Elke moeder die wel eens met haar kinderen boodschappen doet heeft het wel eens gezegd: “Wees nu eens dankbaar voor wat je hebt!” Alles wat onze kinderen mooi vinden willen ze hebben. En al zeg je nog zo vaak “nee”, ze blijven vragen. Ik reageer wel eens geïrriteerd als de kinderen voor de zoveelste keer vragen om een snoepje, speelgoed, een opblaasbad, een smartphone, kleren. “Mag ik die?” is een veel gehoorde vraag bij ons thuis. Maar als ik er over nadenk: ben ik zelf wel zo dankbaar?
Paulus is er nogal duidelijk in. Hij geeft in bijna al zijn brieven getuigenis van zijn dankbaarheid:
- “Wij danken God altijd over u allen” (1 Thess. 1:2),
- “Ik dank mijn God, uwer gedachtig zijnde in mijn gebeden” (Filémon 1:4),
- “Eerstelijk dank ik mijn God door Jezus Christus over u allen” (Rom. 1:8).
En dat niet alleen, hij geeft ook duidelijk opdracht om dankbaar te zijn:
- “En de vrede van Christus, tot welke gij immers in één lichaam geroepen zijt, regere in uw harten; en weest dankbaar” (Kol. 3:15)
- “Dankt God in alles, want dit is de wil van Jezus Christus over u“(1 Thess. 5:18)
- “En al wat gij doet met woorden of met werken, doe het alles in de Naam van de Heere Jezus, dankende God en de Vader door Hem” (Kol. 3:17)
Daarbij was Paulus zo echt tevreden:
- Maar ik heb alles ontvangen, en ik heb overvloed; ik ben vervuld geworden, als ik van Epafroditus ontvangen heb, dat van u gezonden was, als een welriekende reuk, een aangename offerande, Gode welbehagelijk. (Fil. 4:18) En dat terwijl Paulus op dat moment gevangen zat in Rome! Overvloed? Vervuld geworden?
Wat vergeten we vaak dankbaar te zijn! We bidden om bescherming, om hulp, om zegen en we vergeten ervoor te danken als we het gekregen hebben. In het e-book ‘Koester je Huwelijk’ schreef ik al over het delen van je dankbaarheid. Laten we onze dankbaarheid vaker uitspreken. Naar de Heere, naar elkaar. Vooral ook mét onze kinderen.
De dankpot
Bij ons staat sinds kort een potje op tafel met briefjes ernaast. Elke dag na de maaltijd willen we met elkaar één of meerdere dingen benoemen waar we dankbaar voor kunnen zijn. We danken er met elkaar voor na de maaltijd. En we schrijven ze op een briefje dat in de pot gaat. Het briefje gaat in de pot. Als de pot vol is (of bijvoorbeeld na een half jaar) lezen we met elkaar de briefjes weer door. Om te gedenken wat de Heere gedaan heeft.
Echte dankbaarheid
Echte dankbaarheid komt voort uit genade. Als je mag weten door genade verlost te zijn van je zonden, door het bloed van de Heere Jezus, dan kan het niet anders of er volgt dankbaarheid uit.
Echte dankbaarheid gaat samen met verwondering. Verwondering over alles wat de Heere wil geven aan een mens als ik, dat dagelijks weer zoveel zonde doet. Echte dankbaarheid brengt ijver. Als we een medemens dankbaar zijn voor zijn hulp willen we graag iets terug doen. Nog veel meer aan de Heere! Wat zal ik den HEERE vergelden voor al Zijn weldaden aan mij bewezen? (…) Mijn geloften zal ik den HEERE betalen, nu, in de tegenwoordigheid van al Zijn volk. (Psalm 116: 12, 14). En zo leidt dankbaarheid tot een loflied!
Wat een mooi idee om dit samen met de kinderen te delen. Zo sta je er samen bij stil en wordt het hopelijk minder gewoon. Tenminste zo is dat bij mij zo vaak, als alles z’n gangetje gaat, dan vindt je al snel het zo heel gewoon. Terwijl er zoveel is om dankbaar voor te zijn.
Dank voor je reactie, Linda, ik ben het helemaal met je eens!