Ik sla nog een bladzijde in mijn agenda om, daar is het: woensdag 9 maart. Een dag met een klein krabbeltje wat mij laat zien dat het een vrije dag is voor de kinderen. Een rondje om dat kleine woordje: “biddag”.
Een stapeltje papier houd ik vast tussen twee vingers. Van dankdag heb ik teruggebladerd naar biddag. Zoekend wanneer we precies stonden aan het begin van het zaai- en oogstseizoen. Biddag als een begin. Een start. Voor boeren, vissers en (in gedachten vul ik het aan) …moeders. Een dag met als kenmerk: we bidden! Bidden voor het seizoen wat voor ons ligt. Bidden om zegen! Bidden om zon en regen, op Zijn tijd.
Ik was op die woensdag in maart vooral moeder. Een moeder met een dikke buik van ons kindje wat zo veilig en beschermd groeide. Waar we op wachtten, tot het zou komen op Zijn tijd.
Als het buiten herfst wordt, oktober bijna overgaat in november merk ik een mijmering in mij. Bijna een vrije dag voor de kinderen, een klein woordje op een doordeweekse dag kondigt het aan: “dankdag”. Dankdag als sluitstuk van het oogstseizoen. Een dag van terugkijken op wat de Gever gaf, aan boeren, vissers en… moeders.
Wat de Gever gaf… kijk ik alleen daar naar? Geloof me, ik heb ontzettend veel dankbare dagen gehad tussen het voorjaar en de herfst. Ons verwachtte kindje kwam en wat een dankbaarheid om dit kind. Om alles wat ze met zich mee brengt aan liefde en vreugde aan onze keukentafel. Om de prachtige start en de geweldige kraamweek. Wat een geschenk was dat!
En toch, als ik blader in de papieren van het dagelijkse leven dan zie ik ook drukte en vooral veel georganiseer. Ik lees tussen de regels door dat het niet altijd vanzelf ging. De moeder die ik zie draven en zorgen en regelen is lang niet altijd de dankbare moeder die ze hoopte na biddag te zien.
Dankdag is in de spiegel kijken.
Dat is een contrast met kijken naar anderen. Eerlijk is eerlijk: dat gaat mij beter af.
Of wat denk je van alles wat ik niet heb en anderen wel! Ook een druk agendapunt!
Ik kijk wat af.
Dankdag is in de spiegel kijken. En dan zien Wie mij alles geeft. Ik ben geen boerendochter, ik vaar op maandagochtend niet uit met mijn kotter, maar ik ben moeder. Dát is mijn taak.
En daarom zaai ik, zorg ik, houd ik mijn kasboekje bij en organiseer ik broodtrommels en zwemlesritten, ook tussen dankdag en biddag.
Psalm 65 glimt. Weerkaatst. Spiegelt.
Wij worden verzadigd met het goede van Uw huis, met het heilige van Uw paleis. Met ontzagwekkende daden antwoordt U ons in gerechtigheid. U zag om naar het land en gaf het overvloed.
U kroont het jaar van Uw goedheid, Uw voetstappen druipen van overvloed. Zij juichen, ook zingen zij.
Armen vol zegen, ik heb er mijn handen vol aan want…
De Gever gaf.
Praktische ideeën om met je kinderen na te denken over dankdag vind je hier en hier.