Wat een weer! Het is donker en nat en de regen komt met bakken uit de lucht. De bomen laten hun prachtige blad vallen. De steeds naaktere takken lijken het jaar 2020 perfect te illustreren. Een jaar van verlies.
We moesten allemaal (in meer of mindere mate) loslaten dit jaar.
Je plannen.
Je dromen.
Je financiële zekerheid.
De kerkdiensten.
Je vrijwilligerswerk.
Je taak in de gemeente.
Het vieren van verjaardagen.
Je vrijheid.
Een geliefde zelfs misschien.
Elke keer wéér meer inleveren. Elke keer wéér loslaten, schakelen, accepteren dat het niet anders is. Ook al gaat het misschien niet over grote dingen, je kunt er na zoveel maanden toch behoorlijk moe van worden. Ik geloof dat ik om die reden dit jaar liever wilde dat het zomer bleef. De herfst laat zo duidelijk zien wat we eigenlijk niet willen weten: dat dit het leven is.
Geen reden
Valt er wel iets te danken in 2020? Als er zo weinig vrucht gezien wordt in je leven, als je vooral tegenslag en gebrokenheid ervaart, kun je dan dankdag houden? Als je je vader verloor, of je kind, is er dan ruimte voor dankdag in je hoofd en in je hart?
Wat valt er te danken tussen het gevallen blad?
Laten we het vragen aan Habakuk. Want wat doet hij, als alles verloren lijkt?
Alhoewel de vijgeboom niet bloeien zal,
en geen vrucht aan den wijnstok zijn zal,
dat het werk des olijfbooms liegen zal,
en de velden geen spijze voortbrengen;
dat men de kudde uit de kooi afscheuren zal,
en dat er geen rund in de stallingen wezen zal;
Zo zal ik nochtans in den HEERE van vreugde opspringen,
ik zal mij verheugen in den God mijns heils.
De Heere HEERE is mijn Sterkte;
en Hij zal mijn voeten maken als der hinden,
en Hij zal mij doen treden op mijn hoogten.
(Habakuk 3: 17-19).
Vreugde in Hem
Habakuks vreugde lag niet in de omstandigheden. Niet in de rijpe vruchten, niet in de volle stallen, niet in de rijke oogst. Niet in zijn inkomen of behaalde resultaten. Hij kon het allemaal loslaten, omdat hij het Licht zag doorbreken in de duisternis.
Ik zal mij verheugen in de God mijns heils. Als we onze vreugde in Hem mogen vinden, dan zal ons aan niets ontbreken.
De Heere HEERE is mijn Sterkte. Hij, de trouwe God van het verbond, blijft voor altijd Dezelfde. Zolang er leven is, is er een volheid van genade bij Hem, door het offer van Zijn Zoon, de Heere Jezus, voor de grootste van de zondaren.
Hij zal mijn voeten maken als der hinden en Hij zal mij doen treden op mijn hoogten. Kunnen wij dat vertrouwend nazeggen? Dat de Heere altijd, wat er ook gebeurt, voor ons zorgt?
God is ons een Toevlucht en Sterkte; Hij is krachtelijk bevonden een Hulp in benauwdheden. Daarom zullen wij niet vrezen, al veranderde de aarde haar plaats, en al werden de bergen verzet in het hart der zeeën (Psalm 46: 2, 3).
De weg van het tarwegraan
Habakuk zag het Licht, dat later Zelf sprak: Ik ben het licht der wereld; die Mij volgt, zal in de duisternis niet wandelen, maar zal het licht des levens hebben (Joh. 8:12).
Die Mij volgt… Dat is de voorwaarde. Wie in Zijn voetspoor gaat, achter Hem aan, zal niet in de duisternis wandelen, maar in het licht.
Zijn voetspoor gaat niet over een makkelijke weg. Zijn spoor loopt van de kribbe naar het kruis. Op die weg moeten we loslaten wat we als mensen het allermoeilijkste vinden: onszelf. Ons volkomen overgeven aan Hem die het Licht der wereld is. Ik kan dat niet. Alles in mij roept dat ik mezelf moet handhaven, onafhankelijk wil zijn, mezelf wil helpen. Maar Zijn voetspoor volgen, betekent de weg van het vallend blad, de weg van het tarwegraan gaan: in de aarde vallen en sterven.
Genoeg te danken
Laten we eens kijken wat er wél is om dankbaar voor te zijn. Wat is het een onvoorstelbaar voorrecht om het Woord te hebben. Als we de Bijbel niet in onze eigen taal gekregen hadden, hadden deze woorden niet geklonken in ons huis, in ons hart, tijdens deze donkere dagen.
En we hoeven maar om ons heen te kijken in de wereld, of de dankpunten voor deze dankdag vormen al snel een lange, lange lijst van voorrechten.
- Dat we de Bijbel hebben, Gods eigen Woord.
- Dat we niet hoeven te vrezen voor ons leven door oorlog over onderdrukking.
- Dat onze kinderen naar school kunnen, of thuis hun lessen volgen, en niet als slaven worden uitgebuit.
- Dat er elke dag eten in overvloed is.
- Dat we een veilig huis hebben om in te wonen (al is het misschien niet zo groot of luxe of ruim als we zouden willen) en niet in een tent bivakkeren in een vluchtelingenkamp.
- Dat we het Evangelie kennen en mogen horen en tegen onszelf mogen vertellen, elke dag opnieuw.
- Dat we weten dat er een God is die het gebed wil horen van ‘wie dag en nacht tot Hem roepen’ (Lukas 18:7).
En dan nog al die kleine dankpunten. Een zonnestraal, familie, goede vrienden, samenzijn in het klein. Genoeg luiers, een wasmachine, vrije tijd. Zoveel, zóveel om voor te danken.
Het is niet gewoon
Ik denk aan een deel van de wereld waar nog bijna niemand gehoord heeft van de enige Weg tot zaligheid, Jezus Christus.
Waar geen lokale kerk is.
Ik denk aan een deel van de wereld waar grootmachten hun ruzies uitvechten met alles verwoestende bommen over een lijdend volk.
Waar chaos heerst.
Ik denk aan een deel van de wereld waar kinderen sterven van honger. De uitgeteerde lijfjes op de foto’s die soms de krant bereiken doen mij huiverend verder bladeren.
Het Arabisch Schiereiland is zo’n deel van de wereld. Een vergeten deel. Letterlijk en geestelijk woestijnland. Een door God verlaten deel van de wereld?
Elke ochtend als het in Nederland nog donker is, gaat de zon op over Arabië. En zegt de Heere het niet Zelf:
Zijn naam zal zijn tot in eeuwigheid; zolang als er de zon is, zal zijn naam van kind tot kind voortgeplant worden; en zij zullen in hem gezegend worden; alle heidenen zullen hem welgelukzalig roemen (Psalm 72:17).
Oogsttijd
In de herfst valt het goudgele blad en we zien het met teleurstelling gebeuren. Maar na een winter lang kale takken, is er ruimte voor nieuw leven. Groene blaadjes, nieuwe knoppen zullen gaan verschijnen. De lente komt! Ik weet niet of het nieuwe leven van deze wereld nog gezien zal worden in de tijd. Maar de Heere Jezus heeft het al gezegd:
Zegt gijlieden niet: Het zijn nog vier maanden, en dan komt de oogst? Ziet, Ik zeg u: Heft uw ogen op en aanschouwt de landen; want zij zijn alrede wit om te oogsten (Johannes 4:35).
Laten we deze dankdag dus verder kijken dan ons eigen kleine leed. Laten we ons grote leed (opnieuw) bij de Heere brengen. Laten we onze zegeningen tellen. Laten we de Heere bidden om Zijn doorbrekend werk over deze hele aarde. En laten we uitdelen van wat we gekregen hebben. Het is tijd om te oogsten!
Hoe kun je samen met je gezin stilstaan bij de wereldoogst? De Elke Dag Nieuw adventkalender vertelt dit jaar het verhaal van twee kinderen op het Arabisch Schiereiland. Door dit vervolgverhaal voor de adventstijd (en de bijbehorende Bijbelvragen m.b.t. advent, psalmen en opdrachten) leer je samen met je kinderen meer over Gods werk in Arabië, een onbekend deel van de wereld. Je kunt de adventkalender bestellen door hier een gift te geven die 100% ten goede komt aan dit werk.
Dankdag in een jaar van verlies
Ook 2020 is dus een jaar om te danken.
- Omdat de ware vreugde alleen in de Heere te vinden is en Hij is onveranderlijk.
- Omdat er zoveel zegeningen over zijn, naast alle moeite, zorg en verdriet.
- Omdat er mensen op deze wereld zijn die zoveel moeten missen van wat wij (nog steeds) vanzelfsprekend vinden.
- Omdat het tijd is om te oogsten en uit te delen.
Ik wens je een goede dankdag toe!
Ook goed om te denken aan al die chronisch lichamelijk of psychische zieken die al jaren niet naar verjaardagen, de kerk en noem maar op kunnen. Wat worden ze vaak vergeten… Mooi artikel!
Hoi Elise,
Mooi artikel!
Mijn oudste dochter zit in groep 1. Is deze kalender voor haar geschikt denk je ? Vorig jaar heb ik het boekje met kalender uit den afgehouwen tronk v Isai gebruikt. Dit snapte ze erg goed. Ik hoor graag van je.
Groetjes Judy