Wat is er veel gebeurd afgelopen weken. De rust is inmiddels wat weergekeerd. Een ritme is weer gevonden. Er is een soort nieuw normaal ontstaan. En onze kinderen weten het al, ‘door de corona zeker’, als er weer eens iets niet door kan gaan of anders gaat dan gewoonlijk.
Is mijn rol als moeder de afgelopen weken nu echt zo veranderd? Wát is er nu precies anders? Voor mijn gevoel wordt er meer van me gevraagd. Of iets ánders gevraagd. Mijn houding naar mijn buren? Mijn plek in deze tijd? Wat vertel ik onze kinderen? Wat leg ik ze uit? Als ik de dominee zondags hoor, lijkt het erop dat iedereen veel meer tijd heeft om stille tijd te houden, goede boeken te lezen, de Heere te zoeken. Maar ik lijk juist veel mínder tijd te hebben voor deze dingen. Het is een soort zoeken naar jezelf. Zoeken naar je positie.
Zondagochtend 9.45
De laatste haren worden snel gekamd. De ontbijttafel leeg geruimd. Nu we niet meer op tijd in de kerk hoeven te zitten, lijkt de strijd tegen de klok nog zwaarder dan anders. 9.55 De beamer is opgestart. Ja, wij hebben breed beeld op de zondagmorgen. Onder het bidden zitten de kinderen eerbiedig op de bank of stoel. De rest van de dienst mogen ze tekenen of schrijven. Met het uitzicht op een dominee die nog groter is dan in werkelijkheid. Onze jongste sleept al het speelgoed door de kamer. Zit af en toe op schoot en kijkt soms vol verbazing naar die grote man op de muur. Als het erg onrustig is verdwijnt een van ons naar boven, zodat in ieder geval een van beide goed kan luisteren.
Ik mis het samen zijn in de kerk. Het samen zingen, samen bidden. Maar toch ik ben ook dankbaar! De Heere is niet gebonden aan een kerkgebouw, een gemeente. Want ik ben er van overtuigt dat noch dood, noch leven, noch engelen, nog overheden, noch krachten, noch tegenwoordige, noch toekomende dingen, noch hoogte, noch diepte, nog enige ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde van God in Christus Jezus, onze Heere (Romeinen 8: 38 en 39). Ook corona niet. Het kunnen mooie uurtjes zijn, op een zolderkamertje achter je laptop.
Maandagmorgen 9 uur
Gitaar op schoot. We beginnen onze schooldag. Mooi dat juist de tijd rond Pasen de kinderen thuis zijn. Dat ik zelf ze het paasevangelie kan vertellen. En ik genoot ervan. Samen met Maria bij het graf te staan. Wandelend met de Emmaüsgangers. En tussen de discipelen op het strand van het meer van Galilea te zitten. Luisteren naar wat de Heere Jezus te zeggen had.
De schooldag is begonnen. Ik ben geen juf. Het zit gewoon niet in me. Maar elke dag leerden we. Wat wel werkte, wat niet werkte. Soms was er frustratie, boosheid zelfs. Het kwam voor dat ik alles op de tafel gooide en zoonlief eerst maar eens tien minuten de trampoline opstuurde. Om daarna weer met goede moed verder te gaan. Maar we leerden. En elke dag kwam het weer goed. Zo zelfs dat er iets van teleurstelling was toen we hoorden dat na de vakantie de school weer begint.
Wat schaaft de Heere ons deze tijd bij. Als ik geduld dacht te hebben. Ik had nog meer nodig. Als ik dacht dat ik mijn kinderen wel begreep. ‘t Was soms toch anders. Wat is het goed om in te leven in je kinderen. Te proberen in hun hoofd te kruipen. Wat is het leuk om ze op deze manier nog beter te leren kennen.
Dinsdagmiddag
‘Mam, deze bloemen moeten in de brievenbus bij mw X’. Verbaasd kijk ik mijn dochter aan. ‘Dat kan wel toch? Omdat ze zo ziek is! En het ook corona is. U zegt dat we extra goed moeten zorgen voor mensen die oud en ziek zijn…’ Het zijn tekeningen en zelfgemaakte kaarten geworden. Dat gaat iets beter door de brievenbus dan een bosje zelf geplukte madeliefjes, paardenbloemen en fluitenkruid. Zelfs ‘s avonds bij het naar bed gaan, werd er gedacht aan zieke mensen uit de gemeente. Opa’s en oma’s van kinderen die ze kende. ‘De Heere kan ze toch beter maken mam?’ Waar ik er niet meer in beterschap geloofde, was mijn dochter zo kinderlijk, vol vertrouwen.
Maar zomaar midden in de week gebeurt het, alweer. Komt alles op me af. Alles overweldigt me. Het is zoveel als ik nadenk over al die zieken, al die eenzamen, die kinderen die geen fijn thuis hebben, de huwelijken die al zo moeilijk zijn, de mensen met financiële zorgen. Die landen waar het arm is. De honger. Die diepe ellende van geen of zo beperkte gezondheidszorg. Dat machteloze gevoel. Die plaatsen waar je digitaal niet samen kunt komen. Opeens vliegt het me aan, die afstand, die waardeloze 1,5 meter. Ik wil die afstand niet. Ik wil zo graag weer het gewone normaal!
Maar dan gaan mijn ogen naar de poster op onze deur. De tekst die we de kinderen leerden. Die Man zal zijn als een beschutting tegen de wind, een schuilplaats tegen de vloed, als waterbeken in een dorre streek, als een schaduw van een zware rots in een dorstig land (Jesaja 32:2). Ik heb onze kinderen mogen wijzen op die Schuilplaats! Op die Man waar ze naartoe mogen gaan als ze bang zijn. Naar Hem die nog beter voor ze kan zorgen dan een moeder dat kan doen. Dan word ik stil en zoek beschutting tegen deze storm. Een schuilplaats tegen deze vloed van zoveel….
Zaterdagmorgen
Het huis is een grote bende. Twee wasmanden staan er om opgevouwen te worden. De strijkplank in de kamer. Speelgoed over de grond. Onze zoon nog in de pyjama. Dochter drijfnat van de regen. Manlief op de bank in kluskleren, pet nog op. Drie kinderen op en naast hem, boekjes lezen. Hij was in de tuin bezig, die helemaal overhoop ligt. Maar het regent nu pijpenstelen. De moddervoetstappen op de vloer zijn een stille getuige. Ik zak neer op de bank. Verbaas me over mezelf. Ik zou geïrriteerd kunnen raken over de rommel en de modder. Moedeloos van al het werk dat nog wacht en al weken blijft liggen. De balen hebben van de regen, omdat er zoveel werk is buiten. Maar ik merk niets van dat alles! Daarentegen voel ik dankbaarheid voor dit hele simpele zaterdagmorgen geluk.
Wat werden we dankbaarder. Gewone dingen werden bijzonder. Bijzondere dingen extra bijzonder. Heb ik ooit zo genoten van de natuur die open bloeide? De bloemen en bloesem die openbarstten van leven? Was ik ooit zo dankbaar voor de zon die er elke dag weer was? Hoe heerlijk was het om onze man en papa elke avond aan tafel te hebben met eten. En hoe fijn dat we bijna elke dag samen de kinderen in bed konden leggen. Was Pasen ooit zo helder en duidelijk als nu? Leven te midden van de dood. Dat de dood het laatste woord niet heeft. Ook in deze tijd niet. Juist niet.
Dan blijkt opeens dat mijn rol helemaal niet zo anders is geworden. Wel dat ik er misschien iets anders in sta. Dat ik nu veel vaker het stof het stof kan laten, de rommel de rommel. Dat bepaalde dingen morgen ook kunnen. Dat ik meer tijd maak voor mijn oudste zoon met zoveel vragen. Dat ik de tijd neem om samen met mijn dochter een kleurplaat te kleuren. Dan bid ik vooral dat we dit vast blijven houden.
- Onze kinderen wijzen op Jezus als Enige Redder, Zaligmaker en Schuilplaats.
- Het omzien naar onze naaste
- Het dankbaar zijn voor alles wat we hebben en krijgen.
- Hij komt terug! De Heere Jezus zal komen op de wolken van de hemel. Alles op deze wereld getuigt ervan.
Soms voel ik me tastend als een blinde langs te wand. ‘Heere wat is Uw bedoeling nu precies met dit alles? Maar: verheerlijk Uw naam in de straten. Geef woorden te spreken, een beker koud water. voor onze kinderen, voor de mensen in de buurt, opdat Uw huis vol worde! Uw koninkrijk kome…’
Dit blogartikel werd geschreven door Adriana. Je kunt hier meer lezen over het team van blogschrijvers.
Heel mooi, net wat ik nodig had!
Wat prachtig beschreven en zo herkenbaar! Hier midden in een verbouwing en verhuizing met 6 kids thuis de afgelopen weken…en elke dag kreeg ik nieuwe kracht en nieuwe moed! Leven bij de dag…het in alles van Hem verwachten!
Dank je wel dat je dit wilde delen
Dankjewel!!!
Dank je wel Adriana