
Ik staar naar het kladblok op de tafel. Mijn hoofd in mijn hand. Op het gezellige papier staat een lange lijst van dingen die ik vandaag wil doen. Strijken. De stapel op de plank liegt er niet om. Taart bakken. De ingrediënten staan al een tijdje op het aanrecht te wachten. Schrijven. De deadline voor een artikel loopt vandaag af. Ik zucht. Mijn taken zijn nog lang niet af en de tijd vliegt voorbij. Hoe ga ik dit doen?
Lijstje
Ik heb deze lijst vanmorgen gemaakt. Toen het in mijn gezin nog rustig en opgeruimd was. Ik bedacht wat ik wilde doen, schreef het op en probeerde het daarna punt voor punt af te gaan werken. Broodtrommels klaarmaken. Streep erdoor, gedaan. Vaatwasser uitruimen. Streep erdoor, gelukt. Toen ging de telefoon. Het was een kennisje uit de kerk. Of ik op haar zoontje wilde passen. Ik wilde haar graag helpen en bood mijn hulp aan. Het werd gezellig in huis met twee peuterjongetjes, maar ook druk. Eerst maar een frisse neus halen.
Smartphone
Weer binnen – en met de strijkbout in de hand – tikte mijn oude buurvrouw op het raam. Haar nieuwe smartphone in de hand. ‘Hij doet het niet meer’. Ze tikte wanhopig op de toetsen. ‘Ik heb een berichtje gekregen, maar kan hem niet lezen.’ De telefoon was inmiddels vastgelopen en het behoefde enige tijd voor het apparaat weer meewerkte. De jongens hadden inmiddels wel zin in fruit – en de opgeluchte buurvrouw in thee.
Tijd voor koffie
Ik kijk nog eens goed naar mijn lijst. Er klopt iets niet aan. Er schiet me opeens een advies van Denise Hulst te binnen. Zij adviseert in haar boekje ‘een volle agenda, maar nooit druk’ om lijstjes te maken volgens het principe ‘hoe concreter hoe beter’. Zo heb ik wel opgeschreven welke taken ik vandaag wil uitvoeren, maar geen tijd ingeruimd voor koffie drinken of spelen met de kinderen. Er is geen ruimte voor ongestructureerde tijd en daarom loop ik vandaag vast. Ik pak mijn pen en besluit eerst een andere lijst te gaan maken.
Doos van zolder
Met een ferme zwaai vliegt de poortdeur open. Mijn oudste komt de tuin in, onze derde in zijn kielzog. Ze hebben kastanjes gevonden! Ze tonen me hun schatten en barsten van de ideeën. ‘U maakt altijd een herfstschaal. Een dienblad met kastanjes, eikeltjes en dennenappels erop. Doen we dat dit jaar weer? Ja?’ Een gejuich gaat op. ‘Zullen we daar dan nu meteen mee beginnen? Mag ik de doos van zolder halen waar die paddenstoelen in zitten?’ Ik lach en ik zucht tegelijk. Ik voel dat ik enthousiast word. De seizoenswisseling betekent hier dozen van zolder en andere decoratie op tafel en in het raam. Maar… wanneer ga ik dat doen?
Wijze woorden
‘Er zijn geen onmogelijke doelstellingen, wel onmogelijke tijdsplanningen’ zegt Ann Voskamp. ‘Tijd voor wat lekkers, jongens’ zeg ik ‘en zet ik ons leuke plannetje in de agenda’. Terwijl ik schrijf, loopt de oude buurvrouw binnen. ‘Ik wilde je nog iets vragen…’ Terwijl de kinderen ook aan haar hun vondsten laten zien, knikt ze me toe. ‘Schrijf je plannen met potlood, en geef je pen aan de Heere.’ Ik kijk haar verrast aan. ‘Het is goed om plannen te maken, maar wees bereid om er vanaf te wijken als Hij iets anders op je weg brengt.’ Dan pakt ze de strijkbout en sommeert mij naar de keuken. Dit is een staaltje van Titus 2. Ik schil de appels met een verwonderd gevoel.
Dit artikel is geschreven door Annemieke Krijgsman. Ze stelt zich hier aan je voor.
Mooi geschreven! Wat een wijze en fijne buurvrouw!
Zo mooi!
Prachtig, wat fijn om zo’n buurvrouw te hebben!
Wat heerlijk zo’n wijze buurvrouw, een zegen!