Haar huis is altijd zo netjes. Zij is altijd zo spontaan en opgewekt. Wat een werk doet zij allemaal voor de kerk! En zij, is zo ontzettend getalenteerd.’ Zomaar wat gedachten over anderen. Over vrouwen in mijn omgeving. Herken je dat? Al die gedachten die je zomaar kunt hebben als je anderen ontmoet. Of als je mooie artikelen leest, interviews beluistert. Misschien bekruipt het gevoel je zelfs wel eens als je de blogartikelen hier op Elke Dag Nieuw leest. Je leest, ziet, kijkt en vergelijkt.
Het is niet zo bescheiden om te zeggen, maar in dit geval durf ik het wel. Ik ben namelijk erg goed hierin. Kijken, kijken en vergelijken. Ik kan het werkelijk overal toepassen en heb me er van puber af aan echt in gespecialiseerd. Op het schoolplein, in de speeltuin en zelfs in de kerk. Er zijn tal van mogelijkheden en momenten om hierin te oefenen en mijn vaardigheden te ontwikkelen. Soms is één enkele blik genoeg. Ik zie, denk, kijk en vergelijk.
Natuurlijk is dit niet iets om trots op te zijn. Maar wel iets waar ik, en misschien ook jij wel tegenaan loop. Als ik in mijn omgeving rondkijk, mensen spreek, ontdek ik dat ik hierin echt niet de enige ben. Wij vrouwen, lijken soms wat op elkaar. En helaas, lijken velen van ons hier ook gevoelig voor. Dat denken over een ander, over onszelf en vooral; de balans daarin soms kwijt zijn.
Van jongs af aan vergelijken
Soms komen dingen wat samen. Zo was het of de afgelopen tijd dit thema steeds terug kwam, op verschillende manieren. Een mooie lezing, een gesprek, een interessante podcast. Het zette me aan het denken. Denken over mezelf en mijn manier van denken over anderen. Want hoe we het wenden of keren, in onze maatschappij ontkom je er soms gewoon niet aan en is vergelijken een manier geworden om je positie te bepalen.
De eerste keer herinner ik me nog goed. Onze oudste was nog geen twee weken oud. Toen ik mijn fiets bij de kerk parkeerde, kwam een gemeentelid naar me toe om me te feliciteren. En direct er achteraan: ´En? Slaapt ze al door?´ Ik was verbaasd en het gaf me een ongemakkelijk gevoel. Want nee, ze sliep zeker nog niet door. De nachten waren net zo actief als de dagen. En het was ontzettend wennen, zo´n nieuw mensje in ons huis. Pas later ontdekte ik, dat het zeer uitzonderlijk is dat een baby met twee weken al door zou slapen, maar dat wist ik toen nog niet. En zo volgden er meer momenten. De eerste bezoekjes aan het consultatiebureau. Het wegen en meten en dan vooral die grafieken. Want daarin kon je het vergelijk zien met andere kinderen. En dan de gesprekjes met andere moeders, waarin het toch al snel ging over wat je kind al dan niet kon om te horen dat het kind van een ander ´al lang´ aan de groente en het fruit zat. De eerste rapportjes van de peutergroep. Ja, ze kon al tellen tot 20, maar in vergelijking met andere kinderen….En nu ze schoolrapporten krijgt is het niet anders. De grafieken laten het gemiddelde zien van het niveau van leerlingen van dezelfde leeftijd in heel Nederland en dan kun je mooi volgen hoe jouw kind daartussen manoeuvreert. Tel zwemles met een uitgebreide rapportage erbij op en je bent op den duur vooral bezig met, kijken, kijken en vergelijken.
Hoe anders?
Wat kan het dan lastig zijn om daar niet aan mee te doen. Bewust te kijken naar je kind als uniek persoon met een eigen karakter. Wij merken het hier in huis, hoe dat vergelijken op de loer ligt. Onze oudste twee meiden schelen twee jaar. Maar soms kunnen ze al best heel goed hetzelfde hebben. Ze zitten samen op zwemles, gaan op dezelfde tijd naar bed en mogen vaak dezelfde dingen. Maar onbewust creëren we daarmee soms een concurrentie tussen de meiden, die we liever niet willen. Geef ik de één een compliment, hoor ik gelijk: ‘Maar ik deed het toch ook goed, mam?’. En heeft de één iets op haar bord, dan wil de ander hetzelfde. Tegelijk kunnen ze niet zonder elkaar en zijn het ook echte vriendinnen. Maar hoe leer ik ze nu, dat ze hun unieke persoonlijkheid hebben en los van elkaar het ook gewoon goed doen? En dat ze zich niet steeds aan elkaar moeten meten?
Leerzame lessen
Er zijn wat dingen die ik de afgelopen tijd heb gehoord en geleerd, waardevol vond en daarom maar gewoon doorgeef.
- Als eerste maar even een metafoor om de manier waarop wij vrouwen naar anderen kijken te duiden. Ik moet steeds denken aan een wip. Een ouderwetse weegschaal kan ook. Het kan naar twee kanten doorslaan. En in beide gevallen is er geen balans. Aan de ene kant staan gedachten als: ´Wat ziet zij er toch altijd modieus en leuk uit´ en ´Ik wilde wel dat ik zo gestructureerd was´. Dat zijn gedachten waarbij je iets van een ander ziet, maar daar tegelijk tegenover je eigen gebreken zet. Daardoor zijn die gedachten dus uit balans. Je zet een ander hoger dan jezelf. De weegschaal of wip kan ook aan de andere kant doorslaan. Daarbij stel je jezelf boven een ander. Gedachten als: ´Die moeder komt altijd te laat op school, zou ze niet gewoon wat eerder uit bed kunnen komen?´ of ´Als je kind zich zo gedraagt, ligt dat vast aan de ouders.´ Ook dan ben je uit balans en denk je hoogmoedig. Maar de weegschaal kan ook in balans zijn. En dat te leren is een hele uitdaging. Ik probeerde het met mijn klas. Ik had een foto op het bord gezet van een man, duidelijk met een andere culturele achtergrond en hele sprekende ogen. De opdracht was: Probeer alleen neutrale, feitelijke gedachten te hebben. Een rondje door de klas, leerde mij dat het de jongens beter afging dan de meiden. Maar wat bleek het moeilijk om alleen maar ‘in balans’ gedachten te hebben.
Nu is niet alle vergelijken perse verkeerd te noemen. Wanneer je kind thuis komt met een zes, kan het heel verhelderend zijn om te weten dat de rest van de groep ook een wat lager cijfer had. Dat kan een eerlijker beeld geven. Ook mogen we ons best wel eens spiegelen. Het is heel waardevol om om eens een kijkje te nemen in het gezin van vrienden om te ontdekken hoe zij dingen aanpakken. En advies vragen van anderen kan ook. Maar dan nog staat de weegschaal in balans. Je zegt daarmee niet dat je zelf minder of beter bent dan een ander, maar hebt wel een lerende houding. Het niet doorslaan naar de ene of de andere kant van de weegschaal is natuurlijk niets nieuws. Maar sluit aan bij de bekende woorden: Gij zult liefhebben den Heere uw God met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand. En het tweede aan dit gelijk is; Gij zult uw naaste liefhebben als uzelven (Matth.22:37-39). - Het tweede kan niet zonder het eerste. Je naaste liefhebben kan pas echt, wanneer je eerst de Heere liefhebt. En in de praktijk merk ik dat ook. Als ik dichter bij de Heere en Zijn Woord mag leven, heb ik minder last van gedachten over anderen. Dan is het alsof ik met veel meer bewogenheid maar ook relativeringsvermogen naar anderen kan kijken. En dat is misschien ook wel te verklaren. Want als je geloven mag, dat je in de ogen van God waardevol, gekend en geliefd bent, dan is die vergelijking met anderen niet nodig. Dan mag je ervaren Zijn unieke kind te zijn. En ontdek je dat de gaven die jij kreeg, specifiek bij jou passen. En dat Heere in Zijn wijsheid een ander iets anders heeft toebedeeld. Daarom mogen en moeten we ook putten uit de Bron om van daaruit naar anderen te kijken. De psalmisten kennen dit ook. Zo bidt David : Doorgrond mij O God en ken mijn hart; beproef mij en ken mijn gedachten. En zie of bij mij een schadelijke weg zij, en leid mij op den eeuwigen weg (Psalm 139: 23,24).
- Veel oordelen over anderen komen voort uit een gebrek aan kennis. En vergis je daar niet in. Want een gemeentelid, waarvan ik de naam, burgerlijke staat, gezinsomstandigheden weet, kén ik daarmee nog niet. Ja het is iemand die zich binnen dezelfde ´bubbel´ als ik beweeg, maar daarmee nog niet iemand die hetzelfde denkt als ik of precies dezelfde normen heeft. Hoe makkelijk is het om die normen onbewust de ander wel op te leggen. ´Je snapt toch niet dat zij hun kinderen….´. Vul maar in.´ Maar heb ik het wel eens gevraagd waarom ze deze keuzes maken? Weet ik wat hen beweegt? En heb ik toen ook echt geluisterd? Want is dat misschien niet iets wat in onze tijd helaas vaak ontbreekt? Dat echte luisteren. En elkaar zien. Echt zien. In de klas vroeg ik de leerlingen om elkaar een minuut in de ogen te kijken. Naast een hoop gegiechel (best een spannende opdracht als beginnende puber) leverde het mooie informatie op. Ze zagen dingen die ze eerder niet zagen. Laten we dat ook eens doen. Elkaar echt in de ogen kijken. En daarmee een voorzichtige blik naar binnen te werpen. Een hele uitdaging, maar de moeite waard.
- Luisteren is ook zwijgen. Als we elkaar dan ontmoeten, laten we dan ook eens stil zijn. De ander ruimte geven om echt zijn of haar verhaal te doen. Niet om daarmee weer te gaan wegen. Maar het gewoon laten staan. En dan kun jij daarna jouw verhaal doen. En mag dat er ook zijn. Dan kunnen we heel verschillend denken, maar elkaar toch ontmoeten.
- Breng de ander in gebed. Terwijl we bij de supermarkt, in de speeltuin of waar dan ook die anderen tegenkomen, misschien geen tijd hebben voor een echte ontmoeting, laten we dan bidden voor hen en voor jezelf. Voor jezelf om goede gedachten. Geen gedachten die jou naar beneden halen, maar ook geen gedachten die de ander naar beneden halen. Ik maak van de bekende berijmde psalm 141, weleens het volgende gebed: Zet Heer’ een wacht voor mijn lippen en gedachten, behoed de deuren van mijn mond en hart. En laten we bidden voor die andere moeder, collega, gemeentelid. Misschien zien we dan dingen die anders niet zou hebben opgemerkt.
Mooie lessen. Maar ook huiswerk, in de binnenkamer. Zoals eigenlijk altijd weer. Terug naar de Plaats waar we alle wijsheid en hulp mogen verwachten. Ook in het strijden tegen de zonde. En indien iemand van u wijsheid ontbreekt, dat hij ze van God begere, Die een iegelijk mildelijk geeft, en niet verwijt; en zij zal hem gegeven worden (Jakobus 1:5).
Wil je verder lezen? Hoofdstuk 15 van het boek ‘Elke Dag Nieuw – roeping en verwachting voor moeders vandaag’ gaat ook over dit onderwerp.
Wat mooi! Dank je wel!