Het is wéér zover. Onze sleutelbos is spoorloos kwijt. En ik moet over vijf minuten met de auto weg. Het lijkt alsof sleutels bij ons pootjes hebben en zo zelf hun weg vinden naar verborgen, onvindbare plekjes in ons huis. Vooral op momenten dat er veel druk op de ketel zit, lijkt de vergeetachtigheid bij ons toe te nemen. Met als gevolg dat wij vaak een zoektocht moeten uitzetten van de wc naar de douche en van de woonkamer naar de tuin. Soms in eerste instantie zonder resultaat zodat het klokje makkelijk twee of drie keer een kwartier verder tikt. Wat een verloren tijd. Totdat gelukkig uiteindelijk het verlossende woord klinkt: ‘Gevonden!’ In de auto zelf. Hoe is het mogelijk.
Zoeken tot we vinden?
Als ik op internet rondstruin ben ik niet de enige die tegen dit fenomeen aanloopt. Dat geeft me wat hoop. De harde feiten zijn zelfs dat wij gemiddeld negen voorwerpen per dag verliezen. Het lijkt alsof het een ziekte is die over te dragen kan worden van ouders op kinderen. Die kunnen er ook wat van. Het lijkt als of ze hun best doen om spullen kwijt te raken. Als één van ons stel net een stoere aankoop heeft gedaan van al zijn bij elkaar geraapte centen verwacht ik dat hij daar heel zuinig op is. Maar nee, toch niet. De volgende dag komt hij verlegen naar me toe: ‘Mam, waar is toch mijn bestuurbare auto gebleven. Ik kan hem nergens vinden.’ Mijn eerste reactie: ‘Wees er nou zuinig op! Dan raak je iets niet zo snel kwijt’. Maar daar is hij niet mee tevreden. Ik moet net zolang (mee)zoeken totdat de auto weer gevonden is.
Dit geldt soms ook voor lieve knuffels. Het komt meer dan eens voor dat mijn jongste graag naar bed wil, maar we een groot probleem blijken te hebben: Zijn twee knuffeltjes zijn spoorloos. Ik heb het al zo vaak gezegd: ‘laat ze toch lekker in bed liggen’! Maar nee, als hij moe is moéten zijn knuffeltjes binnen zijn comfortzone aanwezig zijn. Alleen wanneer hij weer even opgeladen is neemt hij afscheid van zijn knuffels en…. worden ze overal en nergens gedumpt. En weet die dumpplekjes maar eens te vinden. Dit kost me soms meer energie dan ik lijk te hebben. Drie keer naar boven en beneden gelopen, vijf keer op dezelfde plek gekeken en uiteindelijk weet hij zelf waar ze zijn. ‘Ze liggen te slapen onder de tuinkussens.’ Dan krijg je toch weer een glimlach op je gezicht. Gelukkig dat deze knuffels uitgerust zijn voordat hij naar bed mag.
Ben jij een zoeker?
Wat een lessen zitten er in voor ons geestelijk leven. We zoeken tot we vinden. Ja, toch? Door de zondeval zijn we God kwijtgeraakt en gaat het maar al te vaak om onszelf en om alles van deze aarde. Daar is ons hart vol van. We zijn uit onszelf niet op zoek naar iets wat we missen. Maar als je gaat ervaren dat je God mist, dan wordt je onrustig en vind je hier op aarde geen geluk meer. Je voelt steeds meer hoe zondig je bent.
Vaak denken we eerst zelf nog wel iets toe te kunnen voegen aan onze zaligheid. Dat kan een hele optelsom worden: Ik bid, ik lees, ik ga trouw naar de kerk, ik leef netjes… ik.. ik… Maar… al onze gerechtigheden zijn voor Hem als een wegwerpelijk kleed! Dan wordt het geen optelsom maar een aftelsom: ik word alleen nog maar steeds armer en ongelukkiger. Uiteindelijk blijft er niets meer van mijzelf over wat mij kan redden. Ik heb verdiend om voor eeuwig verloren te gaan. Wat een wonder dat Gods Woord hier geen punt zet. Dan was er geen redding mogelijk. Maar Hij zoekt verlorenen. We moeten leren als een arme zondares tot Christus te komen. Hij roept het je toe: ‘Zie hier ben Ik, zie, hier ben Ik.’ Wat een woord vol troost! Ware zoekers… wórden vinders!
Ware zoekers… wórden vinders!
Laat de Heere Zich nog vinden? Ja, zeker! Anders stonden er niet zoveel bemoedigingen in Gods Woord. Houd aan, grijpt moed… Uw ziel zal leven! De Heere werkt op verschillende manieren. Soms geleidelijk, soms heel duidelijk. Maar wat iedereen leert beleven is: ‘Ik was verloren, maar ben gevonden!’ Dan kan je je geluk niet op. Wie Hij wil zijn voor een arme zondares, daar zijn geen woorden voor. Sterker nog: dat wonder van Zijn opzoekende zondaarsliefde wordt steeds groter! Dat Hij wil omzien, ook naar vrouwen, die elke dag weer ervaren in alles tekort te schieten. Maar juist dat wekt aan de andere kant het verlangen op om Christus meer gelijkvormig te mogen worden. Hij moet wassen, en ik minder worden. Dan blijft dat je levenslange uitzien: Een zoektocht naar nog meer genade en kennis van Christus. Maak mij Uw beeld gelijk!
Mag ik je nog één advies van de apostel Paulus doorgeven:
Zoekt daarom de dingen die boven zijn, waar Christus is (Kol. 3:1).
Waar ben jij naar op zoek?
Dit blogartikel werd geschreven door Abigaïl Janse. Meer weten over Abigaïl? Ze stelt zich hier aan je voor.
–
Eline zegt
Dank je Abigaïl!
” Hij moet wassen, ik minder worden.”
Zo hoopvol! Er hoeft niets van ons bij.
Dan wordt het een zoeken naar lege handen, omdat we nog wat mee willen brengen. Ja toch?
Jacolien zegt
Mooi stukje.
Anna zegt
Zo waar! Wat hebben we dan een rijke Verbondsgod die ook onze kinderen kan en wil bekeren.