Ga naar de inhoud

Sorry! door de ogen van een kind

sorry-door-ogen-kind_tree-forest-grass-outdoor-person-fence-922807-pxhere

Hallo, ik ben Juul.
Ik woon in ons huis samen met mijn papa, mama, broer en zus.
Vandaag ben ik naar school geweest.
Nu ben ik thuis en speel ik in de kamer.
Ik maak een huis en een tuin, net als die van ons.
Niet echt hoor, gewoon voor de nep.
Met blokken en Playmobil.
En kleine poppetjes.
Ze lijken een klein beetje op ons.
Er is een meisje met een bruine staart, die lijkt op mijn zus.
Er is een jongetje met een groene trui, die lijkt op mijn broer.
Er is ook een meisje met gele haren, die lijkt op mij.
Blond, zegt mama altijd, maar ik noem het gewoon geel.

Vandaag spelen de poppetjes in de tuin.
De papa en mama zet ik binnen, in het huis.
Ze vinden het koud buiten, net als echte papa’s en mama’s.
Die spelen niet buiten in de zandbak.
Ze wérken wel in de tuin soms, dat wel.
Papa maakt een nieuwe tuin, heeft hij gezegd.
Met nieuwe stenen en nieuwe plantjes.
Misschien mag ik een aardbeienplantje, zei mama.
Dat hoop ik. Dan heb ik een moestuin.
Mijn broer wil graag sla.
Maar aardbeien zijn veel lekkerder.
Hij wil ook bloemen in zijn tuintje.
Maar mama zei: eerst de stenen in de tuin.
Dan kijken we verder.

Soms maak ik ruzie met mijn broer. Of met mijn zus.
Over welke plantjes er in onze tuin mogen.
Of over andere dingen.
Mama vindt ruzie maken niet goed.
Soms zucht ze ervan.
En ze kijkt helemaal niet blij.
Maar ik vergeet het soms.
Ik vergeet dat ruzie maken niet lief is.
Het is dan gewoon even uit mijn hoofd gegaan.

Geeft niks, zegt mama dan.
Maar je moet het wel goedmaken.

Mama snapt het wel, dat ik het soms vergeet.
Ze vergeet het zelf ook weleens.
Dan heeft ze rimpels boven haar ogen.
En ze moppert. Of ze kijkt een beetje boos.
Papa en mama maken geen ruzie zoals ik hoor.
Ze slaan elkaar niet.
Ze trekken ook niet aan elkaars haren.
Ze steken hun tong niet uit naar elkaar.
Dat doen papa’s en mama’s niet.
Dat doen alleen kinderen.
Papa’s en mama’s praten met elkaar.
Ze zeggen dan: ik ben het niet met je eens.
Of: luister je wel?

Mama zegt dan: we maken geen ruzie, we doen een verschil.
Of zoiets.
Een moeilijk woord.
Ik weet niet wat dat betekent.
Maar ze zijn niet helemaal blij.
Dat zie ik aan hun ogen.

Als ik het goed moet maken, zegt mama altijd:
Kijk elkaar eens aan.
Soms ben ik te boos, dan wil ik dat niet.
Maar soms kijk ik in de ogen van mijn zus.
Ze zijn donkerbruin. En ze glimmen.
Net als mijn mooie schoenen.
Dan word ik vanzelf weer blij.
Als ik heel goed kijk, moet ik lachen.
Weet je waarom?
De ogen van mijn zus en broer zijn net een spiegel.
Als ik goed kijk, zie ik mezelf.
Dat is grappig hè?

Ik denk dat papa en mama ook in elkaars ogen kijken.
Want soms zijn ze boos.
En even later niet meer.
Oké, zeggen ze dan, het is al goed.
Of: sorry, je hebt gelijk.
Ik denk dat papa en mama dat ook hebben geleerd.
Van hun eigen papa en mama.
Toen ze nog een kindje waren.
Net als ik.

Soms knuffelen ze elkaar.
En dan zeggen ze iets liefs.
Dat vind ik zó leuk!
Dan ga ik gauw naar ze toe en knuffel hun benen.
Ze aaien mij dan over mijn hoofd.
Dan word ik heel blij.

Nu ga ik verder met de poppetjes.
Van het Playmobilhuis.
De kinderen hebben in de tuin gespeeld.
Ze hebben een moestuin gemaakt.
Met aardbeienplantjes.
En sla.
En bloemen.
Nu moeten ze in bad.
En de mama moet in de keuken.
En de papa helpt de kinderen.

Ik vind ze lief, de poppetjes.
De papa lijkt op mijn papa, hij heeft bruin haar.
De mama lijkt op mijn mama, ze heeft een rode jurk.
Maar mijn échte papa en mama zijn het meeste lief.
Het allerveelste lief.
Als ze knuffelen.
Én als ze rimpels boven hun ogen hebben.

Ze zijn de superdeliefste papa en mama van de hele wereld.

Reacties

6 reacties op “Sorry! door de ogen van een kind”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Verder lezen

Je gaat naar de webshop