De cijfers zijn onvoorstelbaar. De realiteit is afschuwelijk. 1 op de 7 zwangerschappen in Nederland wordt beëindigd. Wat doen wij, die ons christen noemen? We voelen ons machteloos. Abortus is al 37 jaar legaal in Nederland. Daar veranderen wij niets meer aan. We zijn ook een beetje abortus-moe misschien. Raken we gewend aan deze inktzwarte bladzijde in ons wetboek? Raken we gewend aan de moord op meer dan 30.000 kinderen per jaar?
Zij hebben geen stem
Ieder jaar vinden meer dan 30.000 kinderen voor hun geboorte de dood. Niet door honger. Niet door oorlog. Niet door natuurrampen. Niet door ziektes. Meer dan 30.000 Nederlandse kinderen vinden elk jaar de dood door een keuze. Een keuze die soms voor moeders voelt alsof ze geen keus hebben. Er zijn veel redenen die vrouwen tot een abortus doen beslissen. Verkrachtingen, psychische ziektes, tienermoeders, een kindje dat ernstig gehandicapt zal zijn. Maar weet je wat de meest voorkomende redenen zijn voor abortus? ‘Gebrek aan geld’, ‘geen kinderwens’ en ‘compleet gezin’. De baarmoeder is de meest onveilige plaats van Nederland geworden.
Ruim 30.000 kinderlevens per jaar. Dat zijn 120 kinderen per werkdag, een basisschool vol per week. Kinderen die geen keuze hebben. Hun moeder bepaalt dat ze niet mogen leven. Van alle groepen onderdrukte mensen op de wereld krijgen deze ongeboren kinderen de minste steun. Alleen omdat ze nog niet geboren zijn hebben ze geen enkel recht. Ze zijn onzichtbaar. Ze hebben geen stem. Ze kunnen niet voor zichzelf opkomen. En daarom mag een ander beslissen dat ze niet mogen leven.
Feit en gevoel
Ik moet iets bekennen. Als ik lees over organisaties die zich inzetten tegen abortus voel ik soms weerstand vanbinnen. Waken bij een abortuskliniek? Demonstreren? Abortus ‘moord’ noemen? Ik voel me er soms ongemakkelijk bij. Ja, ik verafschuw de abortuspraktijk en ik zou willen dat het stopt, vandaag nog. Dus waarom voel ik dan weerstand bij tegengeluiden? Kan het waar zijn dat we zo beïnvloed zijn door de wereld om ons heen dat we moeite hebben om anderen aan te spreken op hun keuzes? Kan het zijn dat ook wij het ‘recht op eigen keuzes’ hoger achten dan Gods wet, Zijn schepping en Zijn liefde voor mensen?
Er is nog een andere reden. In het maatschappelijk debat en het gesprek in teamposten en koffiekamers wordt een zorgvuldig aangepast vocabulaire gebruikt. We praten over gevoelens van mensen en daar wil iedereen voorzichtig mee zijn. We beseffen dat achter elke keuze voor een abortus een wereld van verdriet schuil kan gaan. We willen mensen geen pijn doen, en terecht.
Daarom wordt een ongeboren kindje in gesprekken over abortus ‘foetus’ of ‘embryo’ genoemd, of zelfs ‘een klompje cellen’.
Daarom wordt er nooit gesproken over het doden van kinderen maar over het afbreken van zwangerschappen.
Maar maakt dat de verschrikkelijke realiteit anders? Om welke reden een zwangerschap ook afgebroken wordt, we kunnen niet heen om het vreselijke feit dat een moeder er daarmee voor kiest haar kindje te doden. Daar denken we liever niet over na. Dat zeggen we liever niet openlijk. Maar het is wel waar.
Elk mens geschapen door God
Waarom is het belangrijk om ons te realiseren dat abortus ‘doden’ is? Omdat we een God dienen die leeft en leven geeft. Hij heeft ons bedacht en gemaakt. Hij geeft ondanks alle zonden en alle ellende die mensen veroorzaken nog steeds nieuw leven. Hij is lankmoedig, zó geduldig. Hij geeft nog steeds nieuw leven omdat Hij wil dat Zijn huis vol wordt. Elk nieuw leven is een zegen. Elke zwangerschap is een teken van Gods genade en van Zijn geduld met de wereld. Wat een wonder!
Daarom is elk kind een cadeau. Elk nieuw leven, vanaf het allereerste begin is een onverdiend geschenk van God. Hij is zuinig op Zijn schepping. In Ezechiël 16 zegt de Heere tegen het volk, dat zelfs zo ver gegaan is dat het kinderoffers bracht aan de afgod Moloch:
Verder hebt gij uw zonen en uw dochters, die gij Mij gebaard had, genomen, en hebt ze dezelven geofferd om te verteren. (Ez. 16: 20) In het volgende vers noemt de Heere hen “Mijn kinderen”.
Kijken we zo naar onze kinderen en naar die 30.000 die jaarlijks niet geboren mogen worden? Als kinderen die van de Heere Zelf zijn, omdat Hij hen bedacht en gemaakt heeft?
Noortje
Afgelopen zaterdag las ik de aangrijpende column van S.D. Post over Veerle, zijn kleindochter. Omdat hij niet op de website van het RD staat plaats ik hier een foto. Ik hoop dat de RD-redactie dat mij niet kwalijk neemt. Zoals je ziet zit er een traan op die krant. Die traan is van mij en kwam vanzelf toen ik las:
‘Soms bekruipt me de gedachte dat er een boze macht is die wil voorkomen dat er kinderen geboren worden op wie God met bijzondere ontferming Zijn ogen slaat, en die zoveel kunnen betekenen voor de onderlinge verbondenheid’.
Ook wij hebben een Veerle in de familie. Bij ons heet ze Noortje en ze werd geboren op 24 mei in het gezin van mijn zus en zwager. Gaat alles makkelijk en vanzelf? Nee, Noortje was al binnen enkele dagen ernstig ziek en nog zijn er zorgen. Maar ze leeft en ze lacht en ze is een bewijs van Gods bijzondere zorg voor zwakke mensen.
Sta op!
Ik las de geschiedenis van de Barmhartige Samaritaan weer eens voor uit de kinderbijbel. Die arme man: beroofd, gewond, hulpeloos. Zoals altijd valt de houding van de eerste twee voorbijgangers me weer op. Onbegrijpelijk. Een priester en een leviet die uit eigenbelang zó harteloos hun hoofd omdraaien, doen alsof het leed er niet is, alsof het niet naar hen roept, alsof hun hulp niet onmiddelijk nodig is om het leven van hun medemens te redden. Niet te geloven.
En dan zie ik het. Kijk ik ook niet weg? Sluiten wij ook niet onze ogen voor het grootste lijden, het grootste onrecht dat zich in ons land afspeelt? Gaan wij er ook niet vaak aan voorbij, uit een gevoel van machteloosheid en van zelfbehoud? Want wat zou ik kunnen doen? En wat denken mijn buren en collega’s ervan als ik zo tegen de publieke opinie inga?
Eén keer per jaar kunnen we laten zien dat dit onrecht ons raakt. Op 9 december kunnen we aan Nederland laten zien dat er nog steeds heel veel mensen zijn van wie het hart bloedt om de dood van zoveel stemmeloze kinderen. Daarvoor moet je één keer per jaar naar Den Haag gaan en meelopen met de stille Mars voor het Leven. Niet omdat we zo graag marsen lopen of om mooie toespraken te horen. Maar wel omdat we geroepen worden om 1 keer dit jaar te laten zien dat kinderen Godsgeschenken zijn. De kerkenraad van onze gemeente stelt een bus ter beschikking en we gaan. Bang? Dat ben ik wel, diep vanbinnen. Maar laten we dan maar bang gaan, mét onze kinderen, en met Jozua zeggen:
Maar aangaande mij, en mijn huis, wij zullen den HEERE dienen! (Joz. 24:15)
met het gebed of de Heere het wáár wil maken:
de Heere zal voor ulieden strijden en gij zult stil zijn (Ex. 14:14).
Ga jij ook op D.V. 9 december naar Den Haag?
Meer lezen?
Ik lees momenteel dit indrukwekkende boek:
Praten met kinderen over abortus en de beschermwaardigheid van het leven? Ik vertelde dit verhaal aan onze bijna-7-jarige. Misschien kan jij er ook iets mee.
Mijn man en ik zijn erg geraakt door onder andere jouw blog en voelen nu eigenlijk de noodzaak om ook naar de mars van het leven te gaan. We moeten nog kijken hoe we dat praktisch doen (met onze dreumes), maar hopelijk komt in elk geval een van ons D.V. de 9e!
ps. ik lees mee sinds een blog van jouw in het RD stond over een bijbelleesrooster 😉 Haal altijd veel bemoediging en inspiratie uit je blog!
Groetjes, Sanne
Ha Sanne,
Goed om dit te horen. Dankjewel. De mars is het waard om gewandeld te worden.
Groetjes!
Elise
Wat mooi dat je aandacht vraagt voor dit belangrijke thema! Als waker bij een van de abortusklinieken in ons land zie ik maandelijks weer wat een leed abortus met zich meebrengt. En dat waken is inderdaad moeilijk ja, maar ook zo nodig!
Naast het boek dat je noemt (erg indrukwekkend!) is het boek ‘Pro-life?’ van Randy Alcorn ook een aanrader.
Tot de 9e D.V. 😉