Ga naar de inhoud

Huisgodsdienst: Als de praktijk weerbarstig is

DSC_0128af

Huisgodsdienst. Als ik over dat thema nadenk komen er allerlei gedachten en beelden bij me naar boven. Ik zie een Joodse vader wandelend met zijn zoontje langs de Jordaan gaan. ‘Vader, wat doen die stenen daar’? En vader vertelt. Zijn zoontje hangt aan zijn lippen. Ik zie een meisje samen met haar moeder op de grond van de tent zitten, terwijl moeder vertelt. En ze luistert, luistert… Al die verhalen van toen. Hoe het volk van Israël door de woestijn ging. Wat de mensen deden. Maar meer, wat God deed.

Websites en boeken, wat is er veel materiaal voor huisgodsdienst voorhanden tegenwoordig. Mijn ouders hadden dat niet. Mijn oudere zussen trouwens ook niet. Met die hoeveelheid boeken, de vele ideeën, mooie blogs, voel ik ook mijn verantwoordelijkheid groeien. Wat doe ik er allemaal mee? Dan kan de gedachte boven komen: ‘t moet beter, ‘t moet meer, ‘t moet anders’.

Voorrecht

Wat een voorrecht dat er boeken en blogs met ideeën zijn! Soms word ik zo enthousiast als ik ze lees. Dan wil ik van alles wel tegelijk doen. Ik print dingen uit, sorteer op thema, ga aan de slag. Zondag na zondag nemen we dan een ander thema. Het is het verlangen van mijn hart mijn kinderen de Bijbelse waarheden aan te leren. Ze de verhalen te vertellen. De grote daden van de Heere te laten horen. Maar soms zie ik ook door de bomen het bos niet meer. Dan heb ik geen idee waar ik moet beginnen of ben ik moe. Gewoon helemaal op. Dan zie ik creatieve dingen helemaal niet zitten. De tijd glipt tussen mijn vingers door. Het past niet in mijn hoofd. De zondagen met baby, peuter, zoon en dochter die allemaal willen eten, slapen en spelen is vaak voorbij voordat ik het in de gaten heb.

Je hebt een zoon die na vijf minuten echt afhaakt. De aandacht is dan gewoon op. Je hebt een dochter die zo weinig echt begrijpt, waar veel gewoon echt moeilijk voor is. Je gezin is zo druk. De leeftijdsverschillen van de kinderen zijn zo groot. Het is moeilijk om dan een moment te vinden om dit soort dingen te doen. Het gezucht begint soms al als je de bijbel op tafel legt. En nog zoveel dingen meer.  Wat geeft dat verdriet, pijn, zorg.

Tekort

Er zijn dagen dat je je handen vol hebt aan de dag doorkomen. Je energie is halverwege de dag al op. De tijd glipt als zand tussen je vingers door. Het leven gaat door. Je ziet je kinderen groter en groter ziet worden. O ja, we leren ‘s morgens de Bijbeltekst wel aan, maar de uitleg is veel korter dan anders. En ook in de praktijk van de dag komt de tekst eigenlijk niet meer voorbij. We lezen nog steeds aan tafel. Zingen doen we nog, maar een nieuw lied aanleren is alweer even geleden. Samen bijbel lezen bij het naar bed gaan en bidden doen we wel, natuurlijk, maar minder uitgebreid dan anders. Dan vliegt het me aan. Die stenen dan, uit Jozua 4.  Dat inprenten van Deuteronomium 6:7?  Tekort. Te weinig. Schuld. Maar mijn handen zijn echt tekort. Mijn energie te weinig. Mijn hoofd te vol. Mijn zorg voor mezelf en de baby gewoon te groot. Hoe moet dat nu? Of mijn kind wil echt niet meer. Het zegt hem nog zo weinig. Mijn kind lijkt zo onbereikbaar. Hij heeft al afscheid genomen. Er kunnen zulke zorgen zijn om je kinderen. Moedeloos, hulpeloos kun je de dagen, de tijd door je vingers zien gaan. Je kinderen aankijken, de last voelen drukken. Dan is er een gebed in het hart: “Heere, ik geef ze aan U. Het lukt mij niet.” Steeds maar weer ze biddend bij de Heere neerleggen. Soms alleen maar zuchtend, onder het voeden, onder het troosten van je baby, onder het koken, of midden in de nacht.

Afhankelijk

Ik heb een man van goud, echt. Soms leest hij me voor. Heerlijk vind ik dat. Zo ook deze avond. ‘Gebed en afhankelijkheid zijn onafscheidelijk. Alleen die afhankelijk is, kan waar bidden’, klonk het door de kamer. Hoorde ik dat goed? Ik was hulpeloos. Soms wist ik niet eens hoe ik bidden moest. Hulpeloosheid kan zoveel redenen hebben. Je worstelt met jezelf. Je arglistige hart. Je kinderen, zorgen, vragen, gezondheid, nood die er is.

‘Je hulpeloosheid is uw beste gebed’, las mijn man verder. ‘Het roept vanuit uw hart tot het hart van God duidelijker, dan uitgesproken woorden. Hij hoort het van hetzelfde ogenblik af, als dat u uw hulpeloosheid overvalt. En Hij is onmiddellijk bereid te luisteren en te antwoorden.’

Hij luistert!

En als moeder begrijp je dat beeld. Een baby kan niets vragen. En toch weet je kleine kindje zijn behoefte goed duidelijk te maken. Het kan alleen maar huilen en die taal begrijpen we als moeder. Zelfs als je baby niet zou huilen, maar je zijn hulpeloosheid ziet, raakt je dat. Je wilt er voor zorgen. Verder las hij: ‘Hij die het moederhart maakte, gaat op dezelfde manier met ons om. Onze hulpeloosheid is een voortdurend beroep op het Vaderhart van God. Hij is onafgebroken bezig naar onze gebeden te luisteren. Nacht en dag is Hij voor ons in beweging. Hoewel wij dat vaak nauwelijks opmerken, laat staan Hem daarvoor danken’. Ook dat herkennen we als moeders. Nacht en dag zorgen we voor onze kleintjes. Terwijl deze niets van onze opoffering merken. Maar dat laat ons er niet van afhouden het te helpen.

Het bemoedigde me. Ik kon weer door. Wij moeten doen wat we kunnen. Hoe veel of weinig in welke fase of seizoen van ons leven dat ook is. We moeten onze verantwoordelijkheid nemen. Werken zolang het dag is. En als we niet meer kunnen, as je soms alleen maar kunt zuchten voor je kinderen? God hoort, God ziet, God weet onze hulpeloosheid. Hij staat klaar om te horen en te antwoorden.

Het boek is overigens de moeite waard om helemaal gelezen te worden, mocht je nog tijd hebben deze vakantie (of een voorlezer😉). Het heet ‘Het gebed’ geschrveen door O.K. Hallesby.

Adriana Uijl

Adriana Uijl (1985) woont samen met haar man en vier kinderen in Bodegraven. Naast vrouw en moeder zijn, is ze werkzaam in de thuiszorg. Lees verder

Reacties

2 reacties op “Huisgodsdienst: Als de praktijk weerbarstig is”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Verder lezen

Je gaat naar de webshop