Kort geleden zijn wij verhuisd. Nu is dat eigenlijk niet zo bijzonder. Want in dertien jaar tijd is het de negende keer dat we van een huis ons thuis mogen gaan maken. Maar deze verhuizing was niet voorzien. De buurman besloot zich aan te sluiten bij een bende, die hun sociale meetings 24 uur per dag voor onze poort hielden. Onder invloed van alcohol en drugs werd de sfeer regelmatig grimmig, wat zich uitte in vechtpartijen of intimiderend gedrag richting echtgenoot. Nadat we ons op een avond hadden opgesloten in ons huis, hakten we de knoop door. En binnen een maand zaten we in ons nieuwe huis.
Aandacht
De meest confronterende verhuizing was de keer dat we ons huis in Middelburg leeg maakten om te emigreren naar Ecuador. In enkele uren tijd, werd acht jaar opbouwen verdeeld over kringloop, familie, vuilnis en opslag. En ons huis bleef akelig leeg achter. Toen de laatste kar wegreed moest ik denken aan de tekst: Men kent en vindt haar standplaats zelfs niet meer. Uren van verbouwen en decoreren gleden aan mij voorbij. Was het mijn tijd waard geweest? Er waren kleine kinderen die aandacht hadden gevraagd op het moment dat ik een tafelstuk probeerde te maken. Er waren gezinsleden die zichzelf moesten vermaken toen ik meende dat de vensterbank etalagewaardig moest zijn. En: was het mijn geld waard geweest? Die vier overvolle Curvers in de schuur? Zeker niet de duurste spullen, maar toch…?
Ik besloot dat dit mij niet meer zou overkomen. Zoveel tijd en aandacht voor een huis.
Eerlijk zijn
Het is niet moeilijk om zulke beslissingen vol te houden als de mensen waaronder je leeft geen aandacht besteden aan het uiterlijk van hun huis. Of als er nauwelijks winkels zijn die decoratie verkopen. Lastiger wordt het als de folders op je mat schreeuwen om je aandacht, je vriendinnen smaakvol ingerichte huizen hebben en ergens toch wel een beetje de mate waarin jij het in dit leven gemaakt hebt, ervan afhangt.
Kunnen we vandaag eerlijk naar onszelf en onze omstandigheden kijken? Niet om iemand een schuldgevoel aan te praten, maar omdat je soms in een trein gestapt bent die een ander spoor volgt dan je ten diepste zou willen?
- Zet eens een aantal Bijbelteksten op een rij die iets zeggen over bezit en geld. Stel jezelf de vraag waarvoor het bedoeld is. Maak dit inzichtelijk met pen en papier. Laat daarin ook naar voren komen hoeveel aandacht een onderwerp in de Bijbel krijgt, bijvoorbeeld door turfstreepjes te zetten. Je zult erachter komen dat de hulp van mensen in nood een thema is dat vaak naar voren komt.
- Verdiep je in mensen die met (veel) minder geld rond moeten komen. Er zijn veel organisaties die deze nood op websites presenteren. Door te weten welke nood er is, zul je minder makkelijk je geld aan niet noodzakelijke dingen uitgeven.
- Een Bijbelse lijn voor hulp aan anderen zou kunnen zijn om 10% van je inkomen weg te geven. Lukt dat? En kun je wellicht dit bedrag wat ophogen?
- Probeer voor jezelf helder te krijgen welke betekenis je huis voor je heeft. Wat zou er gebeuren als je het moest missen? Is je huis misschien de reden dat je je pinnen (te) diep in de grond te steekt?
- Hoe reageer je als je kinderen iets kapot maken? Of als ze met vieze voeten doorlopen? Of het voor de zoveelste keer een bende maken? Is de frustratie in verhouding met de overtreding?
- Hoe zou je willen dat je kind zich jullie huis herinnert? Als een plek van warmte, sfeer en gezelligheid? Of als een prachtig, perfect georganiseerd gebouw?
- Hoeveel tijd stop je in het onderhouden van je huis? Ben je daarin een Martha? Of een Maria?
Ik moet denken aan de woorden van de Heere Jezus: De vossen hebben holen, en de vogelen des hemels nesten; maar de Zoon des mensen heeft niet waar Hij het hoofd nederlegge (Matthëus 9 vers 20). Wat een diepe armoede. En tegelijkertijd ook rijke winst. Al Zijn tijd was beschikbaar om bezig te zijn in de dingen van Zijn Vader.
Dies haus ist mein und doch nicht mein
Dems vor mir war, wars auch nicht sein.
Er ging hinaus, ich ging hinein
Nach meinen tod wirds auch so sein.
Bedankt voor dit stukje! Ik heb het bij een andere vriendin ook zo gezien, dit wat je schrijft, en je hebt gelijk. En ik verlang ernaar om het ook zo te kunnen (blijven) zien. De pennen niet te vast. En met geloof in een toekomend Vaderhuis!
En tegelijk ook wel lastig balanceren. Soms wil je het gezellig maken voor je gezin. Maar ik herken de valkuil naar mooie spullen of toch op een bepaalde manier meedoen ook wel. En dát wil ik eigenlijk niet!
Dank je wel Annelien. Als kind ben ik ook een paar keer verhuisd. Niet zo vaak als jij in je bog schrijft. Negen keer is echt vaak! En het is echt eng, dat geweld bij je huis. Wat een zegen dat je kon verhuizen.
Fijn dat je hier woorden aan hebt gegeven. Aan hoe je om mag gaan met je zorg voor je huis. Ik herken het zelf niet. Ik zou meer van mijn huis willen houden 🙂 Het één na laatste punt van je is heel sterk. Ook de tekst over de Heere Jezus, geen plaats om Zijn hoofd op neer te leggen, zodat wij een gebouw van God hebben, een huis niet met handen gemaakt, maar eeuwig in de hemelen. Wat een genade.