Heerlijke weken hadden we met elkaar. Veel te snel vlogen ze om en kwam de dag dat we afscheid moesten nemen. Eerlijk gezegd zijn we daar al een klein beetje ‘goed’ in geworden door de vele keren dat we dit als gezin moesten doen. We houden het afscheid kort. Een dikke knuffel, meestal in de thuissituatie. Zodat de kinderen afleiding vinden in hun eigen speelgoed. En in een vertrouwde omgeving hun emoties kunnen uiten.
Dit keer voelde het anders. Heftiger. Voor mij althans. Ik realiseerde me dat mijn ouders richting de zeventig gaan. Dat het hoogstwaarschijnlijk de laatste keer was dat ze de verre reis naar Ecuador hadden gemaakt. En terwijl ik hen vast hield, de pijn van het afscheid nemen voelde, drong de gedachte aan me op dat er een moment zou komen dat we definitief afscheid moesten nemen.
Komen en gaan
Als ik heel horizontaal kijk, kan mij een gevoel van nutteloosheid overvallen. Is het leven niet ten diepste elke dag een beetje sterven? Ik bedoel: kijk eens naar jezelf. Uiterlijk ben je rond de twintig op z’n mooist. Daarna takel je langzaam maar zeker toch meer en meer af. Rimpels, grijze haren, minder strak lichaam, gezondheidsproblemen.
Of kijk eens om je heen. Naar je familie. Naar de mensen. Wie van hen leeft er over 100 jaar nog? Geslachten komen, geslachten gaan.
En kijk eens welke problemen er zijn. In meer of mindere mate in je persoonlijk leven. Of in de wereld om je heen. Ecuador is op dit moment een onveilig land door de oorlog tussen de regering en de drugsbendes. In de wijk waar we werken horen we bijna dagelijks van moordpartijen. Er is geen gezin in de kerk dat niet lijdt aan het leven. Slechte huwelijken, armoede, verslavingen.
Herken je het? Het gevecht in je tegen een gevoel van zinloosheid? Het gevoel dat het leven tussen je vingers door glipt. Frustratie omdat je invloed op het grote geheel zo minimaal is. Sterker nog, je vaak veel drukker met jezelf bent, dan met de mensen om je heen. Maar ook de intensiteit van de nieuwsberichten: oorlog in landen als Oekraïne en Israël, een steeds langer wordende ranglijst van Open Doors, landgenoten die elkaar vermoorden omdat de drugs de macht in hun leven heeft overgenomen, het rijke westen dat tonnen drugs laat importeren. En niet doorheeft hoe groot het vernietigend effect hiervan is. Moet ik door gaan?
Confrontatie
Ik heb het nodig om daar af en toe de confrontatie mee aan te gaan. Mijn ongeloof en vragen in de ogen zien. De Prediker deed dat ook. IJdelheid der ijderlheden, hij zag het overal om zich heen.
Wat ben ik dan dankbaar dat God bestaat! Want om het leven te kunnen begrijpen, moet je het zien vanuit Gods perspectief. We zijn geschapen om God, onze Schepper, te loven. Gemaakt om te léven! Tot Zijn eer.
Al het verdriet en het betrekkelijke, het is een gevolg van de zonde. Daarom kan dit leven alleen maar gezien worden als ‘een van God gekregen tijd’ voor het herstel van onze verbroken relatie met Hem. Een iegelijk die gelooft dat Jezus is de Christus, die is uit God geboren; (…) Die den Zoon heeft, die heeft het leven… (1 Joh. 5 : 1 en 12). Alles in ons leven moet daarop gericht zijn. Dat we, door genade, mogen weten kinderen van God te zijn. Heel persoonlijk. En vanuit die herstelde relatie, in Zijn kracht, alles te leren doen tot eer van Hem (1 Korinthe 10 vers 31).
Dán heeft het leven zin en is er door het sterven heen tóch leven. Geen voortdurende afbraak, maar elke dag een stap dichterbij de eeuwige, volmaakte heerlijkheid!