Ga naar de inhoud

Je bent nodig, in de refobubbel

DSCF5772-scaled

Heerlijk, zomervakantie! Er even tussenuit. Dat is wat we zeggen tegen elkaar als we vragen naar de plannen. ‘Heerlijk hoor, even helemaal weg.’ Blijkbaar hebben we daar behoefte aan. We willen af en toe onze dagelijkse sleur doorbreken en nieuwe ervaringen opdoen. Een andere cultuur opsnuiven. En de vraag is dan; waar wil je dan zo graag ‘tussenuit’? De meesten van ons zullen het heerlijk vinden dat die agenda leeg is. Geen clubjes, koren, huiswerk en muzieklessen. Geen vergaderingen van de kerk, drukte op je werk. Maar die periode van ‘relatieve rust’ kun je in de kerstvakantie ook hebben. Wat geeft dan die zomervakantie die extra dimensie? Misschien ben ik hierin de enige hoor, maar volgens mij heeft het er ook wel mee te maken dat we even uit ons ‘sociale bubbel’ kunnen stappen. 

Refobubbel

Die term is een overblijfsel uit corona tijd. Onder de ‘sociale bubbel’ vielen toen mensen die nog net wel op bezoek konden komen. Maar laten we het wat breder trekken. De bubbel kan ook je kerkelijke gemeente zijn, of het dorp waarin je woont. Misschien woon jij net als ik in een plaats op de Biblebelt. En kom je, net als ik, in de supermarkt, op het schoolplein, in de kerk en op straat steeds dezelfde mensen tegen. Dat is heel gezellig, maar soms kan het zomaar opeens je een beetje benauwen. Heb je behoefte aan ruimte, letterlijk en figuurlijk. Wil je er gewoon even ´tussenuit´. En de zomervakantie is voor velen de periode bij uitstek om dat te doen. Je mag en kan letterlijk of figuurlijk even afstand nemen. En dat is heel gezond. Want door afstand te nemen, kun je vaak pas zien wat je hebt en waar je staat, juist ook binnen die bubbel. 

Geen goud

We hebben namelijk ‘goud in handen’, zoals Andries Knevel dat een tijdje geleden betoogde. En dat intrigeerde mij. Wat is dat goud dan? En hoe kunnen we het benutten? 

Want dat er genoeg niet-goud is, weten we ook. Er is genoeg negatiefs te zeggen over onze ‘refo-bubbel’. En dat we zelfs in een museum belanden, zegt ook wel iets over hoe er tegen ons aangekeken wordt. Er worden podcast series over gemaakt, opinieartikelen geschreven en onderzoeken gedaan. We zijn een bijzonder soort mensen, een unieke gemeenschap aan het worden. De enige zuil die nog overeind staat. Maar, wat wordt er dan gezien van die refozuil? Wat zijn de kenmerken? In een van de series die ik beluisterde, kwam tot mijn schaamte in een van de eerste afleveringen al gelijk het ‘materialisme’ aan bod. Er zit blijkbaar veel geld in ‘onze kringen’. Een ander artikel ging over het grote verschil tussen de belijdenis op de zondag en de levenspraktijk op de maandag. En het is schrijnend dat er zoveel jongens en meiden ‘los gelaten’ worden met de gedachte dat het vast wel een keer goed zal komen, omdat het met de ouders ook ‘goed’ gekomen is. Er is veel om het hoofd om te buigen en voor te bidden. Ook als je eerlijk kunt zeggen dat geen van bovenstaande kenmerken op jou van toepassing zijn. Want de meesten van ons, hebben een plaats in die zuil. Je hoort er gewoon bij. En ook naar jou en mij wordt er gekeken. 

Goud in handen

Even naar dat goud. Waar zit dat? Volgens Knevel zit het deels in onze jongeren. Niet zozeer in henzelf, maar in hun aanwezigheid in de gemeente en de kerk. Wij ‘hebben’ ze nog, die jongeren. In veel kerken in Nederland ontbreekt de groep tieners en twintigers. Ze komen niet meer, zijn afgehaakt. In de meeste refo-kerken zitten ze nog wel. Misschien met een norse houding, omdat het ‘moest’, maar ze zijn er, komen onder het Woord. Jongeren hebben veelal de mogelijkheid om elkaar te ontmoeten en elkaar vast te houden. Er zijn activiteiten, ze ontmoeten elkaar op de club, school en in de kerk. Dat is ontzettend waardevol. Zeker in een leeftijdsfase waarin de meesten erg beïnvloedbaar zijn. 

Dat maakt de zuil zo sterk. We zijn met heel veel en kunnen ons leven binnen de zuil nog vormgeven. We hebben tradities, waar we aan vasthouden en veel ongeschreven regels en gedragscodes. En ja, natuurlijk schoppen de pubers daar wel tegen, maar toch..

Gevaarlijk 

En tegelijk, wat is dat gevaarlijk! Als dit alles zou zijn, ben ik bang dat het niet zo waardevol is als het lijkt. Want zolang jongeren en ouderen alleen leren wat de ‘gedragscodes’ zijn, wat is het dan een lege huls! Dan is het niet meer dan een heel dun laagje bladgoud. En wees eerlijk, ook dat zie je om je heen. Hoe veilig en eenduidig is die refowereld eigenlijk voor onze jongeren? Want hoe houd je stand als jij ergens niet in mee wilt gaan, maar al je vrienden die eveneens zondag in een refokerk zitten, mogen het wel? Met schijnheiligheid en poppenkast? Want als er niet meer is dan het laagje bladgoud, blijft er weinig over als het er op aan komt. 

Je bent nodig!

En daarmee kom ik op mijn punt: We hebben jou nodig! Jij, gewone moeder, binnen de zuil. Een moeder die haarfijn weet wat het betekent om een refomeisje te zijn. Die weet welke nuances er binnen de gemeenschap, die voor de buitenwereld zo eenduidig kan lijken, zijn. Jij die je kinderen opvoedt binnen die relatief beschermde omgeving. Je bent nodig. Neem je plaats maar in. 

Want Knevel noemde gelukkig nog meer. Hij wijst erop dat onze jongeren en kinderen het zo ontzettend nodig hebben om te zien wat geloven in de praktijk betekent. Ze hebben het zo nodig dat er mensen in hun omgeving zijn die hen eenvoudig kunnen uitleggen hoe de Heere werkt. Ze moeten voorbeelden zien van levend geloof. En te horen krijgen dat de Heere ook in hen wil werken. 

Wil je het daarom doorgeven? Ook dat zoeken en verlangen van je. Ook dat niet altijd zo zeker weten? Wil jij je plaats innemen?  

In de eerste plaats in je gezin. Misschien heb je op dit moment de mogelijkheden niet om andere taken op je te nemen. Deel dan uit op die plaats. Laat vriendjes die over de vloer komen maar proeven dat in jullie huis geldt: Ik en mijn huis, wij zullen de Heere dienen. Maar ook in je gesprekken met andere moeders en binnen je familiekring. Dat is echt niet altijd zo eenvoudig. Een predikant zei eens: ´Van je eigen mensen heb je het soms het zwaarst te verduren.´  

En als je kunt, ga dan op de bres staan. Neem je positie in. Er wordt een beroep op je gedaan. Misschien wel heel concreet in de afgelopen tijd. Misschien indirect. Maar het wordt tijd…dat we onze plaats innemen. De vanzelfsprekendheid waarmee onze ouders zich in de bubbel begaven verdwijnt. En dat kan een zegen zijn. Want we worden gedwongen om na te denken over dat we er echt nog toe doet. Klamp je niet vast aan uiterlijke schijn zekerheden. Met bladgoud red je het niet. Maar sta op, zoek naar de inhoud, het Fundament dat blijft en deel ervan op de plaats die je gegeven is. 

Hoe dan? Misschien kunnen de volgende punten ons helpen.  

  • We maken onderdeel uit van een unieke gemeenschap. Dat is iets om enerzijds dankbaar voor te zijn. Nergens op de wereld zijn er zoveel mensen die met elkaar een groep vormen en over het algemeen eenzelfde manier van leven, gegrond op de Bijbel er op nahouden. We hebben onze eigen scholen, verenigingen, tijdschriften, krant en noem maar op. 
  • Laten we anderzijds maar heel bescheiden blijven. We zijn niet de enige christenen in de wereld. De Kerk is wereldwijd. En gelukkig hangt het allemaal niet af van die half miljoen refo´s in Nederland. We hebben genoeg om tot onszelf in te keren, schuld te belijden en dingen te veranderen. 
  • Kijk verder dan de refozuil. Het is ontzettend leerzaam om kennis te nemen van hoe christenen wereldwijd leven. Maar evengoed om van je buren te horen hoe zij in het leven staan en welke overtuigingen hen in het leven drijven. Laat ook je kinderen eens wat verder kijken dan alleen de eigen bubbel. Ze komen daar hoe dan een keer achter. Praat erover zonder alles gelijk te veroordelen wat een beetje ´anders is dan we gewend zijn´. En wees maar niet te bang dat ze met vragen komen over tradities en gewoontes. Durf maar eerlijk te zijn, toe te geven dat er wat betreft uiterlijke vormen ook andere manieren zijn. Maar leg maar uit wat je drijft en waarom we ons soms ook voegen binnen de cultuur waarin we nu eenmaal leven.  
  • Laten we dienen in ons eigen bescheiden kringetje. Misschien ken je ook wel het verlangen om grote dingen te mogen doen in Gods Koninkrijk. Maar waar moet je dan beginnen? De discipelen werden geroepen om getuigen te zijn. En waar moesten ze starten? In Jeruzalem. Daarna in Judea en Samaria en als laatste pas tot het uiterste van de aarde! Maar gij zult ontvangen de kracht des Heiligen Geestes, Die over u komen zal; en gij zult Mijn getuigen zijn, zo te Jeruzalem, als in geheel Judea en Samaria, en tot aan het uiterste der aarde (Handelingen 1:8).

Zo ging het ook bij de Gadareense bezetene. Na zijn wonderlijke genezing, wil hij niets liever dan Jezus volgen. Dat lijkt toch een heel mooi en goed verlangen. Maar Jezus draagt hem op om naar huis te gaan. Ga heen naar uw huis tot de uwen, en boodschap hun wat grote dingen de Heere u gedaan heeft, en hoe Hij Zich uwer ontfermd heeft (Markus 5:19).

  • Laten we elkaar niet zo de maat nemen. Jij weet waarschijnlijk net zo goed als ik welke nuances er nog binnen de refobubbel zijn. Er kunnen onderling nog zoveel verschillen zijn. En de een doet het net weer anders dan de ander. En voor je het weet ligt er een grote meetlat waarlangs onszelf en elkaar steeds weer leggen. En dat is funest. Als we elkaar op uiterlijkheden gaan be- en veroordelen. Wie voldoet dan nog aan de norm? En door wie laten we deze dan bepalen? Er is maar een norm in onze verhouding tot elkaar, zoals het staat in Galaten 5: 14,15: Want de gehele wet wordt in een woord vervuld, namelijk in dit: Gij zult uw naaste liefhebben, gelijk uzelven. Maar indien gij elkander bijt en vereet, ziet toe, dat gij van elkander niet verteerd wordt.
  • God dienen vraagt offers. Op welke plaats dat dan ook is. Zelfverloochening hoort bij een christen. Dus ook binnen je eigen cultuur, die enerzijds zo vertrouwd lijkt, kan het soms vragen om aanpassen. In liefde voor je naaste. In Romeinen 14 gaat het erover dat er altijd onderlinge verschillen zullen blijven. De een houdt zich nog wel aan bijzondere feestdagen, of de spijswetten, de ander niet. Hoeveel kost het je om iets te laten waarmee je een ander aan het wankelen zou brengen? Als het de bediening verhindert, is het het niet waard om aan vast te houden.
    Laat ons dan elkander niet meer oordelen; maar oordeelt dit liever, namelijk dat gij den broeder geen aanstoot of ergernis geeft.
    Om bovenstaande twee punten in evenwicht te houden, kan best een zoektocht zijn. Maar praat met elkaar, deel, heb lief.

Fundament

Maar hoe betrokken je ook bent, je uiterste best doet, veel mag betekenen binnen de bubbel, het is niets waard als het geen fundament heeft. De refobubbel heeft in zichzelf geen goud in handen. Dat geloof ik niet. Maar, we mogen bouwen op Het Fundament, Jezus Christus. Daar moeten we allemaal naartoe. Laten we elkaar daar vinden. In de kern van ons geloof. En het is mijn hartelijke wens en gebed dat dit ook de kern zal zijn van onze refobubbel. En of deze dan nog bestaat over twintig jaar?  Wie zal het zeggen? Voor nu is het voor de meesten van ons de plek waarbinnen we onze kinderen mogen opvoeden. Een plek die we niet kunnen ´bouwen´ op grond van tradities en waarden van onze ouders. Maar wel een veilige plek waarbinnen ze mogen zien wat geloven betekent. En als we bouwen op dat enige Fundament, dan ontstaat er een Kerk en een Koninkrijk dat niet kan omvallen. Op een dag zal blijken wat we hebben gedaan met het deel dat aan ons werd toevertrouwd. 

Want niemand kan een ander fundament leggen dan hetgeen gelegd is, hetwelk is Christus Jezus. En indien iemand op dit fundamant bouwt goud, zilver, kostelijke stenen, hout, hooi, stoppelen, Eens iegelijks werk zal openbaar worden; want de dag zal het verklaren, dewijsl het door vuur ontdekt wordt, en hoedanig eens iegelijks werk is, zal het vuur beproeven. Zo iemands werk blijft, dat hij daarop gebouwd heeft, die zal loon ontvangen. Zo iemands werk zal verbrand worden, die zal schade lijden; maar zelf zal hij behouden worden, doch alzo als door vuur. 1 Korinthe 3:11-15 

Je doet het niet voor jezelf. Maar je mag met gevouwen handen en gebogen knieën, in alle eenvoud en afhankelijkheid, bouwen op Het Fundament….dat is pas goud. 

Beeld: Mirjam Ordelman

Corma van Setten

Corma van Setten is getrouwd met Jeroen en moeder van drie meisjes (2015, 2017, 2018). Ze woont in ’s Gravenpolder en werkt als leerkracht op de basisschool. Lees verder

Reacties

2 reacties op “Je bent nodig, in de refobubbel”

  1. Moest denken aan dit lied!

    Heer, wat een voorrecht
    om in liefde te gaan,
    schouder aan schouder
    in Uw wijngaard te staan,
    samen te dienen, te zien wie U bent,
    want Uw Woord maakt Uw wegen bekend.

    Refrein:
    Samen op weg gaan, dat is ons gebed,
    als een volk, dat juist daarvoor
    door U apart is gezet.
    Vol van Uw liefde, genade en kracht,
    als een lamp, die nog schijnt in de nacht.

    Samen te strijden in woord en in werk.
    Eén zijn in U, dat alleen maakt ons sterk.
    Delen in vreugde, in zorgen, in pijn,
    als Uw kerk, die waarachtig wil zijn.

  2. Goedenavond,
    Ik bid..
    Kom Heere met U Geest,en laat mij getuigen zijn van u wonderlijke werken…
    Dat ik mag delen over U vaste Fundament.
    In mijn gezin..in de kerk…buren..voorbijgangers..op het werk..waar ik ook ben…
    Tineke

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Verder lezen

Je gaat naar de webshop