
‘Wat een rommel in de schuur,’ zegt m’n man als hij ’s avonds de tuin opruimt. ‘Vorige week heb je de schuur toch nog helemaal opgeruimd?’ Even zeg ik niks. Dan klinkt het verontwaardigd: ‘De jongens kunnen alleen maar rotzooi maken.’ Ik denk er even niet aan hoe lief ze die afgelopen dagen in de tuin gespeeld hebben. Want dat staat er tegenover. Kinderen houden van rommel en maken rommel.
Alles aan kant
Als ik kijk naar m’n ramen zie ik overal waterspetters en vingers. Als ik binnenkom ligt de tafel bezaaid met knutselspullen. Jassen en gymtassen liggen op de grond gesmeten. Help! Hoe krijg ik toch alles aan kant? Ik wil zo graag een net, schoon huis, maar het lukt me niet. Voor rommel maken krijgen mijn kinderen een tien. Maar voor opruimen helaas een onvoldoende. Hoe vaak ik het ook vraag: lief, aardig, streng of boos. Ze veranderen niet. En ik… moet het leren accepteren. Of zou me dit nooit lukken? Een diepe zucht. Gelukkig hebben we wel wat oplossingen gevonden. Voor de ramen heb ik handige Jemako doeken. En als de rommel, binnen- of buitenshuis, echt niet meer te overzien is lassen we een gezamenlijk opruimmoment in. Met regelmatig een beloning in het vooruitzicht. Een lekker ijsje of een euro voor in de spaarpot. Dat werkt wel. Zouden ze misschien daarom zoveel rommel maken? Ik weet het niet.
Wat ik wel weet is dat ik er zelf ook maar vaak een rommeltje van maak. Hoe vaak moet ik aan het einde van de dag zuchten. Ik had vandaag meer tijd moeten nemen voor stille tijd. Ik had meer over de Heere en Zijn dienst kunnen praten toen ik op bezoek was. Tijdens de maaltijd waren de kinderen voor de zoveelste keer niet eerbiedig. Ik werd boos en schoot uit. Kunnen jullie eindelijk eens eerbiedig zijn?
Hoop
Kinderen zijn een spiegel voor mijzelf. Hoe ben ik als moeder? Ik maak er een puinhoop van. En dan doet de duivel er nog een schepje bovenop. Het wordt nooit wat. Je kunt beter als moeder maar moedeloos worden. Maar zo is het niet. Gelukkig heeft hij geen gelijk. De hij met een kleine ‘h’. Want Hij leeft en laat niet varen de werken van Zijn handen. Wat zit in deze woorden ongelofelijk veel hoop! Hij wil ons helpen en ons ondersteunen. Omdat Hij gezegd heeft: ‘Het zaad zal Hem dienen.’ (Psalm 22:31) Daarom is er hoop! Te midden van alle rommel van mijn bestaan. Ik heb geen schoonheidsprijs (een tien) verdiend. Uit u worde geen vrucht meer in der eeuwigheid! (Matth. 21:19). Wij kunnen vanuit onszelf alleen maar stinkende vruchten voortbrengen. Maar de vruchten van de Geest zijn bij Hem te verkrijgen. Liefde, geduld, vriendelijkheid. Wat zijn die nodig. Als we die vruchten mogen dragen, dan gaat er iets van ons uit. Ook als moeder.
Samen doen
Dat heeft zelfs invloed op de manier waarop we opruimen. Niet met foeteren en mopperen. Daar worden kinderen niet vrolijk van. Ze doen ook hun best. Wat helpt wel? ‘Kom, zullen we het samen doen? Ruim jij dit op en ik dat. Dan zijn we zo klaar.’ In dat samen doen ligt zoveel. Niet alleen samen opruimen, maar aan het einde van de dag ook samen bidden en danken. Voor de trouwe zorg van de Heere. Vragen of Hij steeds liefde en geduld wil geven. Maar ook om vergeving voor dat moment dat ik uitschoot richting een van mijn kinderen. Dat raakt hun. Dat ik herken ook veel fouten te maken.
De appel valt helaas niet ver van de boom. Mijn rommelmakers lijken veel meer op mij als dat ik al wel dacht. Wat een schuld! En wat een geduld heeft de Heere met ons. Dat Hij ons nog elke dag wil dragen en verdragen. Ook in al mijn tekorten als moeder. Dan wordt je wel eens stil. Hij heeft volmaakte vruchten gedragen. Tot navolging. Elke dag opnieuw.
–
Dit artikel is geschreven door Abigaïl Janse, één van onze nieuwe blogschrijfsters. Ze stelt zich hier aan je voor.
–
Heel herkenbaar wat je schrijft. Mooi om te lezen hoe je jezelf ook spiegelt aan je kinderen, een les voor mezelf.
Ik was in de vakantie in een kadowinkeltje. Daar las ik een bordje met de volgende tekst:
Een goede moeder
heeft een rommelig huis
Pikkende aanrechtkastjes
En blije kinderen.
En hoe moeilijk is dat om zo een goede moeder te zijn.
We willen zo graag alles perfect doen dat we zo druk zijn met “rommel” dat we de mooie dingen die de kinderen ons
geven soms niet eens zien.
En dan te mogen weten dat God de rommel die wij er van maken niet meer ziet als we mogen delen in de gaven van Jezus Christus die Hij verdiend heeft.
Heel mooi beschreven! Bedankt!