Ga naar de inhoud

Opdat wij één zijn!

Ik merk het ineens overal om me heen.
Verdeeldheid.
We vinden allemaal iets.
Van de lockdown.
Van vaccineren.
Van de aantallen bezoekers in de kerk en thuis.
Van de overheid.
Van de machten die werken in deze wereld.
Ook in de kerk, zelfs in de kerk. Juist in de kerk, misschien wel.

Waren we aan het begin van de coronacrisis nog eensgezind, al was het op afstand, nu lijkt de verdeeldheid onder christenen groter dan ooit. Ook binnen de verbanden waar je eerder vooral herkenning vond. In je vriendenkring, in je familie misschien, binnen de moedergroep, op het schoolplein.

Een moeder voelt zich gammel na haar boostervaccinatie, maar durft bij haar vriendinnen niet te zeggen dat ze gevaccineerd is, bang voor veroordeling.
Een andere moeder mag niet met haar kind mee naar zwemles, maar ervaart onbegrip bij de mensen om haar heen. ‘Maak het jezelf toch zo moeilijk!’

Zoveel hoofden…

Je moedergroep, die bestaat uit zeven personen, wil samenkomen.
“Kunnen we het niet zien als onderwijs? Of als kerkelijke activiteit?” Oppert iemand.
“Gewoon samenkomen”, zegt een ander, “we hebben elkaar nodig in deze tijd. Al dat opdelen is koren op de molen van de boze”.
“Nee”, zegt de derde, “de Bijbel geeft geen redenen om de overheid ongehoorzaam te zijn”.
“Het is toch een advies? Geen verplichting?” Zo zegt moeder nummer vier.
“Ik denk gewoon dat het veel beter is om te testen bij klachten” vindt de vijfde.
“Ik wil het niet op mijn geweten hebben, we kunnen wel anderen besmetten”, aldus moeder zes.
“Onzin. Moet je zien wat de overheid met ons doet”, zegt moeder zeven, “we moeten er weerstand aan bieden”.

Sommige mensen zijn wat gematigd in hun mening, weten het niet zo goed.
Maar steeds meer mensen hebben een sterke mening (ik ook). En hoe sterker je mening, hoe lastiger het is om er samen uit te komen.

Hoe erg is het om het als christenen, als moeders en gezinnen niet met elkaar eens te zijn? Hoe erg is het dat we verschillende meningen hebben?

Gloeiende kooltjes

Het is niet erg als we verschillend over dingen denken. Dat deden we voor corona ook allang. De één liet de kinderen vaccineren, de ander niet. De één ging anders om met mediagebruik in het gezin dan de ander. We lazen al verschillende Bijbelvertalingen misschien en we dachten verschillend over kledingkeuzes, tijdsbesteding, opvoedingsmethodes, enz. Daarin lieten we elkaar min of meer vrij. Jawel, er zat (helaas) wel iets veroordelends in ons, maar we uitten dat zelden.

Anders is het nu. In allerlei situaties ontstaat de discussie. En waar discussie is kan snel een vervelende sfeer ontstaan. We snáppen die ander gewoon niet. Dat zou niet zo erg zijn als het onderwerp gemakkelijk te omzeilen was. Maar ‘alles rond corona’ komt in zoveel facetten van het leven terug, dat zelfs dat lastig kan zijn.

Over de verharding en polarisatie in de maatschappij en in de kerk is al veel geschreven. Eén ding mis ik in al die analyses. Misschien heeft het met mijn vroegere beroep als hospiceverpleegkundige te maken, maar ik denk dat we beginnen met rouwen. We zijn bang dat het nooit meer gewoon wordt. We gaan zien wat we in de achterliggende twee jaar allemaal gemist hebben en we zien ook in dat het voorlopig niet voorbij is. Misschien heb je geliefden verloren. Maar ook als dat niet zo is heb je verliezen gehad, ben je zekerheden kwijt geraakt. Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat we ons daardoor des te steviger aan onze mening vasthouden. Want die hebben we tenminste wél onder controle.

Als christenvrouwen hebben we elkaar nodig. We hebben het nodig om het leven te delen, om van elkaar te leren, elkaar als waardevol te zien. We kunnen het ons niet veroorloven om weerstand tegen elkaar te voelen, om uit elkaar te groeien. Als gloeiende kooltjes tegen elkaar liggen houden ze elkaar warm, dan kan het vuur aanwakkeren. Ieder voor zich zullen ze uitdoven. Dát is wat de satan wil. Hij wil niets liever dan dat we afstand voelen tot degenen bij wie we eerst herkenning vonden, van wie we leerden. Een koninkrijk dat tegen zichzelf verdeeld is, wordt verwoest. En dat is precies wat hij wil doen met Gods Koninkrijk. Veel meer dan in de bezoekersaantallen ligt er een gevaar in de verdeeldheid, in de onderlinge veroordeling. En daarin hebben wij zelf schuld.

Even praktisch

Het kan ook zijn dat je dit allemaal niet zo erg herkent, dat is fijn. Maar als je het (helaas) wel herkent, om je heen, of in je eigen hart, dan hierbij twaalf tips:

  1. Onderzoek je hart. Als je je aangevallen voelt wanneer mensen anders denken dan jij, waar komt dat dan vandaan? Is dat terecht? Als je dit bij een ander zou zien, zou je dat dan ‘gezond’ vinden?
  2. Blijf weg van de slachtofferrol. Mensen stappen gemakkelijk in deze valkuil als de meningen van anderen anders zijn dan die van hen. We voelen ons niet gehoord, niet gewaardeerd, een beetje gekwetst misschien. We trekken ons terug en voelen ons eigenlijk een beetje zielig. Maar als je je mening doordacht en hopelijk ook biddend gevormd hebt, sta dan voor je mening. Je bent niet zielig als je ergens anders over denkt dan anderen.
  3. Luister naar de ander, zonder oordeel. Ook als je het er niet mee eens bent. Vraag jezelf af terwijl je luistert: ‘waar verlangt de ander naar?’ Het zou zomaar kunnen dat haar verlangen en het jouwe hetzelfde zijn.
  4. Beland je in een discussie die vervelend wordt? Bedenk steeds: Een zacht antwoord keert de grimmigheid af; maar een smartend woord doet den toorn oprijzen (Spreuken 15:1). Het werkt echt.
  5.  Houd steeds voor ogen wat het nieuwe gebod is dat de Heere Jezus gaf. Een nieuw gebod geef Ik u, dat gij elkander liefhebt; gelijk Ik u liefgehad heb, dat ook gij elkander liefhebt (Johannes 13:34). De liefde bewaren is belangrijker dan gelijk krijgen. Wil je daar meer over lezen, lees dan de eerste zendbrief van Johannes eens door en tel hoe vaak je het woord ‘liefde’ of ‘liefhebben’ leest. “Gelijk Ik u liefgehad heb”, dat is niet een béétje liefde. De liefde van de Heere Jezus was zó groot dat dat Hij de voeten van Zijn discipelen wilde wassen en Zijn leven voor hen gaf.
  6. Durf sorry te zeggen. Als je woorden te scherp waren of je toon te hard, wees dan moedig en bied je excuses aan. Laat er geen reden bestaan om uit elkaar te groeien. Of de ander dat ook doet is aan haar. Jij bent verantwoordelijk voor je eigen woorden.
  7. Praat samen over anderen dingen dan de dingen die scheiding maken. Je hoeft het onderwerp niet koste wat het kost te vermijden, maar er bestaat meer dan corona. Zoek naar wat verbindt. Spreek samen over de dingen die er toe doen en waar je beiden een warm hart voor hebt.
  8. Bidt voor de ander. En bid om eenheid in de kerk. Het is deze week de week van gebed voor eenheid. Bid je mee om eenheid, zoals de Heere Jezus dat Zelf deed: Heilige Vader, bewaar ze in Uw Naam, die Gij Mij gegeven hebt, opdat zij één zijn, gelijk als Wij (Joh. 17:11). Omdat de Vader en de Zoon en de Heilige Geest één zijn, wil Hij dat ook wij één zijn in Zijn Naam. Wij kunnen slechts schamele pogingen doen, maar we mogen het van Hem verwachten. Het is Zijn wil.
  9. Wordt van het kwade niet overwonnen, maar overwint het kwade door het goede. Heel Romeinen 12 is het lezen waard als het over deze dingen gaat, maar de laatste verzen bevatten zoveel wijsheid voor deze tijd. Zie je ergens kwaad? Verzet je daar dan niet in de eerste plaats tegen. Richt niet je aandacht op het kwaad. Maar overwin het kwade door het goéde. Steek je energie in dingen die wél mogen, wél kunnen en waarmee je verbinding brengt in plaats van scheiding. Bedenk met elkaar creatieve manieren om dat te doen. Ik weet het, we zijn een beetje moe van al die creatieve dingen die we in het begin van de coronacrisis deden.
  10. Zoek vaker je binnenkamer op. Laten we ons verootmoedigen voor de Heere. Wat zou de Heere willen dat wij doen in deze tijd van beproeving? Bekvechten met elkaar? Het beter weten? Of onszelf verootmoedigen voor Hem? We hebben Zijn Woord nodig boven alles. We hebben het gebed nodig om het werk van de Heilige Geest. Laten we in deze tijd vaker, veel vaker in de binnenkamer zijn. Lees, graaf in de Bijbel. Bidt. Zing. Zoek Zijn aangezicht. Jezus Christus is gisteren en heden Dezelfde en tot in eeuwigheid en alleen in Hem is onze zekerheid, vastheid en zaligheid te vinden.
  11. Richt je blik verder. Het is moeilijk om de tijd te duiden als we er middenin zitten. We willen het graag maar we denken er verschillend over. En we zullen moeten erkennen: we kunnen zomaar mis zitten. Er is iets anders dat zeker en vast is. De toekomst die de Heere in Zijn Woord bekend maakt. Verwacht jij, met Petrus, naar Zijn belofte, nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, in dewelke gerechtigheid woont? (Lees verder in 2 Petrus 3:11-15!). Kan je dat niet zeggen? Maak je dan niet druk om maatregelen. Strijd om in te gaan door de nauwe poort. Je bent in levensgevaar als je nog buiten bent! Mag je door genade ‘ja’ zeggen op die vraag? Richt je blik dan daarheen. Het daagt al in het Oosten!
  12. Doe wat je roeping is. Ben je geroepen om echtgenote en moeder te zijn? Heb je (ook) andere taken van de Heere gekregen? Doe ze, richt je daarop, zoveel als in je vermogen ligt. Laat alles daarbuiten niet je gedachten en je leven bepalen. Richt je op wat de Heere je te doen gegeven heeft. “Do the next thing”, schreef Elizabeth Elliot. Doe wat je doen moet, wat op je pad komt. Smeer boterhammen, knuffel je kind, troost, koester, verzorg, was af. Wie is dan de getrouwe en voorzichtige dienstknecht, denwelken zijn heer over zijn dienstboden gesteld heeft, om hunlieder hun voedsel te geven ter rechter tijd? Zalig is die dienstknecht, welken zijn heer, komende, zal vinden alzo doende (Matth. 24: 45, 46).

 

Eén vaste grond

De kerk van alle tijden kent slechts één vaste grond:
‘t is zijn Christus, die door lijden Zijn volk aan zich verbond
Om haar als bruid te werven, kwam hij ten hemel af.
‘t Was Hij die door Zijn sterven aan haar het leven gaf.

Uit ieder volk verkoren, toch in haar Heiland één,
is zij door Hem herboren, blijft dit haar kracht alleen:
één Geest, één vast vertrouwen, één doop, één heiige dis,
één Heer, op wie te bouwen haar troost en rijkdom is.

God houdt Zijn kerk in leven, hoe ook bespot, verdrukt,
door dwalingen omgeven, verscheurd, uiteengerukt
Al roepen van de tinnen de wachters noch: Hoe lang?
Straks gaat de dag beginnen en ‘t klagen wordt gezang.


Wil je met je kinderen nadenken over het thema ‘eenheid’? Bij Bijbels Opvoeden vind je een uitwerking voor een gezinsmoment rond dit thema. 

Elise Pater

Elise Pater is getrouwd met Bart, moeder van vier en woont in Ede. Ze ziet ernaar uit dat gezinnen kleine kerkjes in de kerk mogen zijn, waardoor Gods Koninkrijk gebouwd wordt. Tot eer van Hem! Lees verder

Reacties

4 reacties op “Opdat wij één zijn!”

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Verder lezen

Je gaat naar de webshop