Wat een schatten! Met een heerlijke warme kop koffie bekijk ik ze stilletjes. Met z’n drieën zitten ze krap maar knus in de grote stoel. Grote zus leest voor, de anderen liggen heerlijk tegen haar aan. Dit is nog mooier dan ik mijn meisjesdroom had voorgesteld: Moeder zijn.
Een paar dagen later. Daar zit ik dan. Huilend op mijn bed. Zo’n moment dat ik aan het einde van de dag denk: Ik weet echt niet meer wat ik moet doen! Strijd, conflict, ruzie. Die woorden lijken steeds groter te worden. In de praktijk, maar vooral in mijn hoofd. Die grote meisjesdroom lijkt een illusie: moeder zijn.
Zoektocht
Je herkent het vast wel: die neerwaartse spiraal, waarbij de dingen groter lijken dan ze zijn. Waarbij je geen oog meer hebt voor alle ontvangen zegeningen, maar alleen nog maar voor de door-mij-veroorzaakte mislukkingen. Waarom gaat het áltijd mis? Waarom lukt het mij nu nóóit om een lieve, goede moeder te zijn? Ik wil het anders, maar hoe?
Die laatste vraag heeft me veel bezig gehouden de afgelopen maanden. Want wat loop je tegen jezelf aan bij het opvoeden. Mijn kinderen zijn grote spiegels waarin ik veel van mezelf in zie. En dat doet regelmatig behoorlijk pijn. Ik schreeuw naar mijn kinderen dat ze moeten stoppen met schreeuwen. Terwijl ik er één op wijs dat het aardig is om echt naar elkaar te luisteren, betrap ik mezelf er een paar minuten later op dat ik eigenlijk helemaal niet heb gehoord wat zoonlief net aan me vertelde. Aan tafel probeer ik mijn kinderen eerbied te leren, maar tijdens het Bijbellezen schiet ik uit mijn slof als iemand iets doet wat ik niet wil hebben. Hoe kan ik mijn kinderen leren hun emoties te reguleren, als ik daarin zelf niet het goede voorbeeld geef?
Verandering? Dat begint bij mezelf! Maar gelukkig hoeft dat niet vanuit mezelf. Als ik op die manier aan het werk moet, zal het alleen maar mislukken. Maar ik mag vertrouwen en bidden om de vervulling van Gods belofte in Filippenzen 4:19: ‘Maar mijn God zal u, overeenkomstig Zijn rijkdom, voorzien van alles wat u nodig hebt, in heerlijkheid, door Christus Jezus.’
En dan de praktijk
Op zoek naar tips en trucs. Volop te verkrijgen: van schoolpleinadviezen tot wetenschappelijke artikelen, van moederblogs tot Bijbelse voorbeelden. Graag deel ik iets van mijn ontdekkingen.
- Erken álle gevoelens van je kind
Het lijkt een open deur, maar toch gooien we die deur vaak dicht. Ik tenminste wel. Open staan voor wat een kind voelt is een kunst apart. Ik merk bij zelf al snel de neiging om hun verhaal vanuit mijn perspectief in te kleuren, zonder me echt in te leven.
Een simpel voorbeeld: Mijn zoon komt boos uit school, omdat hij in de klas niets mocht vertellen. Ik reageer: ‘Ach joh, daar hoef je toch niet boos om te zijn? Niet iedereen kan elke dag iets vertellen, je bent vanzelf weer een keer aan de beurt.’
Ook al zit er misschien wel een kern van waarheid in, mijn zoon voelt zich niet erkent in zijn boosheid. Alsof hij die gevoelens niet zou mogen hebben. Net zoals ik graag gehoord en gezien wil worden en net zoals ik pas kwetsbaar durf te zijn als er begrip is, zo heeft hij dat net zo goed!
Omdat het gedrag van onze kinderen voortkomt vanuit hun gevoelens, moet je eerst ontdekken wat hun gevoelens zijn en die accepteren, voordat je hun gedrag kan aanpakken. Dat vraagt van mij inlevingsvermogen. Écht luisteren en mijn eigen gedachten even parkeren. Wanneer ik mijn kind laat weten dat die gevoelens er mogen zijn, kun je daarna verder in gesprek.
Ik zou dus ook anders op mijn zoon kunnen reageren: ‘Jij bent echt boos! Het is ook niet leuk als je graag iets wil vertellen en je bent niet aan de beurt.’
- Sta niet tegenover je kind, maar ga ernaast staan!
Dat je alle gevoelens moet accepteren, wil niet zeggen dat je al het gedrag moet tolereren. Maar misschien herken je die valkuil ook wel. Als je wilt dat je kind iets doet, ga je als een commandant bevelen uitdelen. Als je negatief gedrag wilt veranderen, wijs je met een beschuldigende vinger en steek je een moraliserende preek af. En als dat niet helpt, dan wil dreigen met bepaalde consequenties nog weleens helpen. Maar wat bereik ik hier nu werkelijk mee? Mijn kind gehoorzaamt misschien wel, maar ondertussen zit het vol weerstand en verzet.
Mijn kind corrigeren, maar de vrede en liefde bewaren. In het boekje How2talk2kids van Adele Faber en Elaine Mazlish vond ik hele praktische tips.
A. Beschrijf wat je ziet of beschrijf het probleem
Als ik de oorzaak van een probleem bij mijn kind neerleg, voelt het zich aangevallen en gaat het in verzet. Het is lastig om iets te moeten doen, omdat je blijkbaar iets niet goed doet. Wanneer je een probleem algemeen beschrijft, kan een kind het makkelijker zelf oplossen.
In plaats van ‘Je hebt weer met water geknoeid, ruim dat eens snel op!’, zeg je bijvoorbeeld: ‘Er ligt water op de grond, we hebben een doekje nodig.’
B. Geef een keuze
Kinderen moeten zoveel en misschien wel het meeste van ons ouders. Dat zorgt voor opstandigheid. Altijd maar weer dingen moeten en niets zelf mogen bepalen. Als ik mijn kinderen zelf ergens tussen laat kiezen, vermindert dat hun verzet. Ze hebben het gevoel dat ze zelf wat inbreng en controle krijgen over hun eigen leven.
In plaats van ‘Ga eens snel terug je bed in!’ kan je ook vragen: ‘Vind je het fijn als ik je nog even instop, of ga je zelf je bed weer in?
C. Zeg het met één woord
Bij ons komt er altijd veel kou vanuit de gang de woonkamer in. De kinderen weten dus inmiddels heel goed dat de deur dicht moet blijven. Wanneer iemand hem open laat staan, zeg ik al snel geprikkeld: ‘Hoe vaak moet ik het nog zeggen? Doe de deur dicht!’ Maar als ik roep: ‘De deur!’ komen ze veel sneller in actie.
Door niet te commanderen, maar kort een woord te zeggen, leert een kind zelf nadenken en initiatief nemen.
D. Schrijf
Sommige kinderen zijn helemaal van de briefjes. Overal liggen of hangen ze. Maar ze vinden het ook leuk om ze te krijgen! ‘De auto vertrekt over 5 minuten naar school. Alleen kinderen met hun jas en schoenen aan mogen mee!’ geschreven op een papieren vliegtuigje is veel leuker dan een moeder die aanhoudend vraagt of ze nu hun jassen en schoenen willen aantrekken.
E. Gebruik humor
Humor houdt de sfeer goed en zet aan tot actie! Ik herinner me nog hoe mijn tante vroeger mijn nichtje stimuleerde haar brood op te eten. Een stukje brood aan haar vork riep: ‘Joehoe! Mag ik naar binnen? Ik wil zo graag van de glijbaan!’ Die heb ik bij mijn eigen kinderen ook geprobeerd en ik verzeker je: hij werkt nog steeds!
- Geef je kind verantwoordelijkheid en vertrouwen
Als ik het niet eens ben met mijn kind, dan zeg ik al snel wat ík wil hebben of wat ík ergens van vind. In een gesprek kom ik met allerlei oplossingen aandragen of wil ik míjn mening opleggen. Maar ook mijn kind is een zelfstandig persoon met eigen smaak, voorkeur en interesses. Dat is zoiets moois, het eigene en unieke van mijn kind. Waarom zou ik dan mijn smaak, mijn mening moeten opleggen? Ik probeer nu veel vaker mijn kinderen bij dingen te betrekken en in overleg dingen te doen. In plaats van een regel op te leggen die ik heb bedacht, kunnen we ook samen een afspraak maken. Daar kan je dan veel makkelijker op terugkomen.
- Kom niet terug op wat er is gebeurd, maar richt je op wat je vanaf dit moment wilt.
Een van mijn grootste valkuilen! Oeverloze discussies met de kinderen over hoe het allemaal ging, wie de schuld heeft, waarom ze er écht niets aan konden doen. In plaats van terugblikken op wat mis ging, kun je ook uitspreken wat je in het vervolg juist wel wilt hebben.
Voorbeeld:
Er is een beker melk omgevallen omdat de kinderen tijdens het eten met speelgoedauto’s over tafel racen’. Ze beweren allebei dat het echt niet door hen komt.
‘We hebben het er nu even niet over door wie het komt. De regel is dat we geen speelgoed aan tafel hebben, dus dat doen we vanaf nu ook echt niet meer!’
- Leer van de Heere Jezus.
Je ontkomt er niet aan. Er zijn momenten dat je kind je raakt of kwetst. Je hebt pijn en verdriet of je bent boos. Wat is het dan goed om de Bijbel open te slaan en je handen te vouwen.
Lees hoe Jezus omging met de mensen die heel dichtbij Hem stonden. Van hen moest Hij het meeste verdragen! Neem Petrus. Hoe vaak moest de Heere Jezus het weer uitleggen dat Hij moest lijden en sterven. Hoe vaak stond Petrus Hem in de weg. Wat zullen de woorden ‘Ik ken Hem niet!’ pijn gedaan hebben. Maar Jezus had Petrus lief, Hij keek Hem aan en vergaf hem. De Heere Jezus leert ons heel veel geduld te hebben. Hij leert ons te vergeven en lief te hebben.
Bid om de vergevingsgezindheid die de Heere Jezus had. Om kracht, geduld en een frisse kijk op je kind. En bid vooral om heel veel liefde! Laat een kind merken dat je ondanks zijn of haar gedrag, onvoorwaardelijk van hem of haar houdt!
Tel je zegeningen
Vol goede moed ga ik het proberen. Met nieuwe energie pas ik de geleerde dingen toe. En ik moet zeggen, er is verbetering. Maar nee, volmaakt wordt het niet en zal het nooit worden ook. Als de weken verstrijken, de vermoeidheid weer eens toeslaat, val ik terug in mijn oude patroon. Of de kinderen hebben gewoon een keer hun dag niet. Er blijven genoeg moeilijke momenten. Opvoeden is en blijft een opgave!
Maar als ik mezelf weer eens moedeloos voel, stel ik mezelf aan het einde van de dag bewust de vraag: Wat ging er vandaag allemaal goed? Ik moest vaak schoorvoetend toegeven dat dat meer is dan ik had gedacht. De negatieve dingen blijven haken. Maar tel naast de mislukkingen, ook alle zegeningen aan het einde van de dag en dank God ervoor!
Ik ben benieuwd naar jullie ‘gouden tips’. Wat werkt er bij jullie in communicatie met je kinderen? Zijn er dingen die je wel of juist niet moet doen?
Heel herkenbaar. Soms lijkt het of ik in een verkeerd patroon zit. Bedankt voor de eye-openers!
Heel mooi geschreven. Bedankt voor de goede tips.
Ja, ik heb ook geleerd dat je kind een keuze geven zoveel respect geeft en je die ook terug krijgt. En je kind is vaak een spiegel van jezelf. Schreeuwt je kind, dan moet je eens opletten want waarschijnlijk doe je het zelf ook.
Echt alles voorleven, dan kan je kind daarin wandelen.
Zo eerlijk geschreven, en voor mij zo herkenbaar. Ook de tips die je noemt probeer ik toe te passen. Dat helpt mij ook echt wel. En deze zwakheden brengen je steeds weer bij de Heere Jezus. Het is genade wat we nodig hebben.
Precies, alleen van die genade kunnen en mogen we het in de opvoeding verwachten! En dat bevrijdt dan ook van kramp dat we iets zouden moeten. Dan wordt het vooral ons verlangen om onze kinderen voor te gaan in een leven naar Zijn wil en tot Zijn eer! In Zijn kracht. Zijn kracht wordt juist in zwakheid volbracht!