Laatst stond ik in de rij bij de kassa van de supermarkt en was ik getuige van een gesprek tussen twee dames. “Nee maar!” zei de caissière terwijl ze drie pakjes shag langs de kassa haalde: “weet je wel hoe duur dit is?” De klant keek enigszins schuldbewust en knikte: “De coronacrisis hè. Ze stoppen allemaal met roken dus doen ze er weer drie euro bovenop.” Verbaasd staarde de caissière naar de prijs op haar schermpje en mompelde iets. “Ik zou moeten stoppen, maar ja..” zei de klant.
Ze moeten toch ergens geld vandaan halen, was de conclusie. Wie die ‘ze’ waren was voor beiden blijkbaar duidelijk. Op dat moment mengde zich een derde dame in het gesprek: “.. en anders gooien ze wel wat bovenop de snoep en koek. Het is belachelijk.” De caissière knikte instemmend en terwijl ze klant één gedag zei en klant twee haar kar naast de kassa omdraaide, ging het gesprek verder. “Weet je wat ík vind?” vroeg ze met stemverheffing. “Betuttelend! Dat is het!” De caissière stemde hartgrondig met haar in. “Je kent jezelf toch het beste? Je moet gewoon zelf weten wat goed voor je is! Al die mensen die zeggen wat je moet doen en wat je moet laten…“ Haar blik verraadde wat ze van die mensen vond.
Enigszins met stomheid geslagen volgde ik het gesprek wat nog even verderging. Toen ik aan de beurt was en mijn boodschappen in de kar laadde, formuleerde ik in gedachten zinnen om te zeggen, maar ik deed het niet. Het gesprek bezorgde me een bezwaard gevoel.
Mijn wil
‘Ik beslis zelf wat ik doe’ is het levensmotto van veel mensen om ons heen. ‘Volg je hart. Laat je vooral niets opleggen. Luister naar je gevoel. Neem je eigen beslissingen. Je bent de baas over je eigen leven. Je bepaalt zelf of je ongeboren kind mag leven. Je kiest er zelf voor om een einde aan je leven te maken. We zijn vrije mensen.’
De wereld van vandaag, waarin we onze kinderen opvoeden, is een wereld vol mensen die leven zoals ze dat zelf willen. Een wereld vol mensen die lachen om christenen die een Man navolgen en leven volgens een Boek. Die zeggen: niet mijn wil, maar Uw wil geschiedde.
Het gesprek bij de kassa achtervolgt me in de dagen erna: hoe leer ik de kinderen afhankelijk te zijn van U als ik het zelf zo moeilijk vind? Ik ben niet anders dan die vrouw voor mij. Het ligt in mijn hart om zélf te beslissen, alles in eigen handen te willen houden. Hoe leer ik onze kinderen te leven tot eer van U, als ik zelf steeds mijn eigen eer zoek? Ik zie hoe onze kinderen niet anders zijn dan hun ouders. We zien het al bij de allerkleinsten: ‘Ikke zelf doen!’ Onze drie-jarige zei het laatst heel eerlijk: “Als jij nee zegt, mam, dan wil ik dat tóch.”
Een huis voor de Heere
Ouders zijn hun (voor de kinderen) beste onderwijzers, of zouden dat moeten zijn. Salomo’s vader was zijn leermeester (Spreuken 4:3 en 4) en hij vergat nooit de lessen die zijn moeder hem had geleerd (Spreuken 31:1). (Uit: Matthew Henry, Een huis voor de Heere).
Bemoedigd én aangespoord werd ik door dit boek. Matthew Henry moedigt ons aan om van ons huis een kleine gemeente te maken (hoe actueel in deze tijd, waarin we niet als gemeente samen kunnen zijn!), waarom dit onze plicht is, hoe we dit vorm kunnen geven en welke rijke belofte we mogen verwachten wanneer we onze kinderen voorleven in afhankelijkheid van God.
Wanneer we samen bidden, op welk moment dan ook. Wanneer we tijdens een wandeling ons verwonderen over Gods schepping. Wanneer er een mooi gesprek ontstaat tijdens het eten. Wanneer we toeleven naar Pinksteren, door een boek, een kijktafel, een kleurplaat, een opdracht, of hoe je er dan ook vorm aan geeft. Wanneer we samen zingen: ‘Neem mijn leven, laat het Heer, toegewijd zijn aan Uw eer!’.
Ik smeek u: Maak een serieuze zaak van uw huisgodsdienst en geen bijzaak. Laat het uw vreugde en vermaak zijn, geen plicht of geestdodend werk. Plan uw zaken zo dat de meest geschikte tijd zowel ’s morgens als ’s avonds bestemd zal zijn voor de huisgodsdienst, zodat u daarvoor niet onbekwaam zult zijn of daarin gestoord of beperkt zult worden. (…) U hoeft niet lang aan te houden, maar u moet wél vurig zijn, ‘niet traag in het benaarstigen’. Het gaat immers om God en uw ziel. Maar ‘zijt vurig van geest. Dient de Heere’ (Rom.12:11). (Uit: Matthew Henry, Een huis voor de Heere).
Ik zou veel kunnen citeren uit dit mooie boek met zóveel aanwijzingen en bemoedigingen om ons belangrijke werk van huisgodsdienst te beginnen, te vernieuwen en er (opnieuw) vreugde in te vinden. Wanneer je je kleuter voorleest uit de kinderbijbel, wanneer je samen een Bijbeltekst aanleert, wanneer je op internet zoekt naar invulling voor je Bijbelmoment, bedenk dan: niet het vele is goed, maar het goede is veel.
Moeders hebben een heel goede gelegenheid om hun kinderen als ze nog jong zijn, goede kennis in te prenten en een goede vorming te geven. Als de boom gebogen moet worden, moet dat gebeuren als deze jong en teer is en met zeer zachte hand. De geest moet immers niet gebroken, maar gebogen worden. (Uit: Matthew Henry, Een huis voor de Heere).
Ik vind het geen makkelijke taak, het vormen en buigen van onze jonge twijgjes. Ze komen voort uit een harde boom, die zijn wortels diep in de aarde heeft geworteld en niet zo makkelijk te buigen is. En toch wil de Heere ouders gebruiken om onze kinderen te brengen in Zijn Koninkrijk en geeft Hij ons Zijn Woord vol rijke beloftes. Deze week las ik in Psalm 115: ‘Hij zal zegenen, die den HEERE vrezen, de kleinen met de groten. De HEERE zal den zegen over ulieden vermeerderen, over ulieden en over uw kinderen.’ Laten we omhoog kijken en Zijn hulp verwachten. Het is bijna Pinksteren!
Kom, Geest des Heeren, kom.
Schenk ons Uw stralend licht,
Verdrijf het duister van ons hart,
Geef ons het ware zicht.
Versterk ons zwak geloof,
Neem weg d’ onzekerheid.
Ontsteek in ons gemoed de vlam
Van liefde voor altijd.
Toon Hem die ons bemint,
Die heerst in heerlijkheid.
De Vredevorst, in ’t strijden groot,
De God der eeuwigheid.
Verheug ons matte hart,
O Trooster uit Gods Troon.
Dat wij in ootmoed en in hoop,
Ons buigen voor de Zoon.
Ontdek ons aan ons kwaad,
Leid ons tot Jezus’ bloed.
En toon aan ons verwonderd oog
Gods liefde groot en goed.
Dag Andrea!
In de mooie blog staat Uw wil geschiedde. Dat moet zijn ‘Uw wil geschiede’. Het is een wensvorm: je bidt en vraagt of Gods wil mag gebeuren.
Hoi Andrea,
Heb jij het gedicht geschreven? Mag ik het overschrijven in mijn schriftje (met jou naam en deze website eronder) zodat ik hem kan lezen en leren?
Groetjes Elise
Hoi Elise,
Het is een lied 🙂 Het is geschreven door J. Hart en staat o.a. in ‘Tot Zijn eer’, de liedbundel van de JBGG.
Mooi idee om het over te schrijven en te leren!
Groetjes, Andrea
Bedankt
Heel mooi Andrea, dankjewel!