Ga naar de inhoud

Lege armen en een vol hart

Heb jij dat ook wel eens? Je stelt je aan iemand voor. Een nieuw lid uit de gemeente, een moeder op het schoolplein, of iemand in de straat. ‘Hoi, ik ben …, wie ben jij? Hoeveel kinderen hebben jullie?’ Mijn antwoord is dan ‘drie, de  oudste is een  jongen, dan een meisje en dan weer een jongen.’ Maar ik denk: ‘vier’. Altijd. Bijna altijd.

Geen idee hoe dat bij jullie gaat, maar op het moment dat je weet dat je zwanger bent, dan is het er. Een mensje, leven. Toegegeven, ik heb even een soort ontkenningsfase. Maar die duurt niet heel erg lang. Daarna is er een mensje, een persoon. Dat het in je buik nog zo ontzettend klein is maakt geen verschil. In je hoofd en je hart  is het kindje al aanwezig. Het moeder zijn is begonnen. Je bidt voor je kindje, maakt plannen, fantaseert, bedenkt namen, de kleuren voor de babykamer. Je denkt na over hoe het zal zijn in je gezin en hoe het leven er over een jaar uit zal zien.

Soorten moeders

Moeder zijn. Ik hoef niet uit te leggen wat dat is. Je weet het, je kent het. Je hebt jongens moeders, meisjes moeders. Werkende moeders, thuisblijfmoeders, overblijfmoeders, luizenmoeders, chaotische moeders, meespeelmoeders, jonge moeders, oudere moeders. Moeders van zieke kinderen, moeders van kinderen die anders zijn. En nog veel meer natuurlijk. Ik ken nog een groep moeders. De groep van moeders die een kindje verloor tijdens een zwangerschap. Een groep waar je zelf niet voor zou kiezen. Waar je tegen wil en dank deel van bent. Eigenlijk is het helemaal geen groep. Maar… je hebt iets gemeen. Je herkent elkaar, vindt elkaar.  Als je haar ziet fietsen in het dorp. Als ze de kerk in komt lopen. Als je er een ziet staan op het schoolplein. Je weet het, dat is er één.  Is het herkenning? Een ‘jij weet wat het is’ gevoel? Een ‘jij begrijpt het?’

Wat kan het vragen oproepen hè? Waarom doet de Heere zoiets? Eerst wonder van leven geven om het daarna weer terug te nemen? Eerst ruimte maken in je hart en leven, om daarna een gat achter te laten. Waar is dat goed voor? Je ziet het verdriet van de (eventuele) andere kinderen. Hun vragen, hun waaroms. Hoe doe je dit samen in je huwelijk? De stilte die volgt.  De leegte, de emoties, de pijn, de herinneringen. De angst voor de toekomst. Wij begrijpen zoveel niet van wat de Heere doet. Wat een wonder als het zo is als in psalm 13  vers 5 berijmd staat.

Maar, in dit smartelijk verdriet,
Mistrouwt mijn hart Uw goedheid niet;
Neen, ‘t zal zich in Uw heil verblijden.
Ik zal den HEER mijn lofzang wijden,
Die mij genadig bijstand biedt.

Niet voor niets

Lieve moeder. Je zwangerschap was niet tevergeefs. Je tranen zijn niet waardeloos. Je pijn is niet voor niets. De Heere was erbij. Hij weet ervan. Sterker nog. In psalm 127 staat dat kinderen het eigendom van de Heere zijn. Dat de vrucht van de buik Zijn beloning is. Of ze nu geboren worden en op deze aarde leven, of al sterven voordat ze het levenslicht zien. Het is onze roeping om Gods koninkrijk te bouwen. Als wij ons kindje verliezen, bouwen we ook Gods koninkrijk. Wat een troost geeft het als je mag geloven dat je kindje God grootmaakt. Dat zijn/haar ogen alleen Hemels licht zullen zien.

Tijd verandert dingen. Gevoelens worden minder heftig. Scherpe randen gaan eraf. Zeker, er zijn tijden dat je het pijnlijk voelt. Bepaalde psalmen, liederen of teksten roepen herinneringen en gevoelens op. Bepaalde data blijven elk jaar terugkomen. Die lege plek blijft leeg. Je vraagt je af hoe je kindje er uit gezien zou hebben.  Hoe het zou zijn als het wel was blijven leven. Er gaat misschien wel geen dag voorbij dat je niet aan hem of haar denkt. En dan kom je soms zomaar een klein stukje van een antwoord tegen.  In 2 Korinthe 1 vers 4 lezen we: Die ons troost in onze verdrukking, zodat wij hen kunnen troosten die in allerlei verdrukkingen zijn, met de vertroosting waarmee wij zelf door God getroost worden. Je kunt meevoelen, anderen bijstaan die dezelfde weg moeten gaan als jij ging. Wie kan er beter meeleven dan degene die hetzelfde meemaakte? Troost doorgeven, die je zelf eerder ontvangen hebt.

Spelende kinderen

Van Andrew Murray las ik het volgende n.a.v. Zacharias 8:5:  De pleinen van de stad zullen vol worden met jongens en meisjes die spelen op haar pleinen. 

‘Wanneer God door Zijn Geest de heerlijkheid van de stad (het hemelse Jeruzalem) laat afbeelden, waar Hij in het midden van Zijn volk woont, dan wil Hij niet dat deze trek ontbreekt: de spelende kinderen. Zijn Goddelijke majesteit verheugt zich in hun vreugde. Hij wil ook dit vreugdebetoon niet missen midden in al de heerlijkheid waarmee Hij Zijn troon omringt. Wat een blijde gedachte voor ouders die hun kinderen hier -naar hun mening- te vroeg hebben moeten afstaan om de Heere te verheerlijken. De straten van de stad zullen vervuld zijn met jongens en meisjes, spelend op haar straten. Ze hebben daar een plaats te vervullen. Ze zullen daar op bijzondere wijze de heerlijkheid van Gods liefde ten toon spreiden. De zaligheid van de hemel zal volkomen geschikt zijn voor hun kinderlijke aard. Het kind dat geen kwaad weet en geen zorgen heeft, maar blij zingt en lacht in het licht van ‘s Vaders aangezicht. In het licht van dit vooruitzicht van de straten van die stad, zo vervuld, kunnen we beter begrijpen waarom zoveel ouders hun kleinen moesten afstaan. (en Andrew Murray zegt zélfs) Waarom er zoveel in de Nijl gegooid moesten worden. Of gedood door Herodes.’

Niet te bevatten hè? Dan Zijn Gods wegen niet te begrijpen. Dan kan er intens verdriet en pijn zijn. Dat is niet verdwenen. Dat moet niet weggestopt worden ook. Maar daarnáást kan er vrede zijn, omdat het van God komt. Er kan vreugde zijn als je in en door geloof even mag blikken op die juichende kinderschaar rond Gods troon. Het is genade als je mag ervaren dat God soms de lammetjes eerst thuishaalt, zodat het schaap hemelsgerichter zou gaan leven.

Adriana Uijl

Adriana Uijl (1985) woont samen met haar man en vier kinderen in Bodegraven. Naast vrouw en moeder zijn, is ze werkzaam in de thuiszorg. Lees verder

Reacties

22 reacties op “Lege armen en een vol hart”

  1. Heel herkenbaar wat je schrijft. Ook wij mochten zo vertroost worden door de Heere in het verdriet. We mochten het kindje in Zijn liefdevolle Vaderhanden terug geven. Want milde handen en vriendelijke ogen, zijn bij U van eeuwigheid. Dan mag je weten dat ook ons kindje spelende op de straten in de hemel. En dat geeft ondanks het gemis ook een blijdschap. We hebben dit kindje mogen dragen voor Hem

  2. Heel herkenbaar stuk!
    Ik zeg 3, maar denk ook bijna altijd 5..
    En idd het lid zijn van die ene groep.. de gezamenlijke gemene deler..
    Maar ook, het weten dat onze kindjes het veel beter hebben nu dan wij het ze ooit hadden kunnen geven hier op aarde!
    Wij begrijpen Zijn wegen niet, maar Hij doet niets verkeerd, daarin te mogen berusten is niet altijd makkelijk, maar maakt het verdriet en gemis wel te dragen.

    1. Precies he? Verdriet blijft! Maar er is iets naast wat groter is dan dat. Een keer vond ik al heftig. Twee keer lijkt me ontzettend moeilijk.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Verder lezen

Je gaat naar de webshop