Ga naar de inhoud

Niets nieuws onder de zon

IMG_5791 1

We waren bezig met een grote opruimklus; de zolder. Al langere tijd was het een plek waar we spullen neerzetten, en nog meer spullen neerzetten. En op een gegeven moment moet je daar wat mee; opruimen dus! Alle opbergruimtes hebben we omgekeerd en zoveel mogelijk spullen die we niet gebruiken weggedaan. En toen kwam ik opeens een boekje tegen wat ik vergeten was. ‘Komt kinderen, hoort naar Mij’, staat er op de voorkant. Ik wist het weer. Hoe we op een dag met de hele familie bij oma waren. Hoe ze toen voor alle kleinkinderen een exemplaar tevoorschijn haalde, mijn naam stond al voorin. Een boekje door haarzelf samengesteld, met daarin alle meditaties die mijn opa, die directeur was van de basisschool, ooit geschreven had voor de schoolkrant. Helaas heb ik, net als veel van de kleinkinderen, mijn opa nooit gekend. Hij stierf kort na mijn geboorte op 57-jarige leeftijd. Nu lees ik zijn woorden door de bril van deze tijd. Hij schrijft een keer over het verdwijnen van de kleuterschool, die voortaan ‘opging’ in de basisschool en over alle veranderingen die dat met zich meebracht. Hij schrijft over de tijd die zo ‘ontzaggelijk snel’ gaat. Over het houden van vakantie, dat het goed is om te rusten, maar we tegelijk moeten oppassen voor ‘ledigheid’. Over de verbouwing van de school en alle drukte die dat met zich meebracht. Een ernstig stuk schreef hij in juni 1978, toen er polio was uitgebroken. ‘Bange zorg is er in ons aller hart. Iedere avond pakken wij met een angstig hart de krant in de gang om te kijken of er weer nieuwe gevallen bijgekomen zijn van polio. Als onze kinderen zich niet goed voelen slaat de schrik al om het hart; het zal toch niet…?’  

Niets nieuws onder de zon 

Ik blader er wat doorheen. Herken dingen, vooral schoolzaken. De laatste stukjes van het schooljaar gaan vaak over afscheid, terugkijken, de tijd die vliegt. Ouders en leerlingen worden aangesproken. En het valt me op dat sommige meditaties zo in de nieuwsbrief van onze school zouden kunnen staan. Eigenlijk is er niets nieuws onder de zon, zoals Prediker zegt. En vreemd genoeg, troost mij dat ergens wel. Voor ons kunnen veranderingen zo heftig lijken, vooral wanneer het veel onzekerheden met zich meebrengt. Men spreekt over ‘nieuwe ontwikkelingen’, ‘nieuw leiderschap’, ‘nieuwe wereldorde’. Maar, het is niets nieuws. Mensen die opstaan om de macht te grijpen. Volken die elkaar bestrijden. Ziektes en pandemieën. Niets nieuws. 

Ik had graag eens met hem willen praten. Vragen hoe hij nu alles zou duiden. Zou hij verbaasd zijn over onze manier van leven? Over de secularisatie van de afgelopen decennia? Hij schreef in juli 1985: ‘Dingen die vroeger niet mochten, mogen nu blijkbaar wel. (…) Kinderen en grote mensen zijn onrustig; wij willen iedere keer maar weer wat anders en als er dan wat anders is, dan verlangen we weer dikwijls terug naar het oude.’ Wat zou hij denken van de ontwikkelingen van onze tijd? Of zou hij het hoofd schudden en zeggen: ‘Er is niets nieuws onder de zon?’ Ik weet het niet. Maar ik lees verder. En het raakt me. Want in alle stukjes lees ik ernst, oprechte zorg voor de leerlingen en hun ouders, maar vooral de oproep om de toevlucht te zoeken bij de Heere Jezus. 

Mijn tijden zijn in Gods hand

Weet je wat ook niets nieuws onder de zon is? Dat door alle tijden heen, gelovigen zich hebben vastgeklampt aan dezelfde zekerheden. Dat zij rust en troost hebben gevonden in Gods onfeilbare Woord, dat blijft en stand houdt. 

Dat mag ons troosten in onzekere tijden. Op wereldniveau maar ook persoonlijk. Zo lees ik in een meditatie uit 1980 over psalm 31, waarin David schrijft en erkent dat zijn tijden in Gods hand zijn: ‘Toen David deze psalm dichtte had hij het zo moeilijk; deze psalm is dan ook een klaagpsalm. Toch uit David geen uitzichtloze klacht. Het is niet zo dat hij absoluut geen uitweg meer ziet. Nee, maar juist in de droefste omstandigheden is zijn geloof gelouterd en mag hij, ondanks alles zeggen: “Gij zijt mijn God.” Hoe de toekomst is weet hij niet, maar hij heeft een sterk geloofsvertrouwen: Mijn tijden zijn in Uw hand. Ik ben niet onderworpen aan het noodlot, maar aan Goddelijke leiding. Wat er dan ook gebeurt, het is goed.’

Door Davids woorden heen hoor ik ook geloofsvertrouwen van mijn opa. Zo leefde hij, zo is hij ook heengegaan. 

Getuigen uit het verleden

Mogelijk heb jij ook zulke voorbeelden in je omgeving. Mensen die de Heere mochten liefhebben en daarvan getuigden. Wat een voorbeeld hebben ze ons nagelaten. Laat het je bemoedigen. Kijk eens naar hun levens. Ook zij kenden moeilijkheden, zware omstandigheden. Neem Hebreeën 11 er eens bij, met de rij van geloofshelden. Wat een getuigenis! Ze hadden allemaal hun eigen (lijdens)weg te gaan en mochten door het geloof grote daden doen. Denk aan Noch die onverstoorbaar doorging met het bouwen van een schip op het droge. Aan Mozes, die alle rijkdom van Egypte achterliet om leider te worden van een slavenvolk. Aan Rachab die in oorlogstijd de God van Israël verkoos boven haar eigen goden. En vele anderen die wonderlijke, krachtige daden konden doen onder de meest zware omstandigheden.

Treinkaartje 

Tegelijk kan juist dat vragen oproepen. Wat als deze geloofsmoed van mij gevraagd zal worden? Wat als onze kinderen niet in vrijheid christenen kunnen zijn zoals wij dat konden? Wat als geloof ons eens wat gaat kosten? Ben ik dan bereid? Zal ik dan volharden? Wat als ik ooit zal moeten getuigen terwijl het mijn leven kan kosten? Als ik kijk naar vervolgde christen en hun bereidheid om te lijden, kan ik me niet voorstellen dat ik ooit zoveel moed zal hebben als hen. Dat doet me denken aan een andere geloofsheld. Corrie ten Boom. Ze had diezelfde vragen toen ze jong was. Ze vroeg het aan haar vader.  

Op een dag speelde Corrie in de woonkamer met haar poppen. Haar vader Casper zat in zijn stoel bij de kachel. ‘Papa, ik zal nooit zo sterk zijn als de mensen die voor de Heere Jezus willen lijden. Ik ben daar veel te bang voor, papa!’, zei Corrie. ‘Correman kom eens bij me.’ Veilig nestelde ze zich in zijn armen. ‘Wanneer geeft papa jou het treinkaartje als we van Haarlem naar Amsterdam reizen?’ ‘Net voordat ik de trein in stap papa, dan heb ik het toch pas nodig?’ ‘Precies Correman. Zo zal het ook zijn mocht je voor de Heere Jezus moeten lijden. Je zult daar de kracht voor krijgen op het moment dat je het nodig hebt.’ Gerustgesteld ging Corrie weer met haar poppen spelen.

Vele jaren later in de gevangenis en het concentratiekamp dacht ze vaak aan deze woorden van haar vader en hoe waar het is: 

‘Het leed dat drukt is niet zo zwaar
Als vrees voor allerlei gevaar
Maar komt het eens in huis
Dan geeft Hij kracht naar kruis.’

Laten we niet blijven hangen in personen, hun voorbeeld. Maar eindigen in hun God. Die Dezelfde is en blijft. Kracht geeft naar kruis. En regeert tot in eeuwigheid. 

Toekomst in Zijn hand

Tot slot eindig ik met een stukje uit de schoolkrant van 1981. ‘In deze tijd zijn er zovelen die zeggen dat er geen toekomst meer is. Zij zitten in de ban van van het zogenaamde doemdenken. Zij hebben geen toekomst meer voor zichzelf en hun kinderen. Het is allemaal even uitzichtloos. Zo’n arme toekomst behoeven wij onze kinderen en leerlingen gelukkig niet voor te houden. De Bijbel leert ons een ander perspectief. Er is wel toekomst. Voor iedereen? Nee, er is toekomst voor hen die het van de Heere verwachten. Daarom moeten wij onze kinderen voortdurend wijzen op Hem in Wiens hand de toekomst ligt. Hij houdt immers de teugels van het wereldgebeuren in handen, want Hij regeert en zal Zijn almacht tonen. Bid zonder ophouden. Een opdracht voor jongens en meisjes, voor vaders en moeders, voor juffrouws en meesters. In de wetenschap; Here leer ons bidden.’

 

Corma van Setten

Corma van Setten is getrouwd met Jeroen en moeder van drie meisjes (2015, 2017, 2018). Ze woont in ’s Gravenpolder en werkt als leerkracht op de basisschool. Lees verder

Reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Verder lezen

Je gaat naar de webshop