Een paar weken geleden kwam ik bij ons in huis een boekje tegen dat er erg oud uit zag. Mijn man was bij de kringloopwinkel geweest. Ik ben zelf ook dol op kringloopwinkels. Vooral op de boekenhoek. Oude boekjes, waarin het lettertype nog lijkt op dat van een typemachine laat ik meestal liggen. Nu lag er zo’n boekje op tafel en ik pakte het. De titel sprak me aan: ‘Brieven van een grootvader aan de ouders van zijn kleinkinderen’.
Ik las het voorwoord. Er stonden gedachten in die bij mij ook wel eens opgekomen waren. Hoe zou het voor godvrezende mensen als Adam geweest zijn om te zien dat zijn oudste zoon een moordenaar was? Hoe keek Noach naar zijn zonen? Je raakt onder de indruk als je bedenkt dat sommige nakomelingen van Noach vervloekt werden. Als ik denk aan de oudste zoon van Abraham. Een onverzoenlijke vijand van zijn broer. Of de kleinzoon van Mozes die een afgodendienaar werd. Kijk naar de gezinssituatie van David. Je hart breekt als je daaraan denkt. Dan kan de vraag boven komen: Hoe kan het dat deze godvrezende mannen zulke nakomelingen kregen? ‘En’, zo vraagt de schrijver van dit boekje zich af, ‘is er een weg waarop ik zeker kan zijn dat mijn gezin niet dit droevige voetspoor volgt?’ Mijn nieuwsgierigheid was gewekt.
De oorzaak
Ik was het niet met alles eens maar ik leerde er van. Verschillende dingen komen nog steeds in mijn gedachten. De Bijbel vertelt ons dat er een oorzaak is. Een oorzaak waarom gelovige mannen goddeloze kinderen kregen. ‘En’, zegt de schrijver, ‘dit staat niet in de bijbel om de handen van ouders te verzwakken, maar om te waarschuwen voor verborgen gevaren in ons gezinsleven’. Mijn zonden van vroeger, van nu, mijn keuzes, hebben gevolgen voor mijn kinderen. De Heere zegt in de wet ‘die de misdaad van de vaders (en moeders) bezoekt aan de kinderen. Zelf tot in het derde en vierde geslacht.’ Ik vind dat moeilijk. Wij begrijpen dat misschien niet. Maar de Heere zegt het. Hij is heilig. Ik denk graag na over Zijn verbond. Over dat Hij werkt in de geslachten. En dat doet Hij! God zij dank, ja! Maar deze woorden zijn ook waar. De Heere straft mijn zonden. Aan mij, maar de gevolgen van mijn zonden raken mijn kinderen en zij nemen ze over. Ik vind dat heftig. Wat is mijn verantwoordelijkheid groot. Het raakt me, ik wil het niet. Maar de Heere zegt het. Dan moet ik buigen.
Ik denk aan Noach. Hij mocht in de ark. Behouden, met zijn gezin terwijl de hele wereld verging. Noach leefde met God. Hij moet een groot geloof gehad hebben. Een ark bouwen op het droge. Met allemaal spottende mensen om je heen. Daarna maanden in de ark op een zee van water. Hij heeft ervaren dat de Heere Zijn woorden waar maakt. Zowel in Zijn straf als in het behouden van Noach en Zijn gezin. En wat lees je al snel nadat hij uit de ark is gegaan? Noach ligt dronken in zijn tent. Cham bespot hem. Zijn broers doen dit overigens niet. Ze hebben alle drie dezelfde opvoeding gehad. Toch gaan Sem en Jafeth anders met deze dingen om dan Cham. Wat Cham deed was verkeerd. Hij werd vervloekt. Waarom? Wiens schuld was dat? Zal Noach niet vaak met heel veel spijt gedacht hebben: ‘als ik niet dronken was geweest, was mijn zoon niet vervloekt.’
Grote gevolgen
Ik denk aan Jakob. Misschien was hij het pelgrimsleven van zijn vader en grootvader zat. Misschien vond hij het te zwaar, te moeilijk. Hoe dan ook, hij slaat zijn tentpinnen dieper in de grond. Hij vestigt zich bij Sichem. De gevolgen voor zijn gezin zijn groot. Kijk naar Dina’s vriendschappen en alle gevolgen van dien. Levi werd jaren later verstrooid door de zonden hier in Sichem bedreven (Gen 49:7).
Ik ontdekte waarom de schoonzonen van Lot niet met hem mee gingen uit Sodom en Gomorra. Ze geloofden hem niet. Hij was als jokkende in hun ogen staat in de Statenvertaling. In andere vertalingen staat dat ze dachten dat hij een grap maakte. Stel je voor dat je schoonvader de boodschap komt brengen dat je woonplaats zal vergaan. Zou je dan denken dat hij een grap maakt? Maakte Lot vaker grappen, zodat zijn schoonzonen hem niet serieus namen? Was Lot iemand die je niet al te serieus moest nemen? Wat zijn de gevolgen ernstig. Zijn eigen schoonzoons geloven hem niet. Ze gaan niet mee. Ze komen om.
We kennen de gevolgen van de luiheid en begeerte van David. Of wat lag er nog meer ten grondslag aan het nemen van Bathséba, het doden van haar man? En zo kunnen we nog wel even doorgaan.
Zegen op het gebed
Maar het is niet alleen maar somber! Er zijn ook prachtige voorbeelden! Als ik denk aan Hanna en de gevolgen van haar gebeden. Ze bidt om een kind en wijdt dat aan de Heere voordat Samuel geboren wordt. Ze geeft haar zoon terug aan de Heere en brengt hem naar Silo. Het kind waar ze zo om gebeden had, van zo veel van hield, ze bracht hem weg. Wat moet die tocht naar Silo zwaar, maar ook mooi geweest zijn. Haar lieve jongen los en achterlaten, maar aan de Heere terug geven. Samuel wordt profeet. Meer dan honderd jaar heeft hij zegenend invloed gehad op het volksleven van Israël. Overigens is het vervolg van de geschiedenis wel tragisch. Geloven is geen erfgoed, wordt wel gezegd. Beide zonen van Samuel dienen de Heere niet. Maar later mag zijn kleinzoon wel bij Asaf in de tabernakel staan.
Ook de geschiedenis van Zacharias en Elizabeth is bemoedigend. Ze waren rechtvaardig voor God. Ze baden, dat kun je lezen in de bijbel. Toch gelooft Zacharias de woorden van de engel niet. Dat heeft voor hem gevolgen: maanden van zwijgen. Maar de Heere neemt hem zijn zoon niet af. Nee, de gebeden van Zacharias en Elizabeth heeft God gehoord. In Lukas 1 vers 14 staat: hij zal u tot blijdschap en verheuging zijn. En is dat niet wat God op het oog heeft met al de kinderen die Hij ons in bruikleen geeft? De Heere straft ons ongeloof, onze zonden, ons tekort. Maar zijn woorden en Zijn beloften maakt Hij hoe dan ook waar.
God maakt Zijn woorden waar, altijd. Of dat nu mooie beloften zijn of bedreigingen. De Heere straft de zonden, maar zegent genadig als we in Zijn wegen gaan. De Heere kan onmogelijk van Zijn woorden en beloften af! Onze verantwoordelijkheid is groot. Dat is goed om ons te realiseren. Goed om te overdenken als we voor keuzes staan in de opvoeding van onze kinderen. Wat is Gods genade groot en onbevattelijk. Als het af zou hangen van onze keuzes en beslissingen dan is het hopeloos. Maar gelukkig, nee! Hij is niet afhankelijk van onze ideeën, gewoontes en regels. Hij kan en wil onze kinderen ook in Zijn armen ontvangen als wij de verkeerde kant op gaan. Wat een wonder dat Hij ons, moeders, wil gebruiken om onze kinderen aan de hand tot Hem te leiden. Aan moeders hand tot Jezus.
God zal Zijn waarheid nimmer krenken ,
Meer eeuwig Zijn verbond gedenken
Zijn woord wordt altoos trouwe volbracht,
Tot in het duizendste geslacht
‘t Verbond met Abraham zijn vriend
Bevestigt Hij van kind tot kind.
Wat een prachtig, leerzaam stukje!
Duidelijk stukje, waarschuwing en bemoediging tegelijk!