‘Hoe lang nog?’ Wie heeft dit geen enkele keer verzucht de afgelopen tijd? Wij, Nederlanders, die gewend zijn om ons eigen leven zelf te bepalen, moeten opeens zoveel ‘dringende adviezen’ en verplichtingen van hogerhand gehoorzaam zijn. En… we moeten wachten. En daar worden we moe van. Daar raken we moedeloos van. Reikhalzend zien we uit naar een moment dat dát niet meer hoeft. Onze maatschappij op zijn kop – niets is meer zeker. Niemand weet hoe het gaat. En wat doen we dan? Ons vastklampen aan tradities. Aan dingen die ons nog wel houvast geven.
Waar draait het om?
De kerstspullen liggen al een aantal weken in de winkels en worden massaal ingekocht. Kerstbomen pronken al in veel woonkamers. Mensen zijn nog eerder dan anders gericht op Kerst. Verlangen naar de feestdagen. Maar waar zien we dan zo naar uit? Sfeer, familie, eten? Ondanks de beperkingen – toch zoveel mogelijk zelf in de hand hebben en doen zoals we altijd doen met Kerst?
‘Daar draait Kerst helemaal niet om, wij – christenen – verwachten Kerst zo anders…’ Is dat zo? Wat verwacht ík dan? ‘Ik wacht op Kerst…
– … omdat we dán vieren dat de Heere Jezus is geboren, eeuwenlang geleden.’
– … omdat ik hoop dat God op zó’n bijzonder moment Zich speciaal wil openbaren.’
– … omdat de sfeer mij een gevoel van vrede geeft en me God dichtbij doet ervaren.’
Zomaar drie uitspraken, waarvan ik denk dat ze onder ons leven. Maar bij mij borrelen vragen op. Is het echt nodig om speciaal op die Kerstdagen te wachten? Waarom adventstijd enkel vanwege het vieren van een herinnering – de geboorte van Jezus Christus? Want nu, op dit moment troont Hij in de hemel en is altijd en overal aanwezig. Waarom wachten op Zijn komst, terwijl ik Hem dágelijks kan en mag verwachten? Waarom speciaal in deze tijd Zijn wederkomst verwachten, terwijl dat toch een verwachting mag zijn die we het hele jaar door hebben?
Als we het zo specifiek van die Kerstdagen verwachten, wat valt het dan steeds weer tegen. Een maand lang kijken we uit. Gespannen. Hoopvol. Druk met alle voorbereidingen. En dan is het Kerst. En dan is het weer voorbij. Zoals alles voorbij gaat in dit leven.
Wat blijft…
Nee, toch niet. Er is wel iets wat blijft. ‘Het gras verdort, de bloem valt af, maar het Woord van onze God bestaat voor eeuwig.’ En dát Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond. En in Hem kunnen wij Zijn heerlijkheid aanschouwen, een heerlijkheid als van de Eniggeborene van de Vader. De eeuwige, almachtige, oneindige, alomtegenwoordige, heilige Zoon van God werd mens. Hij werd één van ons.
Zullen we advent toch maar niet overslaan? Want is advent juist niet bij uitstek de periode om weer écht te leren verwachten? Om een blik naar binnen te werpen en te ontdekken waar ons hart mee bezet is. Waar we onze verwachting op hebben gesteld. Om met het vooruitzicht van de Kerstdagen, – denkend aan Zijn komst in het vlees – Zijn komst in ons hart te verwachten. Want als Hij toen, zo schamel en arm, zo laagdrempelig kwam en onder ons woonde, zou Hij Die eeuwig dezelfde is dan ook nu niet onder ons willen wonen, ja – o wonder – zelfs in mijn hart?
Het geheim…
Ik denk terug aan een Bijbelstudie uit Johannes 1. Want daar ontdekte ik ook het geheim. Hoe is het mogelijk dat Híj in mijn hart kan wonen? Dat volgt verderop in vers 14. Omdat Hij vol van genade en waarheid is. In Christus ontmoeten deze twee elkaar! ‘Dan wordt genâ van waarheid blij ontmoet.’ In Hem zijn die in volkomen harmonie. En wij, die de waarheid vanuit onszelf niet zien en kennen, mogen in Hem de waarheid vinden. Wij die niets hebben verdiend, kunnen nu door Hem – op grond van recht, door Hem verdiend! – genade verkrijgen.
Daarom advent! Onze harten weer opwaarts verheffen… Om het niet hier te zoeken. Om het niet van de Kerstdagen te verwachten, maar van Hem! Zijn genade, gerechtigheid, vrede en blijvende nabijheid. Dan wordt Kerst geen teleurstelling, omdat we na Kerst mogen blijven verwachten. Dagelijks. Zijn komst in hart en leven, en van daaruit ook Zijn wederkomst. Dat kán niet uitblijven. Als we door genade hebben leren zien wie Hij wil zijn voor een wereld verloren in schuld, en hebben ondervonden hoe God Zijn beloften heerlijk vervuld, dan vult dat ons hart met een grotere verwachting:
‘Daarom verwachten wij die grote dag met een groot verlangen, om ten volle te genieten de beloften van God, in Jezus Christus onze Heere.’
Hoi Hoi,
Ik had ergens op je site gelezen dat je een foto in kon sturen van het knutselwerk van de adventskalender. Ik kan het alleen niet meer vinden.
Wil je me even laten weten hoe of wat?
De meiden hier zijn heel enthousiast bezig iedere dag! Ook voor ons heel waardevol om aan de hand van de vragen, even kort met elkaar te overdenken wat we hebben gelezen.
Groetjes