeds. Wat een genade dat ik als moeder daar iets van mag weerspiegelen. Opeens voelt het niet meer vervelend als ons dochtertje roept. Ik loop naar haar toe, geef haar de laatste knuffel van deze dag en zeg dat ze nu moet stoppen met roepen en erop mag vertrouwen dat ik bij haar ben. Na een paar minuten ruim ik nog wat was op in de kast en kijken half slapende ogen me aan. Ze weet het: Mama is er, ik ben veilig. Zo mogen wij onze levens en zorgen bij Hem brengen, bij Hem is het veilig.
Psalm 103
Geen vader sloeg met groter mededogen
Op teder kroost ooit zijn ontfermend’ ogen,
Dan Isrels HEER op ieder, die Hem vreest;
Hij weet, wat van Zijn maaksel zij te wachten,
Hoe zwak van moed, hoe klein wij zijn van krachten,
En dat wij stof, van jongs af, zijn geweest.
Zelfreflectie
- Waar was je zelf als kind bang voor? En wat vond je dan fijn?
- Is jouw kind ergens bang voor? Praten jullie daar wel eens over? Het is belangrijk dat een bang kind weet dat zijn vader en moeder weten wat er is, dan voelt het zich niet meer zo alleen met zijn zorgen.
- Mediteer over de woorden mededogen en ontferming in de relatie tussen jou en je kinderen en tussen jou en de Heere.
Vanwege een technisch probleempje staat de verkeerde naam onder dit blogartikel. Het is niet geschreven door Elise, maar door Tamarah. Het team stelt zich hier aan je voor.