Ga naar de inhoud

Alléén geloven

alleen-geloven_chermiti-mohamed-5xoZGrHAxg-unsplash

Lieve vriendin, 

Wat voel jij je soms alleen, al laat het lang niet altijd merken. Maar je ervaart gemis, eenzaamheid. Je gaat je weg, blijft doorgaan. Soms moedeloos, vertwijfeld. Maar toch ook, op de bodem van je hart ligt er die stille hoop, verwachting van Boven. 

Het is alweer jaren geleden. Voor een Zeeuws vrouwentijdschrift mocht ik vrouwen interviewen die anoniem hun verhaal wilden doen. De meest uiteenlopende onderwerpen kwamen voorbij. En ik groentje van begin twintig mocht de vragen stellen en het interview verwerken tot een artikel. Zo ontmoette ik een vrouw die graag wilde delen hoe het is om getrouwd te zijn met een niet-gelovige man. Ze vertelde me over de pijn en de eenzaamheid die zij daarin ervoer. Terwijl zij op zondag graag naar de kerk ging, lag de rest van het gezin op bed. En keer op keer probeerde haar man haar grenzen uit. Of ze dan toch niet meeging naar dat feest op zondag? Of die sportwedstrijd van haar eigen kinderen. Het gaf tweedracht binnen het gezin. Ze voelde zich vaak erg alleen in haar huwelijk en binnen haar familie. Maar het mooie was ook, dat ze me toen wees op de tekst uit 1 Petrus 3: ´Desgelijks gij vrouwen, zijt uw eigen mannen onderdanig; opdat ook zo enigen het Woord ongehoorzaam zijn, zij door den wandel der vrouwen, zonder woord gewonnen mogen worden.´ Het was voor haar een houvast in haar leven geworden.

Alleen

Als lezer van Elke Dag Nieuw zul jij misschien niet snel zeggen dat je een ongelovige man hebt. Dat is nogal wat, wanneer je wel elke zondag samen in de kerkbank zit. En wanneer je samen je ja-woord gegeven hebt bij de doop van je kinderen en al eerder je trouwbelofte voor Gods aangezicht gaf. En daarbij; wie ben je zelf? Hoe zou je van je man kunnen zeggen dat hij ongelovig is, terwijl je het er zelf ook niet al te best vanaf brengt? Terwijl je zelf ook niet meer durft te zeggen dan dat je een ‘zoeker’ bent. Maar toch. De eenzaamheid voel je. Hoeveel je ook van je man houdt. Je voelt dat je er zo vaak zo alleen voor staat. In de opvoeding. Geloofsvragen van de kinderen mag jij beantwoorden. De huisgodsdienst komt op jouw schouders neer. Jij bent het die met de kinderen bidt. Jij probeert het gesprek uit kerk op de preek te brengen. Jij zit op die ouderavond van school. Jij stimuleert je kinderen om mee te doen met kerkelijke activiteiten. Jij bidt aan tafel een vrij gebed.

En je vreugde en je twijfels kun je zo moeilijk met hem delen. Hij begrijpt het niet, schermt zich ervoor af. Wanneer je met een vol hart thuis komt na een bemoedigende preek, ervaar je thuis alweer de vijandschap. Niet openlijk, maar je voelt het wel. En hierover spreken met anderen, dat doe je ook niet zo snel. Ze zullen wel denken!

Eenzame strijd

En zo worstel je alleen. En ga je alleen de strijd aan. Misschien heb je al heel wat pogingen ondernomen om er zelf ‘iets’ aan te doen. Je stelt vragen aan hem. Je probeert jullie goede gesprekken over andere dingen zo te draaien dat je toch altijd weer op geloofszaken uitkomt. Je geeft hem een boek kado of stelt voor om samen een mooi onderbouwend boek over het huwelijk te lezen. Je hoopt op een diepgaand gesprek, wanneer die serieuze vrienden op bezoek komen. Je stoot hem subtiel aan wanneer in de kerk iets gezegd wordt dat echt voor hem bedoeld is. Je schrijft hem een mooie kaart met Bijbeltekst erop. Je vertelt wat er in je hart leeft, met tranen in je ogen.

Een andere weg

Ongetwijfeld is dat allemaal goed en zeker goed bedoeld. Maar de tekst uit 1 Petrus 3:1 lijkt ons toch een andere weg te wijzen. De tekst volgt op een hoofdstuk waarin de christenen aan wie Paulus schrijft, opgeroepen worden om alle gezag onderdanig te zijn. Daarvoor wordt geschetst wie zijn nu zijn geworden: Een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterdom, een heilig volk, een verkregen volk (1 Petrus 2: 9a). En vanuit die positie, die ze uit genade hebben ontvangen worden ze opgeroepen onderdanig te zijn aan de koning, aan de stadhouders en zelfs aan de ‘heren, niet alleen den goeden en bescheidenen, maar ook den harden’ (vers 18b) Daarna volgt een perikoop over ‘lijden om het goede’. De kernboodschap daaruit is dat het genade is, wanneer we mogen lijden om het goede. Dat is het gaan in Christus’ spoor.

En zo komen we bij het bekende tekstgedeelte, wat speciaal geschreven is voor vrouwen.

In de eerste zin komt gelijk al het woord ‘onderdanig’ aan de orde. En het lijkt wel of de focus vaak vooral daarop ligt. We kennen die eerste regel wel vanuit het huwelijksformulier. De vrouw wordt daarin opgeroepen gehoorzaam te zijn, de man te eren en te vrezen. Waarbij Sara aangehaald wordt, die haar man ‘heer’ noemde. Maar die tweede zin, is juist een aanvulling op de eerste! Opdat ook zo enigen het Woord ongehoorzaam zijn, zij door de wandel der vrouwen zonder woord mogen gewonnen worden. Wat een opmerkelijke tekst. Daarna wordt gewezen op wat die wandel dan onder andere inhoudt. Een leven dicht bij God. Een schoonheid die niet van buiten, maar van binnenuit komt. Een zachtmoedige en stille geest.

Zonder woorden

Het eerste wat opvalt is dat er zo duidelijk staat ‘zonder woord gewonnen worden’. Heel specifiek wordt dat nog toegevoegd. Er had immers ook best kunnen staan: Opdat zij door de wandel der vrouwen gewonnen mogen worden. Maar nee, dat ‘zonder woord’ verdient dus onze aandacht. Zou het misschien komen doordat wij vrouwen juist zo graag wel woorden gebruiken? Doordat wij vaak zo vlot zijn met het onder woorden brengen van onze gedachten en in het gesprek met onze man hem soms voor zijn? In het boek ´Samen voor Zijn aangezicht´ schrijft ds. Vergunst daar ook over. Hij raadt dan ook aan om bij conflicten elkaar de tijd te geven om eerst gedachten op een rij te zetten en er bijvoorbeeld later op de dag op terug te komen. Dat is niet voor niets. Mannen kunnen zich zomaar overrompeld voelen door de (soms scherpe) woorden van hun vrouw. En zwijgen, geen woorden gebruiken is daarom voor de meesten van ons niet vanzelfsprekend. Maar zou het ons niet des te meer aan moeten zetten tot gebed? Zet Heer een wacht voor mijne lippen (psalm 141:3 berijmd).

Onderdanig

Toch nog maar even over die onderdanigheid. Op de een of andere manier kan het wat ongemakkelijk voelen wanneer dat woord op zo’n mooie trouwdag in het formulier aan de orde komt. Het klinkt zo negatief. Maar zo is het zeker niet bedoeld. Onderdanigheid betekent dat we onze man de plaats geven die hem toekomt. En dat is de plaats als hoofd van het gezin. Elisabeth George schrijft: ‘God, de volmaakte “Kunstenaar”, heeft het huwelijk ontworpen om mooi, natuurlijk en functioneel te zijn, door het één hoofd te geven, de man.’ (Uit: Een vrouw naar Gods hart).

Nu is er op aarde maar één persoon die jouw man die ereplaats kan geven. Jij! En dat kan alleen door je aan hem te ‘onderwerpen’, hem onderdanig te zijn. Hem lief te hebben. Het staat er als een opdracht, niet als een automatisch gegeven. Het vraagt dus iets van onze houding en omgang met hem. Het vraagt van ons dat we zijn leiderschap aanvaarden. En dat ligt van nature niet zo in ons hart. Toch gaat juist dat vooraf aan die mooie woorden ‘door den wandel der vrouwen, zonder woord, gewonnen mogen worden.’

Mannentaal

Misschien, dacht ik, sluit dit ook veel meer aan bij het hart van een man. Wij vrouwen zijn van de gesprekken. Honderden gesprekken zijn er gevoerd op de Elke Dag Nieuw Ontmoetingsdag kort geleden. Een enorm geroezemoes was er te horen, zodra daar ruimte voor was. Mannen zijn over het algemeen meer van het ondernemen, iets doen, daden. Zij spreken op die manier. Zou het kunnen dat ze onze daden veel beter opmerken dan wij denken? En dat die taal dichter bij hun hart ligt?

Gewonnen

Wat betekent dat ‘gewonnen’ worden in deze tekst? Matthew Henry schrijft hierbij: ‘Zij (de plicht van de vouwen) bestaat in de onderwerping. Zulk gedrag is het meest doeltreffende middel om de echtgenoten te winnen die weigeren het Woord te aanvaarden, of die op geen ander bewijs van de Waarheid willen letten dan op de voorbeeldige wandel der vrouwen. Een blijmoedige onderwerping en een liefhebbend, eerbiedig ontzag zijn de plichten van iedere christelijke vrouw, jegens haar echtgenoot of hij nu goed is of slecht. Na het Woord van God is er niets zo krachtig om mensen te winnen als een goede wandel.’ En: ‘Het mooiste sieraad van een vrouw is een zachtmoedige en stille geest. Als de man bars is en niets van de godsdienst wil weten, dan is er geen enkel middel dat zo veel kans maakt hem te winnen dan een kalm en rustig, meegaand gedrag van zijn vrouw.’

Hoop op God

Misschien is bovenstaande tekstverklaring ontmoedigend, in plaats van bemoedigend voor je. Als het nu van onze wandel af moet hangen? Hoe dan? Want nergens komt zo tot uitdrukking wie je bent, met al je mooie en minder mooie kanten, als thuis. Juist je man ziet wie je werkelijk bent. Juist hij weet van je boosheid, moedeloosheid, frustraties en gebreken. En dan gewonnen worden? Ja het vraagt zelfverloochening en voortdurend gebed. Maar er staat nog iets in dit gedeelte. Want alzo versieren zich eertijds ook de heilige vrouwen, die op God hoopten en waren hun eigen mannen onderdanig. Zie je die tussenzin? Zij hoopten op God! Dat is onze navolging waard. Nee, het hangt niet van onze wandel af. Maar van onze God. Op Hem mogen we onze hoop vestigen. Voor jezelf, maar zeker ook voor je man. Hij is het die de harten kent en doorzoekt. Hij verbreekt, vernieuwt en keert om.

Weet waar je zelf vandaan komt

Tot slot. Laten we nooit vergeten wie we zelf zijn. Wat kan de hoogmoed zomaar erin sluipen, wanneer we denken beter of verder te zijn dan onze man. Wanneer we denken een betere levenswandel te hebben dan hij. Als we zelf veel bezig zijn met het Woord en dat als een vrucht gaan zien van onze eigen goede wil. Daarom mogen we nooit vergeten dat God het is ´Die in u werkt, beiden het willen en het werken, naar Zijn welbehagen´ (Filippenzen 2:13). Dat houdt ons klein en afhankelijk.

Alleen geloven

Alleen geloven. Mogelijk herken je het niet maar mag je samen met je man de Heere zoeken en dienen. Wat een zegen is dat. Beiden de nood van je gezin en kinderen te voelen en daarin de weg van de Heere te zoeken. Reden tot dankbaarheid. Maar misschien zie jij het ook je heen. Die vrienden bij wie het anders is. In je familiekring, bij je buren. En geeft het je verdriet. Denk dan aan hen, vraag er eens naar en bid mee.

Alléén geloven. Je kunt de klemtoon ook anders leggen. Alleen gelóven, meer wordt er niet van je gevraagd. Geen preken, geen grote woorden. Een stille en zachtmoedige geest, die op God hoopt. Lieve vriendin ….je mag alleen geloven.

Corma van Setten

Corma van Setten is getrouwd met Jeroen en moeder van drie meisjes (2015, 2017, 2018). Ze woont in ’s Gravenpolder en werkt als leerkracht op de basisschool. Lees verder

Reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Verder lezen

Je gaat naar de webshop